De Vrouw en het Huwelijk.
door Johanna Steketee.
Johanna Steketee met haar zoon Jacobus Johannes.
Het waren geruchten, dat Anna de Savornin Lohman zou gaan trouwen, geruchten, waaraan ik niet geloofde, omdat zij-zelve ze meermalen had tegengesproken, maar die toch telkens weer opdoemden, totdat het daar nu staat als onomstootbare waarheid: Getrouwd, Freule A. de Savornin Lohman en
H.Ph. Spoor, oud-ontvanger der registratie en domeinen.
Den Haag-Apeldoorn, 19 Augustus 1915.
En tot nadere toelichting nog dit courantenbericht:
- In allen eenvoud heeft hedenmiddag ten gemeentehuize alhier het huwelijk plaats gehad tusschen den heer H.Ph. Spoor en Freule A. de Savornin Lohman. De verbintenis werd gesloten bij afwezigheid van den burgemeester door den wethouder T. de Bruin. De plechtigheid, die slechts enkele minuten duurde, werd op de publieke tribune door een vrij groot aantal dames en officieren bijgewoond.
Naar wij vernemen zullen de heer en Mevrouw Spoor zich voorloopig hier ter plaatse vestigen.
Zoo staat het er.
Bij de vreugde, die men onwillekeurig voelt, wanneer iemand, die men kent, het geluk meent te hebben gevonden, voel ik hierbij leed, omdat het nu geldt een vrouw van beteekenis, een vrouw van naam, die in het huwelijk is getreden. En voor zulk een moet het verlies van zelfstandigheid in zoo menig opzicht dubbel hard zijn.
Dat begint al met den naam.
Zoodra een meisje trouwt, dan heeft voor de wereld haar meisjes-naam afgedaan. Die bestaat voortaan niet meer. Zij is nu Mevrouw A of C, maar de naam, waaraan zooveel jeugdherinneringen zijn verbonden, hoort zij niet meer noemen.
Nu kan het zijn, dat zij zich, wat haar vak betreft, of haar particuliere correspondentie bij haar eigen naam blijft noemen. Maar och, dan lacht de wereld haar uit. ‘Wat 'n nest, wat 'n nesterij, als je trouwt, dan ben je immers Mevrouw A of C, en wat graag,’ wordt er gezegd, terwijl men zoo iemand tegenwerkt, zooveel men kan.
Er is meer wat zij verliest, wanneer zij een huwelijk aangaat, o.m.
Zij mag geen executrice van testamentaire beschikkingen meer zijn.
Zij mag geen rechtsgeldige overeenkomsten treffen, behalve ten behoeve der huishouding, of als arbeidster.
De getrouwde vrouw mag geen erfenissen, geen legaten aanvaarden, geen schenkingen aannemen.
Huwelijksche voorwaarden geven haar alleen het beheer over haar eigen goederen.
De getrouwde vrouw bevindt zich onder de macht van haar man. Zij is haar man gehoorzaamheid verschuldigd en dient hem te volgen overal, waar hij zijn verblijf wil houden. Vooral dit laatste kan een niet te overzien bezwaar worden voor de zelfstandige vrouw, die maar niet overal aarden kan.
De getrouwde vrouw is haar vrijheid en onafhankelijkheid kwijt.
De getrouwde vrouw bezit als het ware geen eigen nationaliteit. Een Nederlandsche vrouw wordt Duitsche, of Engelsche, zoodra ze met een Duitscher, of met een Engelschman trouwt.
Zonder huwelijksche voorwaarden moet de getrouwde vrouw met leede oogen toezien, wanneer haar man beslag legt op haar pensioen, op haar salaris, op haar zuurverdiende penningen.
De vrouw kan door haar huwelijk haar betrekking verliezen.
Ieder kent de strijd der onderwijzeressen.
De Auteurswet werd in den loop van 1912 door de Kamers aangenomen. Deze wet sluit