gekend die kranen waren in het oplossen van sommen, maar die zeer middelmatig waren in denkkracht; daarenboven komt men dikwijls tegen, dat denkende koppen in de onderwijswereld volmondig erkennen: ‘altijd met die gehate sommen in de war te hebben gezeten.’
Wat een gemartel en een gepijnig van de arme hersens der kinderen, bij dien omhaal en kronkelwegen, waarin het kind wanhopig ronddoolt zonder den draad te kunnen vatten. Wat nuttig en rustig kon het onderwijs in het rekenen niet zijn als in elke som slechts de hoofdgedachte als vraag klaar en duidelijk was gesteld; dan had het rekenen profijt voor de denkkracht aan het kind; nu worden de zenuwen overspannen om toch in den doolhof van allerlei onderstellingen den weg te kunnen vinden.
De stakkerds zitten zich stomp te pijnigen met allerlei dingen, die ze nooit noodig hebben in hun leven, en zonder resultaat. Kinderen houden van leeren en houden van leeren denken; met welke schittering van voldoening in het oog vinden ze een som, waarvan ze den draad hebben kunnen volgen.
Het ware te wenschen dat men in de onderwijswereld zich eens ernstig ging afvragen, of het rekenonderwijs niet veel beter gediend ware door helderheid, duidelijkheid en boven alles door eenvoudigheid bij het opstellen van sommen, dan door al die verwarring stichtende kronkelingen, waarin het kind geen weg kan vinden, en die daardoor veeleer geschikt zijn om overprikkelde zenuwachtigheid te weeg te brengen dan het denken te bevorderen.
Arnhem.
S. HOOGENDYK - HESSE.