onmisbaar onderdeel van zijn opvoeding. Misschien dat hij op die manier toegankelijker zou worden voor de eigenlijke bedoelingen van Amerika, en dat zou op zijn beurt een akkoord - bijv. over ontwapening - wellicht gemakkelijker maken.
En Eisenhower? Mankeerde er ook iets aan zijn opvoeding dat een bezoek aan Rusland zou kunnen verhelpen? De Amerikanen komen er niet voor uit (evenmin trouwens als de Russen voor Chroesjtsjows opvoedbaarheid), maar Nixon zal toch wel het een en ander in Rusland zijn opgevallen dat hij nog niet zo precies wist. Bijvoorbeeld dat de Russen geen slaven zijn, althans zich niet als slaven voelen; dat Chroesjtsjow zich er blijkbaar vrijer op straat kan bewegen dan de F.B.I. zelfs voor Eisenhower in eigen land raadzaam acht. Al deze en nog veel meer observaties moeten toch zekere correcties hebben aangebracht op het beeld dat hij zich van de Russische mens en maatschappij had gemaakt. Zo is het althans gegaan met de vele Amerikanen die hem naar Rusland zijn voorgegaan en wier verslagen, bij elkaar, tot een meer realistische, minder door moraal en wishful thinking ingegeven beoordeling van Rusland hebben bijgedragen.
Wat betekent dit allemaal in politieke termen? Dat aan Westelijke kant de hoop op spoedige oplossingen nu definitief is opgegeven; dat Rusland zo sterk is dat het zich helemaal niet gedwongen voelt ook maar enigerlei concessie te doen in Europa; dat daarom een politiek die de hereniging van Duitsland en de zelfstandigheid van de Oosteuropese landen als onderhandelingspunten naar voren schuift gespeend is van alle realiteit; dat de enige onderhandelingspunten die wel enige kans op succes schijnen te bieden die punten zijn waarop Rusland zich wel bedreigd, althans minder sterk dan in Midden-Europa, voelt. Wat dat laatste betreft is het voortdurend terugkomen op het thema van de Amerikaanse bases in het buitenland vrij onthullend. Hun voorsprong op het gebied der raketten heeft de Russen angst voor die bases kennelijk nog niet ontnomen.
Hier valt dus misschien iets te bereiken.
Dat er in Midden-Europa voorlopig niets valt te bereiken betekent niet, dat de zelfstandigheid van de Oosteuropese landen - die automatisch de hereniging van Duitsland met zich zou brengen - niet meer tot de strategische doeleinden van de Westelijke politiek zou moeten behoren. Het zou belachelijk zijn indien het Westen Ruslands aanwezigheid in Oost-Duitsland, Polen en Hongarije als normaal zou gaan beschouwen. Maar dit doel bereiken we niet door er voortdurend over te praten en het bij elke conferentie op tafel te brengen. Dit doel is alleen bereikbaar langs indirecte weg, niet via een eliminatie, maar via een liberalisatie van het communisme in Oost-Europa - een liberalisatie waarvan de grenzen en het tempo telkens door de ontwikkeling in Rusland zelf aangegeven zullen worden, omdat dit land daar nu eenmaal de overheersende machtsfactor is. Vandaar dat het zo belangrijk is dat zoveel mogelijk Russische communisten met de werkelijkheid van de buitenwereld in contact gebracht worden. Dat kan die ontwikkeling in liberale zin slechts bevorderen. De opvoeding heeft dus de taak en de doeleinden van de diplomatie overgenomen.
De doeleinden van de Westelijke politiek zijn daarmee in tijd verder opgeschoven. Want opvoeding-het gambiet waar Amerika thans op is overgegaan - vergt tijd, veel tijd. En dit nu brengt Eisenhower in conflict met Adenauer die, meer dan welke andere Westelijke staatsman ook, gedwongen is op de verandering van de status quo te hameren. De mate waarin de hereniging een kwestie is die de Duitsers metterdaad beroert wordt weleens in twijfel getrokken. Zeker is er veel eerder sprake van onverschilligheid dan van revanchisme, maar die onverschilligheid sluit niet uit, dat de Duitsers zich verraden zullen voelen wanneer hun bondgenoten openlijk hun mythe, waaraan zij zelf tot dusver nogal lauw lippendienst bewijzen, gaan doorprikken. Een mythe gaat pas goed werken op het ogenblik dat zij verraden wordt. De Duitse reactie op een ijskastpolitiek moet dus niet bij voorbaat als overdreven, ongepast of aanmatigend worden beschouwd. Het gaat per slot van rekening om hun eigen land.
Die kwalificaties zouden veeleer passen op eventuele Franse bezwaren tegen een Amerikaanse koersverandering. Dat de Duitsers mee willen spreken wanneer het op beslissingen aankomt waarmee hun eigen land, hun eigen territoor gemoeid is, is begrijpelijk (al behoeft dat niet te betekenen dat zij