II.
Mijnheer Servaas v. Rooyen, is het slecht lezen, of is het onwil, waardoor U zoo'n scheef en verkeerd antwoord geeft op mijn tegenbeschouwingen (H.L. 3 Nov. '15), uitgelokt door Uw stukje over Geen Geestverschijningen (H.L. 6 Oct.) Eerstens is Uw toon ongepast, waar het een belangrijk onderwerp geldt, besproken tusschen twee ernstige menschen. Ik schuif dit echter op rekening van het geminachte Spiritisme, een vast verschijnsel bij de tegenpartij, om steeds de voorstanders er van bespottelijk te maken.
Zij denken dat ze daarmede de geheele zielkundige nieuwe wetenschap doodgedrukt hebben.
Bewijs van uw geheel verkeerd antwoord. U zegt (H.L. 14-'15): ‘Ik geloof niet aan spoken.’
Ik antwoord: ‘dat U niet aan spoken gelooft, is volstrekt geen reden dat ze er niet zijn.’
Uw antwoord hierop is (wat 'n toon!): ‘dan moet ik in de eerste plaats aan spoken gelooven, omdat anderen er ook aan gelooven.’
Uw redeneering is bezijden alle logica.
Door dit antwoord bewijst u, dat u niet zuiver kan denken, of is 't maar een grapje?
Aan grapjes hebben de Lezers van de Holl. Lelie niet veel, waar zoo'n gewichtig onderwerp op het tapijt komt als: het Spiritisme.
Bewijs II.
U zegt in ‘Stof en Geest’: ‘zij noemt het Spiritisme zotteklap.’
Dit is erger dan scheef en verkeerd antwoorden, dit is een vierkante leugen.
Ik schreef: want (als men verder van het onderwerp niets afweet) het bijwonen van seances of het lezen van de verslagen maakt zoo'n indruk van zotteklap.
Let wel.... als men anders niet van het onderwerp afweet, dus..., als de man bij den kwakzalver. 'k Ben bang mijnh. S.v.R. dat U deze redeneering heelemaal niet volgen kunt of.... wil, gegeven het vorige.
Nu krijg ik een steentje naar mijn hoofd: n.m. dit: ‘Als Mevr. H.H. meent alleen de waarheid te hebben gevonden.’
Dit steentje wordt steeds uitgemikt als een tegenpartij geen redeneering tegen redeneering kan zetten, dus schaakmat is gezet.
Van steentjes gooien neem ik geen notitie.
Wij moeten trachten waar te zijn, eerlijk te oordeelen, zuivere gevolgtrekkingen te maken, U, ik en een ander, maar niet elkander met flauwe schimpscheutjes trachten beentje te lichten.
Neen, ik houd niet van U als partner.
Wel, als U redeneering tegen redeneering zet, maar als U met zoo'n versleten frasetje mijne redeneeringen wilt bestrijden, neen dat gaat niet.
Wil ik U eens wat zeggen? Als U over geestverschijningen en Geest gaat schrijven, dan is 't allereerst noodig dat U gaat studeeren, in elk geval met groote aandacht de boeken ter hand neemt, waarin de wetenschap van de ziel, van den geesi, van de Psyché behandeld wordt.
Evenals U de boeken over scheikunde ter hand neemt, als U wat van scheikunde wilt weten.
Van dierkunde als U wat van de dieren, hun leven en gewoonten enz. wilt weten. Aan te bevelen is: 1 Humbug en Ernst van A.J. Riko, hierin vindt U het begin der Spiritische beweging en hierin wordt een zuiveringsmethode toegepast, wel hoog noodig, want de grappenmakers schateren het uit als ze van ziel- of spiritueele dingen hooren en zeggen: ‘O ja, de ouwe tante van mijn kindermeid, die wist er al alles van!’
2 Een Nieuw Veld voor Wetenschap van A.R. Wallace, William Crookes en C.F. Varley, leden der Kon. Academie v. Wetenschappen
Met een groet:
Arnhem.
S, Hoogendijk-Hesse.