dik blazen als die os... en hij barstte; dus die kleinvoelerij van U, grrrooten heer Servaas v. Rooyen, is een heilzame douche.
Hoort... wat de man in zijn benauwdheid er uitstoot: hij heeft het over de wetenschap der Onzienlijke Wereld; dat is.... mijn wetenschap, en hij schijnt die uitdrukking zoo prachtig te vinden, dat hij het driemaal herhaalt, de wetenschap der Onzienlijke Wereld is de wetenschap van eene mevr. H.H. of van een mijnheer P.Q. of van eene mejuffrouw N.N., de naam doet hier niets ter zake.
Help menschen, help, de man ziet al bloed. -
Ik wette mijn wapen nooit met spot, maar de kwajongens-spotternijen van den heer Servaas v. Rooyen kunnen niet anders behandeld worden.
Ik ga niet meer op een letter schrijvens van genoemden heer in. Is zijn gal nog niet op, dan mag hij gerust het laatste woord hebben.
Hoogachtend
Uwe dw.
S. Hoogendijk-Hesse.