De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Herinnering. O, die eenzame kastanje voor ons oude huis; Als 'k mijn oogen sluit en luister hoor ik nog 't geruisch Van de takken, die zich strekten naar den hemel hoog, En ik zie den vogel, die er uit zijn nestje vloog. En ik hoor het luide zingen, 't blijde levenslied Van de kind'ren, die niet wisten van het groot verdriet. 'k Zie ze spelen juichend, onder d'ouden koelen boom, Zonder iets te voelen van dien wreeden, bangen droom. Dat in kleine, stille kamer, bang te sterven lag Moeder, die, door 't open venster, hen daar spelen zag. O, ik zie weer 't wuiven van die donk're toppen, zacht, Toen de Moeder was gestorven in dien zomernacht. 'k Hoor dan weer 't weemoedig ruischen, als een lied van rouw, Toen zij 't huis werd uitgedragen, zij, die lieve vrouw. O, die eenzame kastanje voor ons oude huis; Moeder, als ik even luister, hoor ik nog 't geruisch. JOHAN VAN GALEN LAST. Vorige Volgende