De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Mist. De trage mist glijdt aan over de paden Waar droomerig de stille boomen staan, Die van het kille vocht nu druipen gaan, En zacht zich hullen in de dichte waden. En door de sluiers van die nevelwaden, Zie ik omhoog wat flonkersterren staan, Die stil, lijk bloemen schijnen oop' te gaan, En langs den hemel schieten glinsterdraden. De menschen lijken stil voorbij te glijden. Onhoorbaar gaan zij als schuwe schaduwen, Soms even wordt verstoord de loome rust. Door verre trein, die fluit onder het rijden. Heel flauwtjes zie 'k de lichten geluwen, Dan zinkt weer d' aarde weg in doffe rust. JOHAN VAN GALEN LAST. Vorige Volgende