Alexander I.
Alexander was in geen enkel opzicht een groot man, al is hij, vooral in de Russische Geschiedenis, bekend als een der grootste Vorsten, die ooit geleefd hebben.
In de wetenschap wordt men groot, uitsluitend door eigen verdiensten. Sammelweis, de beroemde ontdekker van de oorzaken der zoo gevaarlijke puerperaalkoortsen, mocht door zijn minderwaardige tijdgenooten niet begrepen worden, het nageslacht erkent in hem een der grootste mannen der wetenschap. In de Geschiedenis wordt men niet groot door eigen verdiensten. Een minstens even groote factor daarbij is het geluk en ook wie de tijdgenooten zijn. Feitelijk is dit laatste ook een geluksfactor. Frederik de Groote had niemand tegenover zich die hem evenaarde, daardoor werd hij ‘de Groote.’
Alexander had het geluk een tijdgenoot te zijn van den werkelijk genialen en grooten Napoleon en ‘quoique très inférieur à Napoléon, d'être tour à tour son rival, son allié et le destructeur de sa puissance.’
Vooral op het laatste komt het aan.
Alexander werd 12 December 1777 geboren als zoon van Paul en Maria Feodorowna van Wurtemberg. Zijn vader werd 23 Maart 1801 vermoord door Generaal Bennigsen, Graaf Pahlen, Vorst Platow Subow, Generaal Uwarow en andere edellieden. Men schreef Paul het plan toe zijn neef Eugenius van Wurtemberg te adepteeren en zijn vrouw en zijn zoon Alexander te verstooten. Het moordkomplot was dus op touw gezet ten genoege van Alexander. Deze zou er wel niet van geweten hebben, doch plukte er toch de vruchten van en, wat erger was, bleef de moordenaars van zijn vader in eere houden. Dat pleit zeker al niet voor zijn groot of edel karakter.
De hoofdtrek van zijn karakter was, dat hij nooit wist wat hij wilde, of juister gezegd dat hij dit wel wist, doch het nooit ten uitvoer bracht. Van 1801 tot 1807 is hij bezig het lot van zijn volk in ieder opzicht te verbeteren. Hij wilde Rusland de vrijheid geven en zooals hij aan zijn ouden leermeester La Harpe schreef, zou hij daarna abdiceeren en naar Amerika gaan. Van al die plannen kwam niets. Wel voerde hij in dien tijd oorlog met Napoleon, doch moest ondervinden dat de Fransche legers niet te verslaan waren.
Ondanks zijn nederlagen bij Austerlitz, Friedland en Eylau, sloot hij toch de voor Rusland zoo voordeelige vrede van Tillsit. Tot 1812 bleef het te Tillsit gesloten verbond met Napoleon bestaan. Daarop volgde van 1812-1815 de oorlog met Napoleon en na diens val van 1815 tot 1822 werd Alexander vroom, werd geen nieuwe oorlog gevoerd, maar wel voortdurend Congressen gehouden, zooals te Weenen, te Aken en te Verona.
Alexander wenschte vrede en voerde voortdurend oorlog. Dit komt wederom geheel en al met zijn karakter overeen. Aan zijn Hof voerden de vijanden van Napoleon het hoogste woord en Alexander meenende zijn eigen zin te doen, volgde inderdaad slechts op wat hem voorgezegd werd door anderen.
Alexander wenschte zoo weinig den oorlog met Napoleon dat hij Nesselrode naar Parijs stuurde met een bijzondere zending, omdat de Russische Gezant, Prins Kourakin, het geschil niet wist bij te leggen. Maar er was een geschil en dus mobiliseerde èn Frankrijk èn Rusland, zooals dat gebruikelijk is. En evenzeer verweet men elkaar de troepenverplaatsingen, die men van weerszijden als een vijandige daad beschouwde. Ter elfder ure geschiedde de zending van Nesselrode niet, ook al ten gevolge van jaloezie van Romanzoff. Wel deed deze, evenals de Fransche Gezant te Petersburg, Lauriston, alle mogelijke moeite om den vrede te bewaren.
De eerste, die Alexander den raad gaf voor de Fransche legers terug te trekken was Knesebeck, de Pruisische Gezant. De omgeving van Alexander moedigde tot oorlog aan, vooral ook de Duitscher, Generaal Pfuhl, de man, die den Russischen vorst de krijgswetenschap onderwees. Ook daardoor was de oorlog onvermijdelijk en trok het Fransche leger 24 Juni 1812 over den Niemen.
Waarom oorlog gevoerd werd wist feitelijk niemand. De oorlog scheen tegen Engeland gericht te zijn, omdat Rusland Napoleon niet geheel ter wille was tegenover Engeland. Maar tegen Engeland ware het beter en krachtiger geweest, Wellington uit Spanje te werpen, hetgeen met het leger, dat nu tegen Rusland ging strijden, een kleinigheid geweest zou zijn. Ook Rusland had geen enkel motief om tot een dergelijke wereldoorlog te be-