landers’, genre ‘Louis’ Couperus, hooren in zóó'n oord als dit hôtel thuis! Hadden ze ook maar een greintje in zich van die èchte vaderlandsliefde, waardoor de Duitschers, de Schotten, de Zwitsers, zich kenmerken, zij zouden aan dergelijke malligheden als bovenstaande een einde maken, door dit hôtel met zijn ‘evening dress desired’ te boycotten. Maar, in plaats daarvan, brallen ze van wat ben je over hun zóógenaamd patriotisme, en weten nog niet eens, dat niets kinderachtiger en laffer is dan het zich schamen voor de eigen moedertaal!
En nu behoeft niemand me straks te komen vertellen, dat ik-ook 't woord ‘boycotten’ immers gebruik, en ik-ook wel eens gezien ben of nog te zien zal zijn in 't hôtel Centraal. Want, ik geef me niet uit voor een ‘vaderlandslievend’ mensch. Och heere né! Ik doe precies wat ik wil op dezen gekken aardbodem, dus... gebruik ik óók de woorden die mij te pas komen, en ga zitten op de plaatsen, waar ik lust heb te gaan zitten. Maar ik veracht een natie, die prat doet op hare ‘zelfstandigheid’ en haar ‘nationaal bewustzijn’, en met dat al niets voornamers en oorspronkelijkers kan bedenken dan naäperij van 't buitenland (zie de bovenstaande advertentie) en die Engelsche en Fransche zinnetjes gebruikt, en uitgeleefde zenuwzieke artisten bewondert, die op hun vijftigste jaar de reclamemakerij zoeken in mooie sokjes en dasjes, en 't beschimpen van de frìssche mooie morgenuren, om eerst op dreef te geraken in de atmospheer van onnatuur en onwaarheid, genaamd het wereldsche avond-uitgaan.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.