kan niét liefderijk toevluchtsoord, máár de Zeis heeten. De naam moet met de bedrijfsbeteekenis gelijk staan.
Een andere burgerman kan (als dáàraan dan tóch zoo'n behoefte is), óók wel een derde van de asyl-affaire overnemen en in een ander steegje óók eene gas-stik-machine bezitten en wel in een huisje, waarin men de zwervende honden en katten zal kunnen brengen.
De man kan de vondelingen even lang en even kort als dit in 't asyl wordt gedaan in 't leven houden, òòk kan hij ‘gelijk dit in 't asyl gebruikelijk is’ de eigenaars hun verloren dieren ‘tegen betaling van kostgeld’, teruggeven en en passant ‘naar asyl-gewoonte’ nog geld van de vondelingen maken. Wat niet aan den man kan worden gebracht, kán ‘precies zooals dit in 't asyl gebeurt’ daar toch óók wel moedwillig worden afgemaakt.
Denkelijk zal een enkele ‘overgeschoten mooie vondeling’ om financiëel voordeel dan nog wel eens uitstel van executie krijgen!
't Hangt dán, ‘evenals 't dit in 't asyl doet’, aan een zijden draadje of de vondelingen vermoord of verkocht zullen worden of weder in hun eigen huis te land zullen komen!
Dáárom zal zoo'n ontzettend bedrijf geen liefderijk toevluchtsoord, maar 't Zwaard van Damocles kunnen heeten!
De naam moet met de daad gelijk staan!
Dierenvrienden zullen ongetwijfeld 't Zwaard van Damocles dan niét bevolken met hunne vondelingen, omdat ze dan kunnen weten, dat ze de zwervers in gevaar brengen!
Dit bedrijf zal ‘tengevolge van minder bevolking’ minder aan stikgas, dierenvoedsel en water kosten, dan dit in 't asyl kost, maar 't zal door 't minder vondelingen-herbergen ook minder geld ontvangen, dan 't asyl ontvangt voor zwervende honden en katten verkoopen en afmaken.
Wanneer een op straat overreden hond of kat is omgekomen, kan de politie den reininingsdienst direct commandeeren de overblijfselen ervan subiet op te ruimen. 't Zwaard van Damocles zal onder politietoezicht kunnen staan en 't kunnen aannemen de overreden, niét overleden, dieren te herbergen, in geval niemand zich erover zal willen ontfermen, dus, als zoo'n dier mocht leven, kan de politie ‘bij gemis aan dadelijke liefderijke hulp’ 't Zwaard van Damocles ontbieden, zoo spoedig mogelijk te komen halen 't dier, dat door dit bedrijf kan worden gered en tegen betaling van kostgeld kan worden teruggegeven aan den eigenaar, zoo deze mocht komen opdagen. Zoo dit laatste 't geval niet is, dan kan 't dier worden verkocht of afgemaakt, naar dat de bedrijfsbaas geldelijk voordeel daarin zal zien.
De baas zal ‘voor elk op deze wijze in zijn bezit geraakt dier, zoo 't geen voordeel voor hem oplevert’, wel geldelijk pretium tegen tarief van de gemeente kunnen ontvangen. Voor wát moet wát!
Zoo 't Zwaard van Damocles een mager of geen bestaan mocht opleveren, kan dit bedrijf en de Zeis door denzelfden burgerman in een huisje worden waargenomen, altijd, élk weerzinwekkend bedrijf onder zijn eigen devies.
Affreuse baantjes raken 't gemoed volstrekt niet van de uitvoerders, als ze er niét toe gedwongen geworden zijn!
Een ‘iets zachts vrouwachtigs over zich hebbende’ kalme burgerman, die gaarne met dieren is bevriend en er geldelijk voordeel in ziet, kan óók wel een derde van de asyl-affaire overnemen en in eene achteraf buurt hebben eene eenvoudige huiselijk ingerichte bewaarplaats met stookplaats en speelplaatsen waarin de zon kan stralen.
Deze bewaarplaats moet dan zijn om er in te laten huizen honden en katten van op reis gaande, flink betalenden. Geld verzoet den arbeid.
Honden en katten hebben voor tijdelijk verblijf geen behoefte aan eene asyl-inrichting, die op de geheele wereld nergens hare wederga vindt, maar wel behoefte aan goed eten, een lekker nest en een vriendelijk woordje.
De hondenbewaarder zal ervoor moeten zorgen, dat men tegen betaling, schoon, warm en koud water bij hem zal kunnen bekomen, om een dier, ‘voor men 't mede naar huis neemt’, dáár desverkiezende te kunnen reinigen.
Vogels zullen ‘tegen betaling’ dáár dan óók wel kunnen logeeren.
Voorzichtigheidshalve moet men dáár en ‘in alle dierenbewaarplaatsen’ geen dieren om te laten verkoopen en pension geven, want zoo men dit zoude doen, dán kan er wel voor worden gezorgd, dat de dieren, ‘door ze slechte hoedanigheden en kwalen toe te dichten, niét worden verkocht om 't pensiongeld te behouden of te rekken.
Overal geld uit te kloppen is niét ongepermiteerd en wordt zaken doen genoemd.