derdeel van het Holland Festival voorstellingen geeft, hoort tot de categorie stukken waarvan de laatste acte teleurstelt. De drie eerste bedrijven, waarin Eurydice, Orphée en hun ten dode opgeschreven liefde de hoofdrol spelen, zijn ontroerend en bewonderenswaardig. Het stuk begint in de restauratie van een klein Frans station, waar de terrasviolist Orphée met zijn vader en Eurydice met een door de provincie trekkend toneelgroepje, op hun treinaansluiting wachten. In de omgeving van bedorven mensen bloeit de idyllische liefde tussen de twee op, met als hoogtepunt de slotscène van het eerste bedrijf waarin zij elkaar hun welluidende namen bekend maken.
In het tweede bedrijf, dat zich in een hotelkamer afspeelt, beginnen de ontbindende krachten hun werk. Orphée vertelt Eurydice dat zij in haar droom ‘C'est difficile’ gezegd heeft. Dit zinnetje komt in de volgende scènes, telkens met wat meer nadruk en wanhoop, vaak terug. Het is moeilijk een zuivere liefde intact te houden; het is moeilijk de woorden te vermijden die ruzies en wantrouwen scheppen. Het is niet alleen moeilijk, het is onmogelijk. Eurydice krijgt, wanneer Orphée even weg is, een brief in handen gestopt waaruit blijkt dat de leider van haar toneeltroep haar op het spooor is. Zij heeft even daarvoor van Orphée gehoord dat geen mens kan ontkomen aan de woorden en de mensen die hij in het verleden gezegd en gezien heeft. Zij gelooft daarna niet meer in de houdbaarheid van hun geluk. Zij schaamt zich en zij vlucht. Aan het slot van dit bedrijf komt het bericht dat zij gedood is bij een autobotsing.
In het derde bedrijf ziet Orphée 's nachts in de stationsrestauratie zijn dode Eurydice weer, dank zij de bemiddeling van een geheimzinnige Monsieur Henri die als vertegenwoordiger van de dood fungeert. Hij mag haar niet aankijken voordat het buiten licht wordt. Hij doet het toch, uit wantrouwen over wat zij zegt van haar verhouding tot de regisseur van de toneelgroep, en bederft daardoor haar kans op herleving.
In de slotacte ligt Orphée weer op het bed in de hotelkamer, in gezelschap van zijn vader die hem voor het leven, en van Monsieur Henri die hem voor de dood probeert te winnen. Hij kiest de dood, komt daarna terug in de kamer en omhelst de ondertussen ook weer op het toneel verschenen Eurydice. Het stuk eindigt met het wakker worden van de vader van Orphée. Hij ziet de schimmen niet, maar hij hoort van Monsieur Henri: ‘Orphée est avec Eurydice, enfin!’
De zuiverheid die niet tegen het bevuilende leven op kan: het is een gegeven dat in veel stukken van Anouilh terugkomt. Het is een conflict waarvoor geen oplossing bestaat. In de eerste drie delen van het stuk is de liefde van Orphée en Eurydice de inzet van het drama. Zij verliezen het gevecht om het behoud van de zuiverheid, niet alleen omdat hun omgeving tegenwerkt maar ook omdat zij zichzelf niet van hun wantrouwen, angst en verleden los kunnen maken. Het is een drama dat zich voltrekt onder de levenden, met de dood als dreiging op de achtergrond. Wat het derde bedrijf tragisch moet maken en ook maakt is het besef dat de dood geen oplossing biedt, dat er buiten het leven geen zuiverheid bestaat, maar dat binnen het leven de zuiverheid geen stand houdt.
Maar in het vierde bedrijf wordt plotseling uitgemaakt dat de dood wèl een oplossing voor het probleem vormt, dat Orphée en Eurydice elkaar en hun zuiverheid kunnen vinden in het dodenrijk. Dan krijgt dat rijk ook veel te uitgesproken vormen, met het Noël Coward-achtige effect van levenden die geen doden en doden die wel levenden kunnen zien, iets waarover Anouilh zich in het derde, schemerachtig opgezette en juist daardoor aannemelijke bedrijf nog geen zorgen maakt.
In het laatste bedrijf vindt nog een andere verschuiving plaats die de spanning verstoort. Orphée en Eurydice worden als hoofdfiguren vervangen door Orphée's vader en Monsieur Henri. De vader moet Orphée tot een leven zonder Eurydice proberen te bekeren, maar hij is bij voorbaat kansloos omdat hij wordt voorgesteld als een bazelende en daarna snurkende oude man. Het gevecht tussen leven en dood is in dit bedrijf niet tragisch, want Anouilh heeft alle troeven aan Monsieur Henri gegeven.
Het bedrijf vormt ook door de statische vorm die het gekregen heeft, een anti-climax. De vader van Orphée en de vertegenwoordiger van de dood verdedigen allebei in langgerekte betogen hun advies, terwijl Orphée als een blok op het bed blijft liggen. Ik had de laatste drie kwartier het gevoel of ik in een ander, veel saaier stuk verzeild was geraakt, waarin door andere hoofdpersonen een ander probleem werd behandeld.
Het stuk was door Maurice Sarrazin uitstekend geregisseerd. Hij heeft Orphée en Eurydice niet te blank en hemels gemaakt, wat gemakkelijk had gekund, maar waardoor het dunne draadje waarmee zij met de omringende personages verbonden zijn, zou zijn afgeknapt; en hij heeft ook de geheimzinnigheid die bij de grenslijn tussen leven en dood hoort niet uitgebuit voor imponerende theatrale effecten, waardoor de overtuigingskracht van dit ongeloofwaardige verhaal