Des Zondags ging mijn makker meestal naar Willow-Springs, maar ik gebruikte dien dag om van de rust te genieten. Wanneer ik dan zoo alleen zat in de nabijheid van de tent, zag ik allerlei vogels en andere dieren, vooral hazen. Een enkele keer zag ik een coyote, op een paar voet afstand van mij, heel kalm voorbijwandelen. Dit komt zelden voor, want een coyote is een zeer schuchter dier. Ik verdiende op die plaats $2. - per dag met vrije kost; dus na 43 dagen ontving ik $86. - als loon voor mijnen arbeid uitbetaald.
In Los Angeles teruggekeerd, nam ik een biljet via San Pedro naar San Francisco.
Van deze plaats stapte ik over op de stoomboot Korea, die me naar Honoloeloe bracht.
Honoloeloe is op het eiland Oahoe gelegen. Oahoe is één van de eilanden, die tot den groep der Hawaii-eilanden behoort. De Hawaii-eilanden zijn eene bezitting van de Vereenigde Staten. Onder de bevolking van de Hawaii-eilanden vinden wij 26110 Kanaken, 12506 kleurlingen, 28533 blanken, 21670 Chineezen en 79670 Japanners. Onder de blanke bevolking telt men 22700 Portugeezen, 3090 Amerikanen, 1730 Britten, 1432 Duitschers. Er zijn behalve dezen nog tal van andere natiën in de Hawaii-eilanden vertegenwoordigd.
De hoofdstad Honoloeloe telt ruim 40000 inwoners. De hoofdartikelen van uitvoer zijn suiker, rijst, koffie, bananen ananassen en andere tropische vruchten. Honoloeloe is het centrum van het toeristenverkeer in den Grooten Oceaan en tegelijkertijd een kolenstation. Er is een geregelde stoombootdienst tusschen San Francisco en Honoloeloe. Verder houden de stoombooten, die een geregelden dienst op Japan, China en de Philippijnen onderhouden, in Honoloeloe van 12 tot 24 uur stil. Er is nu ook een geregelde dienst tusschen Seatte (Washington), Honoloeloe en Salina Cruz (Mexico).
De ‘Royal Mail’ booten van Vancouver (Britsch-Columbia) naar Sydney (Australië) varende, gaan Honoloeloe niet voorbij.
Ook kan men van San Francisco via Honoloeloe naar Samoa stoomen.
Militaire transportschepen, varende tusschen San Francisco en de Philippijnen, doen Honoloeloe aan.
De stoomschepen van de ‘Toyo Kisen Kaisha’ (eene Japansche stoombootmaatschappij) naar San Francisco, Mexico en Zuid-Amerika stoomende, doen Honoloeloe eveneens aan. In de haven van Honoloeloe ziet men visschersschuitjes behoorende tot Kanaka's, Japanners en Chineezen. Kanaka's noemt men de inboorlingen van de Hawaiï-eilanden. Zelfs was er een visscher van het eiland Goeam. Dit is een klein eiland, dat halverwege tusschen Honoloeloe en Manila (Philippijnen) ligt. Deze visscher nu had eene groote familie, geld en ander eigendom behalve een visschersschuitje bezat hij niet. Hij leefde met zijne familie van vruchten en een weinig visch. Toch zagen al die Goeameesjes er gezond uit. ‘Hoe talrijk mijne familie ook is, toch is er nog ruimte en voeding voor één meer’, zoo sprak deze visscher van Goeam en noodigde mij uit in zijn huis te komen en aan den eenvoudigen maaltijd deel te nemen. Deze man had van het christendom nimmer gehoord en toch was hij christelijker dan alle christelijke natiën samen.
Ik bezat destijds nog een dollar. Een dollar in Honoloeloe kan iemand ver brengen, vooral, wanneer men zich met rijst, vruchten en brood tevreden stelt. Voor 5 cent kan men twee dozijn bananen koopen. Voeg daaraan toe een papaia en men heeft voldoende voor den geheelen dag. Of men verandert van dieet en gaat naar eene Chineesche restauratie, waar men voor 5 cent een groot bord met rijst verkrijgt. Meestal ging ik op het strand slapen. Het gekabbel der golven wiegelde hij in slaap.
Honoloeloe is schilderachtig gelegen. Aan den eenen kant van Honoloeloe zijn de haven en de zee, en aan den tegenovergestelden kant liggen de bergen. Tusschen de bergen en de zee nu ligt Honoloeloe.
Een bekende heuvel is de ‘Punchbowl’. Ieder toerist moet dezen heuvel bestijgen, om van de top het oog te laten glijden op de stad Honoloeloe, die als het ware in een park gehuld is, waarboven men hier en daar een huis verrijzen ziet.
Er is dan ook bijna geen huis in Honoloeloe, behalve in het centrum der stad, dat niet zeer uitgestrekt is, of het is van tuin en boomen omringd.
Van den ‘Punchbowl’ ziet men over de tuinstad heen de schepen in de haven liggen. Vanuit de verte beschouwd, ziet men met genoegen naar die schepen. Alles ziet er op zulk een afstand zoo klein, maar tevens zoo aantrekkelijk uit, alsof men dat geheele landschap in zijne hand zou kunnen grijpen en men met de scheepjes als kinderen met speeltuig zou kunnen gaan spelen.
(Wordt vervolgd).