‘Dolle Hans.’
Fabricius heeft met zijn drama ‘Dolle Hans’ iets gewrocht, wat menigeen in 't geheugen en in de ziel zal blijven.
Wat een goed uitgewerkt stuk leven heeft hij gegeven en hij heeft, waar ik zoo blij mee ben, den Indo hoog gehouden, want hoe dikwijls, en hoe ten onrechte, wordt de ‘sinjo’ veroordeeld!
Zeker, er zijn nare sujetten daaronder, maar zijn die niet even goed onder ons, Hollanders, en inwoners onder alle rassen? Waarom moet er altijd verachtelijk worden gesproken over den Indo? Dolle Hans zelf zegt: ‘met dat woord “sinjo” hoont men onze afkomst, beleedigt men onze moeder.’
Dolle Hans, nog op de Academie te Breda zijnde, heeft Jolanthe lief gehad: deze echter is later met een Controleur B.B. Does getrouwd.
In Indië echter ontmoetten zij elkander weder en komt Hans veel in huis bij Jolanthe, wiens man zijn vrind is.
Hans houdt steeds heel veel van Jolanthe maar altijd is hij correct gebleven, nooit heeft hij de gevoelens, die hij voor haar koesterde, laten blijken. Is dàt niet prachtig en getuigt dat niet van wilskracht? Zouden de Hollanders ook allen zoo doen?
Nu komt er een quaestie (Bestuurs), waarin Jolanthe haar man veel flinker had willen zien handelen en ziet nu 't onderscheid tusschen hem en Hans; de eerste weifelend en de laatste uit één stuk, rechtvaardig en met grooten durf. Nu volgt er een strijd in haar binnenste (Marie Holtrop speelt dat heel goed).
De schoonvader van Jolanthe is de z.g. ‘pigmentvreter’, hij kan geen Indo uitstaan, om de indolentie, die hij met den Inlander gemeen heeft, beweert hij. Eerst tergt hij Hans op allerhande wijze en zegt dan weer het woord ‘sinjo’. Dan beticht hij hem, dat hij Jolanthe het hof maakt, het punt, waarop hij zich juist altijd zoo correct had gehouden, en dan wordt 't hem te machtig en vliegt hij den majoor naar de keel en wil hem wurgen. Als een leeuw valt hij op hem af en nu weet hij dat hij met deze daad den kogel verdient.
In de gevangenis komt zoo'n aandoenlijke scène, als hij een gesprek heeft met zijn vrind en al de gebeurtenissen van vroeger uit de Militaire Academie ophaalt. Het kost