De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lentewind De wieken zwaaien met zoemend gerucht, Ze werpen schuwe-schaduw op den grond, En al maar, al maar gaan ze vlugger rond, En altijd sneller wordt hun luide vlucht. Hoog drijven door de ijle blauwe lucht De teere‿en forsche wolken, blank en blond. Snel zeilen zij naar verren horizont, Als waren ze voor fellen wind beducht. [pagina 757] [p. 757] Zoo jaagt de Lentewind meedoogenloos Of hij in 't wilde spel genoegen vindt. En of hij niet wist van het leven broos, Het teere dat elk in de Lente mint. - - - - - - - - - - - - - - Hij weet alleen van d' oude profecij, Dat 't stormen moet in 't schoone Lentetij. JOHAN VAN GALEN LAST. Vorige Volgende