die het nooit tot een parlementaire democratie hebben gebracht, dus zijn uitgestoten uit de selecte broederschap van landen bij wie het erfgoed van de politieke vrijheid tot nu toe het best bewaard is gebleven.
En dan de bewering dat Frankrijk, volgens U het klassieke land van de vrijheid, bijna nooit de vrijheid heeft gekend. Wordt hiermee bedoeld dat nergens ter wereld, vanaf Montesquieu, via Benjamin Constant en Tocqueville, tot in onze tijd Elie Halévy en ook wel zijn leerling Raymond Aron, genialer en intenser over de vrijheid is gedacht dan in dit land dat in feite bijna steeds geknecht is geweest? Als U, wat U toch overigens doet, het woord vrijheid uitsluitend in zijn relatieve en evoluerende betekenis opvat, dan is die paradox zelfs als polemische stelling te weinig gedekt door een historische werkelijkheid om enig hout te snijden.
Maar toegegeven, dit zijn niet meer dan bijkomstige bezwaren die de historicus in mij echter niet kan nalaten even op te werpen. Maar wat dan heb ik volgens U misdaan? Toch niet dat ik mij bezorgd heb getoond om de communistische pretenties; toch niet dat ik soms de drift in mij voel om de westerse wereld te waarschuwen voor de expansieve en onverdraagzame trekken van verschillende moderne Aziatische staten. Dat mag allemaal, ook van U. Ik op mijn beurt wil dan graag toegeven dat onze waarden als vrijheid en democratie niet meer zijn dan een blanco pagina, een leeg strand, waarop men vervoerend of vervelend leven kan. Reden te meer echter, voor mij, om te trachten op die blanco pagina iets te schrijven, op dat lege strand een beeld te maken, al was het maar uit zand. Reden te meer, omdat een vervelend leven dodelijk is op den duur voor diezelfde zaken die “misschien alles zijn voor wie ze mist”. Geen beschaving, geen volk kan het zich veroorloven om zich te vervelen bij zijn eigen waarden - die wet, Gomperts, vindt ge al, met het nuchtere meesterschap dat hem kenmerkt, bij De Tocqueville uiteengezet.
U beroept zich op het pessimisme van Pascal, op de lange traditie in de Europese geschiedenis (die ik over het hoofd zou hebben gezien) van vermoeidheid, angst en walging - ik houd staande dat zodra hele bevolkingsgroepen door dat pessimisme, die angst en walging worden aangetast, of vooral: onder de illusie raken dat zij het zijn, er een situatie ontstaat die gevaar oplevert voor de cultuur in dat deel van de wereld dat aan zijn vermeende wanhoop gaat lijden, in dit geval dus voor de westerse cultuur. Het is met angst, wanhoop en walging als met het heroïsme dat door de fascisten werd gepredikt: men kan het bestaan er van niet ontkennen, maar men kan het niet populariseren zonder het tot een leugen te maken, of, erger nog, zou ik in dit verband willen zeggen, tot een sociaal gif. Geen volk heeft zich in de afgelopen decenniën meer opengesteld voor de moderne angst-, wanhoops- en walgingssuggesties dan het Franse (vandaar de diepe teleurstelling van brave Hollandse en Amerikaanse toeristen die zich nooit hebben kunnen vrijmaken van de dagdroom dat die “frivole en elegante” achttiende eeuw in Frankrijk nog altijd voortleeft.) Men kan zich dat niet scherp genoeg voor ogen houden als men iets wil begrijpen van de jongste Franse geschiedenis.
*
En tenslotte heeft de angst Pascal, het nihilisme Nietzsche, en het cynisme Stendhal niet belet om, ieder op zijn manier, te schrijven, en veel te schrijven, op het lege strand van de cultuur waarop zij leefden. Waarom mag ik, Geyl, die een heel andere verantwoordelijkheid heb, niet in de eerste plaats een individuele, maar meer een sociale, mij niet te weer stellen tegen een tendens die ik schadelijk acht voor de levensvatbaarheid van diezelfde waarden waar ook U toch zo veel om geeft? U kunt wel zeggen dat de angst en de levensafkeer in de wortels van onze beschaving te vinden zijn, maar ook met die giftige sappen is onze boom uiteindelijk geworden tot wat hij nu is - een klein krengetje of een armetierig geval volgens sommigen, terwijl hij voor anderen, zoals ik, toch al aardig uit de kluiten is gewassen - en hij is dat geworden omdat de vitaliteit tot nu toe altijd sterker is geweest dan de angst en de levensafkeer, niet in het minst ook bij Stendhal en Nietzsche, en zelfs bij Pascal.
En ik zou die boom niet een westerse boom mogen noemen, ook al groeit hij dan volgens U ook in Azië en Afrika? Het kan zijn dat dat zo is, en ik vind in ieder geval de stelligheid van uw bewering al een verheugend feit, want wat een rotsvast vertrouwen spreekt daaruit in.. de vitaliteit van de westerse beschaving, en welk een vertrouwen in het blijkbaar, hoe dan ook, schitterende succes van onze vermaledijde kolonisatie-periode! Onze pacifisten zouden het tot zich door moeten laten dringen dat tot nu toe niets hun ideaal van het “One World” dichterbij heeft gebracht dan die ellendige Europese kolonisatiedrang. En inderdaad, U staat niet alleen met uw visie. Eén dag na het verschijnen van het Hollands Weekblad nr. 2, kondigde André Malraux op het Parthenon te Athene aan dat “la première civilisation mondiale a commencé”, en hij concludeerde vervolgens merkwaardig genoeg ook al tot het