are in this beautiful part of Canada where French is spoken, will you permit me a single halting sentence of my Western prairie brand of that language: ‘Je suis très heureux de me retrouver parmi vous au Canada.’ Een nadere toelichting op dit ‘prairie Frans’ verstrekt het berichtje uit Washington dat de president het State Department om een ‘passende formulering’ in het Frans had verzocht, ‘niet langer dan één zin’.
Het State Department, in de eerste versie, stelde voor: ‘Je suis particulièrement heureux...’ De president bekeek het woord ‘particulièrement’ en voelde er niets voor. Het werd geschrapt.
Overigens is vooral het New-York Times lezende publiek al geruime tijd op de hoogte van het feit, dat de president niet alleen zijn eigen soort ‘prairie Frans’ heeft, maar ook op een hoogst persoonlijke manier gebruik maakt van het Engels. De New York Times is er tijdens het bewind van Eisenhower toe overgegaan de presidentiële persconferenties woord voor woord op te nemen, gebruik makend van een correspondent die met een miniatuur bandopname-apparaat is uitgerust. Ik heb soms het vermoeden dat de N.Y. Times, liever dan zelf een vergissing te begaan, het aan de lezer overlaat het ‘prairie Engels’ van de president te ontwarren.
Om een willekeurig voorbeeld aan te halen, op zijn laatste persconferentie gaf de president het volgende antwoord op de zakelijke en korte vraag of hij moeilijkheden ondervond bij het vinden van een plaatsvervanger voor de onlangs aan de dijk gezette Staatssecretaris voor de Handel, Strauss:
‘Well, I'll just say this: That anyone having gone through what Mr. Strauss has gone through stands as sort of an example to someone else, and someone else may take a look. I have not been one of those people that has found any difficulty in getting people to take positions merely because of financial sacrifice. That I have found a great readiness, and I have heard, just, you might say casual comment of the kind you are now discussing, but that's all.’
Dat Hollanders de enigen zijn die het ver gebracht zouden hebben in de kunst van metereologisch converseren berust op een chauvinistisch misverstand. Ik heb nog nooit zoveel mensen met zo'n regelmaat horen kankeren op het weer als hier in Evanston, Illinois. Ik moet toegeven dat, ofschoon het hier in vergelijking met Holland zelden regent, de temperatuurswisselingen inderdaad opzienbarend zijn. Veranderingen van koel tot tropisch zijn aan de orde van de dag. De dag nadat ik op een strandje aan Lake Michigan kras was verbrand viel de temperatuur 25 graden Fahrenheit. Zoiets maakt goede conversatie. Eigenlijk is iedere Amerikaan min of meer gewend aan zulke temperatuursveranderingen, al was het alleen maar omdat de meeste kantoren en winkels ‘air-conditioning’ hebben, die de lokalen op hete dagen op koele temperaturen houdt. Maar ‘air-conditioning’, natuurlijk, is gewoon, en de natuur is ongewoon.
De heer Arthur E. Summerfield, U.S. Postmaster General, is in bepaalde kringen een bijzonder ongeliefd mens, zoals het volgende coupletje uit ‘The Reporter’ aanduidt: