jongens vooral, niet terecht komen zooals de wereld het noemt.
Wat wonder dat zoovelen mislukken. Om één voorbeeld te nemen uit het veelomvattende onderwerp, over bedorven. ‘Ja, ja, de kinderen worden wel een beetje of een beetje veel, of heel erg bedorven,’ wordt dikwijls met een knipoogje beweerd door papa of door mama, en dan wordt dit woordje bedorven met zoo'n naïeve zorgeloosheid gebruikt, het wordt zoo dikwijls herhaald, dat het zijn ware beteekenis in de oogen van die ouders geheel heeft verloren.
Eilieve, zelfde huisvrouw, wat doet ge met bedorven vleesch? Naar het vuilnis-vat nietwaar? En wat doet ge met bedorven vruchten?
Geeft ge die rotte dingen aan uw kinderen te eten?
En wat zijt ge boos als de tuinman uwe vruchtboomen bederft, want dan kunnen ze immers geen vruchten voortbrengen! Maar als gij nu uwe kinderen bederft?? O, ja, dat is zoo erg niet, dat komt later wel terecht! - Het bederven der reine, teere, soms veel-belovende kinderzielen - - dat is zoo erg niet. Bedroevende onnoozelheid!
Maar waar zou die vrouw ook geleerd hebben de diepe heilige ernst der opvoeding?
Wordt ooit een rotte appel gaaf?
Wordt ooit een wormstekige vrucht sappig?
Wordt ooit een vergroeide boom recht?
En zoudt gij denken dat een kind met een bedorven ziel wel een goed mensch zal worden?
Neen, zeker, ge bemerkt niet dadelijk het bederf in dien reinen kinderziel; ge zijt lang niet nauwlettend genoeg om de verkeerde plooien te zien, die langzamerhand in het kindergemoed komen. Later, als ze veel te diep geworden zijn om ooit weer gladgestreken te kunnen worden, dan wordt ge met verbazing geslagen over zooveel slechtheid. En de oppervlakkige wereld slaat van verwonderingen de handen ineen, dat ‘zulke goede ouders zoo'n slecht kind hebben.’
Maar wat denkt gij? Goede vruchten te oogsten van slechte zaden? Ieder oogst wat hij zaait.
Leerdet gij uw kind het kwaad bedwingen waar het zich verhief?
Leerdet gij het zijn wil te richten naar al wat goed was?
Leerdet gij het zijn zelfzucht te bedwingen en zijne begeerten te beperken?
Prentet gij het ontzag in en gehoorzaamheid?
Of.... lachtet gij soms om zijn drift, om vloekwoorden, om uitschelden?
Of.... vergoelijktet gij nog wel onwaarheid spreken, ja zelfs oneerlijkheid?
En voedet gij zijn egoïsme en altijd maar weer sterker begeeren?
Hoe menigmalen zijn de ouders de schuld ervan dat hun kind mislukt.
Maar waar heeft die vrouw geleerd, de verschillende karaktertrekken te onderkennen, en de manier om de verschillende uitingen te behandelen, het kind te leiden ten goede en bovenal de heilige ernst van haar taak, want moeielijk is deze. Zij zal boven alles noodig hebben te gaan in haar binnenkamer, om daar zich telkens weer voor te bereiden voor haar heerlijk werk; want haar voorbeeld en haar invloed zullen van onschatbare waarde zijn voor het kind, als zijzelve doordrongen is van de hooge ernst van haar taak.
Moeielijk is deze waar kinderen uit één gezin zoo hemelsbreed kunnen verschillen. De behandeling van elk karakter is uitermate subtiel, want waarmede men het eene kind ten goede zou leiden daarmede zou men het andere kind kunnen bederven.
Gelukkig zijn er menschen, die zooveel natuurlijk gezond verstand en tact hebben, dat zij vanzelve hun kinderen een goede opvoeding geven, en al de klippen weten te omzeilen die zich in de opvoeding voordoen.
Maar dat het grootste deel er titel noch jota benul van heeft is erg genoeg en een bron van groote ellende op deze aarde.
Het verschijnsel, dat kinderen uit een gezin zoo hemelsbreed kunnen verschillen, schrijven de zich noemende Theosofen toe aan een vorig bestaan op aarde. Dat is gemakkelijk en dan zijn ze meteen van het vraagstuk af. Maar veel eenvoudiger en veel begrijpelijker is de verklaring, dat de stemmingen der moeder, die ook zoo oneindig kunnen verschillen, zich op een gegeven moment afdrukken in den geest van het wordende kind. Vandaar dat het eene kind geheel anders aangelegd kan wezen dan het andere van hetzelfde ouderpaar.
Dit is trouwens geen los gezegde van mij maar een wetenschappelijk vastgesteld feit en dus bewezen.
Daarom is het van het grootste belang dat de vrouw weet hoeveel er kan afhangen van haar innerlijke gemoedstoestand, en daarom eischt de opvoeding der meisjes de grootste zorgvuldigheid. Van haar, van de vrouw,