Zijn onze arbeiders ‘liberal’?
Maar dit alles is slechts één lang terzijde. Waar het nu om te doen is, is het weer eens door Riesman in herinnering gebrachte feit, dat de arbeiders bepaald niet verdraagzamer of meer internationaal-voelend zijn dan de ‘hogere’ standen. Het was in de arbeiderswijken van Detroit en Cicero (beide steden in het zg. liberalere noorden van de Verenigde Staten) dat, in 1943 en een paar jaar geleden, de ernstige relletjes tegen de negers plaatsvonden. Het zijn de mijnwerkers van Engeland die geprotesteerd hebben tegen tewerkstelling van Italianen en Hongaren. Het was in de arbeiderswijken van de Zwitserse steden dat de hoogste percentages tegen het vrouwenkiesrecht vielen. Het waren niet de arbeiders, maar de studenten van Warschau die protesteerden tegen het verbod van Po Prostu. Enz., enz.
Niet dat ik dit die arbeiders kwalijk neem of kwalijker dan iemand anders die onverdraagzaam of dom is. Per slot van rekening waren het de Amsterdamse arbeiders die in februari '41 staakten uit protest tegen de Jodenvervolging. Men kan dus niet generaliseren. Maar daarom juist heb ik bezwaar tegen de mythe die de arbeider als zoveel verdraagzamer, zoveel ruimer denkend, zoveel vrijzinniger voorstelt dan de niet-arbeider. De niet-arbeider heeft, bij al zijn eventuele onverdraagzaamheid, niet het voordeel van zo'n mythe. Ik heb bezwaar tegen het feit, dat het bijna als onwelvoeglijk wordt beschouwd iets ten nadele van de arbeider te zeggen. Het schuldcomplex van de bezittende klassen - waar misschien reden voor was - werkt nog na. De niet-arbeiders zijn psychisch in de verdediging. Zij voelen zich gedwongen althans lippendienst te bewijzen aan de arbeider. De socialisten hebben hier het grote voordeel, dat de bevolkingsgroep die zij - en met zeker recht - zeggen bij uitstek te vertegenwoordigen vrijwel sacrosant is. Zolang de onderwijsmogelijkheden voor die bevolkingsgroep niet groter zijn dan zij zijn, kan de tegenstrijdigheid die opgesloten ligt in het feit dat de vertegenwoordigers (de arbeiderspartij) idealistischer, verdraagzamer, minder onverschillig jegens de burgerlijke vrijheden, kortom meer liberal zijn dan zij die zij vertegenwoordigen (de arbeiders), slechts door de creatie van die mythe opgelost worden.
Het geven van meer voorlichting aan een massa die niet genoeg onderwijs heeft genoten om rationele onderscheidingen te kunnen maken, kan tot averechtse effecten leiden.
Riesman zegt in hetzelfde artikel:
‘... it may not always be wise to try to bring into the political arena on foreign policy those strata which are presently apathetic. For example, should one seek to reach the politically uninvolved with a campaign against nuclear fallout, this might have boomerang consequences: far from building a “mass base” for a less precarious foreign policy, the result might be to create such impatience with the Communist enemy and with the unstructured and hence inendurable world situation as to enhance sentiment for an end to ambiguity even at the risk of a “preventive”, suicidal war.’
Zo zouden, naar Riesman vreest, de Amerikaanse massa's reageren indien ze beter voorgelicht zouden worden op een bepaald gebied. De Nederlandse massa's zouden waarschijnlijk anders reageren, maar met niet minder suicidal effect. Overigens bestaan die massa's die waarschijnlijk aldus zouden reageren, niet alleen uit arbeiders. Want de arbeiders hebben niet het monopolie van irrationalisme, net zomin als het monopolie van liberalism.