Ons dunkt, wij hadden oneindig veel meer van hem verwacht.
Ons stellende op het Roomsche standpunt, dat het wettische, en niet dat van de vrijheid is, hadden wij van dezen Paus het groote woord tot al zijne geloovigen verwacht: ‘De wapens neer!’
De wapens neer op straffe van tijdelijke en eeuwige verbeuring der Kerkelijke genadegaven.
Als de Paus dit woord had gesproken, ja, als hij het heden nòg spreken wilde, zou de oorlogsmachine eensklaps stilstaan.
Dit hadden wij van hem verwacht en zoolang de Paus zich met dien hoogen titel tooit, zal hij op gevaar af van alleen te komen staan, dat woord moeten spreken.
Christus ging ook alleen zijn weg.
Christus koos Golgotha boven de koninkrijken dezer wereld, de gunst van gekroonde hoofden.
Is de Paus in dit opzicht ook Stedehouder van Christus?
J.B.TH. HUGENHOLTZ.
Vledder, Kerstmis 1915.
Wat echter is hier de wonde plek, die het den Paus onmogelijk maakt de hem toebedeelde rol van ‘Stedehouder van Christus’ te vervullen zooals het behoort? Dit, dat het zaakje, dat de R.K. Kerk zoo ontzettend handig wist te maken uit het door Christus gepredikte Christendom, te niet zou gaan, indien werkelijk een Paus den moed had om, gerugsteund door de R.K. geestelijkheid, Christus en Diens onvervalschte leer te stellen boven de R.K. Kerk.
Waarom bloeit het ‘zaakje’ der R.K. Kerk zoo magnifique? Omdat er geen geestelijken ter wereld zoo handig zijn als de R.K. geestelijken, waar het geldt uit de domheid en goedgeloovigheid van de massa op te bouwen een prachtgebouw (in figuurlijken zin) van macht en eer en rijkdom en invloed. Dat gebouw echter zou ineenzinken van af het moment waarop de R.K. Kerk waarachtig handelde naar de voorschriften van den stichter van den Christelijken godsdienst.
De Protestanten zijn verdeeld in tallooze elkaar opetende en hatende en vervolgende onderafdeelingen, van kerkgenootschappen, vrije-gemeenten, enz. Toch noemen ook zij zich allen naar Christus, en toch is het ook bij hen slechts schijn, geen wezen. De R.K. Kerk echter heeft hare kudde onder één hoofd vereenigd. En dat is uit een wereldsch oogpunt veel taktvoller, slimmer, voordeeliger. Maar uit een christelijk, een waarachtig christelijk oogpunt, heeft dit hoofd, deze ‘Stedehouder van Christus’ niets gemeen met den vriend der armen, die het evangelie der verlossing predikte als stichter van een nieuwe wereld. Hij, naar Wien de Paus zich noemt, zal waarschijnlijk, als er een oordeel is hiernamaals, tot hem en al zijn voorgangers op den pauselijken stoel zeggen: ‘Wat heb Ik met U te doen? Ga heen ik heb U nooit gekend’.
Want, Christus en Calvijn, Christus en Kuyper, Christus en de verschillende Pausen, alle eeuwen door, ik vráág U, kunt gij U grooter tegenstellingen denken?
Ik niet....
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.