De Hollandsche Lelie. Jaargang 29
(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdSocialistische Arrivisten,
| |
[pagina 728]
| |
van mr. Troelstra de S.D.A.P. stichten, of de burger-pers was dáárvoor plotseling een en al belangstelling. Het ontbrak zelfs niet aan burgerlijk applaus toen Het Volk werd opgericht - zelf stroomde er burgerlijke subsidie toe - - - - - - - - - - - Van toen af aan, verheugde ‘de’ socialistische bewegingGa naar voetnoot*) zich in de gestadige belangstelling van de pers-organen der ‘bourgeoisie,’ die al haar best deden haar leiders belangwekkend te maken in de oogen van het domme volk, van hun redevoeringen uitgebreide verslagen opnamen, kortom, met alle haar ten dienste staande middelen poogden hun persoonlijkheden te populariseeren. Het is der burgerpers gelukt, de socialistische leiders te verhoffähigen; zij is het feitelijk, die hen gebracht heeft tot de hoogte, waarop zij thans staan! Politici met doorzicht zagen al spoedig in de S.D.A.P. de partij, die, door de arbeiders te lokken op den weg der parlementaire politiek, de dam zou wezen tegen de revolutie, en in haar leiders, - meerendeels pientere burgerjongens, arme advocaten, studenten, enz. - mannen, geschikt voor de taak het volk te brengen op kalmer wegen, niet ongevoelig voor eer en roem, baantjes en hooge bezoldigingen. En dezen lieten zich de handen knevelen met fluweelen koorden. Zij verrieden de zaak des volks, uit eerzucht en grof eigenbelang. Zij kwamen in de Kamers en in de gemeenteraden, in schijn bestreden door de burgerpartijen, in werkelijkheid echter voortgestuwd door hen. Thans is de S.D.A.P. één der invloedrijkste politieke partijen in ons land, waarmede rekening gehouden moet worden. Oók, waar baantjes te vergeven zijn. De minister kon dan ook, bij de burgemeesters-vacature in Zaandam, al moeielijk anders doen, dan dit baantje geven aan een socialist. Over deze eersten ‘rooden’ burgemeester is heel wat te doen geweest. Alweer was het de burger-pers, die de benoeming van den heer K. ter Laan opblies tot een feit van aardschokkend gewicht, doch eenstemmig verklaarde, dat zij een daad was van ‘politieke rechtvaardigheid.’ Eensklaps is de pers heel nobel en eerlijk geworden en stelt zij zich aan, alsof zij zich heusch bekommert om ‘politieke rechtvaardigheid’! Dezelfde pers, die koloniale rooftochten verdedigt, toejuicht en aanmoedigt, die om krachtig militair ingrijpen schreeuwt bij stakingen, die dag in dag uit de waarheid doodzwijgt of verdraait, - die leugenpers spreekt nu van politieke rechtvaardigheid.... Als de vos de passie preekt!.... Intusschen, ook mij verheugt de benoeming van dezen rooden propagandist eenigermate, omdat zij weer materiaal in overvloed levert om te bewijzen, dat de kiezers bedrogen worden, als er in volksvergaderingen gesproken wordt over heil des volks. Jaren en jaren achtereen werd hun voorgespiegeld door hun roode leiders een land van belofte en welbehagen, indien slechts de socialisten aan het bewind zouden komen. Het binnendringen in de regeeringslichamen, door socialisten, zoo heette het telkens, zou langzaam aan een einde maken aan het burgerlijk regiem, aan de uitzuigerij door de kapitalisten, aan de ellende van het volk. Het binnendringen van het regeer-kasteel, het veroveren van de politieke macht, enz. enz. door het volk - lees: door de leiders! - zou eindelijk een maatschappij brengen van sociale rechtvaardigheid. Reeds nu zijn we in staat die frazenmakerij te toetsen aan de werkelijkheid. De heer Ter Laan is ‘het regeerkasteel binnengedrongen’ (geijkte fraze in den mond van roode propagandisten) - en....? Wat was zijn eerste daad voor het heil des volks? Het éérste wat hij deed te Zaandam, was een zijner langademige redevoeringen afdraaien, waarin hij verklaarde dat er niets bizonders zou gebeuren te Zaandam, dat men niets mocht verwachten dat op socialisme leek, dat alles bij het oude zou blijven. Want, nietwaar, we leven nu eenmaal in 'n kapitalistische maatschappij met burgerlijke wetten.... dus.... - - Zóó praten de roode heeren àlles goed, met 'n beetje roode frazen en wat advocaten-streken komt alles in orde. Maar welk nuchter, verstandig mensch, die zich niet laat opwinden door verkiezingsbeloften, heeft hetgeen de heer Ter Laan verklaarde in zijn rede niet reeds lang vooruit geweten? Er zou niets veranderen - en inderdaad is er ook niets veranderd in onze Maatschappij, zoolang de roode heeren reeds praten in de Kamer, behalve de maatschappelijke positie van eenige handige volksmenners, die ‘gearriveerd’ zijn. Wat de heer Ter Laan wèl kon doen, zeide hij (en dit was hem reeds eenige dagen te voren door Het Volk in den mond gegeven) was | |
[pagina 729]
| |
het handhaven der ‘neutraliteit’ bij konflikten tusschen arbeid en kapitaal! Dat is alles. Daarmee worden de roode arbeiderskiezers naar huis gestuurd; met 'n belofte van burgemeester Ter Laan, dat hij zich ‘neutraal’ zou houden, als zij eventueel in strijd zouden geraken met hun werkgevers! Hij zal dus geen van beide partijen helpen; de kapitalisten niet, maar evenmin zijn ‘kameraden’ van de straat! Dat wil dus zeggen: vechten jullie 't samen maar uit; ik zit hier fijn op 't kussen en bemoei me er niet mee. Ziedaar 'n man, die zijn geheele leven niet anders gedaan heeft, dan het prediken van den klassenstrijd en zijn kiezers heeft aangeraden, zich te sterken in dien strijd tegen de kapitalisten door rood te stemmen! - Nu hebben ze in Zaandam rood gestemd - - - nu zit er 'n kameraad, 'n partijgenoot op 't kussen - - en meneer vertelt dat-i zich neutraal moet houden! Of hij dan ànders zou kunnen, gegeven de maatschappij en staatsinrichting zooals zij zijn? Neen, dat spreekt vanzelf. Maar meneer Ter Laan heeft dat vooruit geweten; hij wist het, toen hij als sociaal-demokratisch propagandist den boer op ging om naar stemmen te hengelen. En alle leiders van de S.D.A.P. wisten het. Zij wisten dat er niets, hoegenaamd niets veranderen zou in de maatschappelijke orde, hoè gunstig de uitslag der verkiezingen voor de S.D.A.P. ook zou uitvallen. - En nochtans hebben ze het volk wijsgemaakt - en daarmee blijven ze voortgaan - dat elke roode verkiezingsoverwinning een stap nader is tot den rooden heilstaat! Zij hebben hun kiezers bedrogen en misleid, om zelf te komen tot eer en macht en goedgesalariëerde baantjes. De heer Ter Laan is thans ook gearriveerd, zoo goed als zoovelen voor hem, maar het volk is geen stap vooruitgekomen. Doch het volk, de stomme massa, is er om bedrogen te worden. Wie dit inziet en beginselen weet te plooien naar eigen belangen, die komt vooruit in de wereld. Bij 's heeren Ter Laan's installatie als burgemeester stond er voor het gemeentehuis te Zaandam een breede massa, om hem toe te juichen. De muziek speelde... het Wilhelmus als ironie op dit feest van huichelarij en bedrog. 's Morgens kon men het uitgebreide verslag van deze plechtigheid in de bladen lezen tot in alle bizonderheden als: ‘de heer Ter Laan arriveerde met den trein van half zeven en droeg zijn Kamerportefeuille nog onder den arm,’ enz., een verslag, voor de liefhebbers om van te smullen tot 't einde toe, maar dat ik met walging ter zijde heb gelegd, omdat 't mij de versregels in de gedachten bracht uit Herwegh's ‘De arme Jacob’: Wie 't volk van 's hemels heerlijkheid
De schoonste dingen logen,
Zij zochten 't aardsche goed om strijd -
Zóó wordt het volk bedrogen!
JOH. G. SCHIPPERUS. |
|