De Hollandsche Lelie. Jaargang 29
(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
Het asyl voor dieren.Een lezeres vestigt er onze aandacht op, dat sedert eenige maanden aan het Dieren Asyl der Vereen. Ned. Toevluchtsoord voor noodlijdende dieren niet meer een dierenarts verbonden is. De consulten worden nu verstrekt, door een oppasser, die, volgens door haar ontvangen telefonisch bericht, 's morgens ‘zitting’ houdt in het benedenlokaal van het Asyl aan de Nieuwe Haven. Welk verstandig mensch - zoo vraagt onze abonnee - zal nu zijn dier toevertrouwen aan iemand die geen veterinaire opleiding gehad heeft? Door het vertrek van den dierenarts te verzwijgen, verkeerden de menschen in de meening, dat hun dieren in goede handen waren en, daar menigeen zijn dier niet zelf brengt, maar dit vaak door een ondergeschikt persoon laat doen, bleven zij in dien waan. Zoodoende is mij een geval bekend, dat iemand de afwezigheid van den dierenarts pas vernam, toen zijn hond reeds in verpleging was. Bij informatie bleek ons, dat inderdaad geen dierenarts meer aan het Asyl verbonden is. Tengevolge van de mobilisatie kon dr. N.P. Woudenberg van Mei af de functie niet langer waarnemen, daarna is een plaatsvervanger opgetreden, voor korten tijd echter, en thans doet men het zonder. De hoofdoppasser staat de menschen te woord en geeft gratis advies; naar ons medegedeeld werd lang niet zonder succes! Toch kunnen wij best begrijpen dat men zich met een dergelijke regeling weinig ingenomen toont; al kan dan ook desgewenscht een dierenarts toegang krijgen tot 't Asyl voor behandeling van een ter verpleging gezonden dier. Algemeen bekend is dit trouwens niet eens. Raadzaam zou het o.i. daarom zijn, indien weder een arts vast verbonden werd aan het Asyl, of dat althans zonder consultatie van een arts geen dieren opgenomen werden. De nieuwe regeling moge al goedkoop zijn, omdat ze voor de dierenbezitters dokterskosten uitspaart, voor den goeden naam van het Asyl schijnt zij ons echter niet bevorderlijk. Commentaar is hier geheel overbodig eigenlijk. Toch schijnt het mij niet ondienstig nog even te herinneren aan het feit dat, waar het bestuur op dergelijke wijzen zuinigheid en goedkoopte betracht ten koste van de dieren, het tegelijkertijd zich niet ontziet voor een hoofd-oppasser in de kracht diens levens extralevensverzekeringen te nemen (zie jaarverslag) en voor den schoonzoon van den bestuurpenningmeester Wolterbeek de geheel nieuwe betrekking te scheppen van ‘directeur’, op een salaris van ƒ 1000. - plus vrije woning - welke directeur wel van inspecteur van politie en andere baantjes werk maakte, doch nimmer zich toelegde op dierenziekten en dierenbehandeling. - | |
B.In verband met bovenstaand letterlijk uit de Nieuwe Courant (aan wier onpartijdige voorlichting hier hulde zij gebracht) overgenomen artikel, doet zeer zeker vermakelijk aan het bericht, dat ik een paar dagen vroeger knipte uit ‘het Vaderland’, naar aanleiding van het vijf en twintig jarig jubileum door den Bestuurs-voorzitter van het asyl gevierd, Jhr: Quarles van Ufford (mijnen lezers welbekend, denk ik, om zijne handelingen in die asyl-zaken). De heer Quarles van Ufford schijnt om zijn uitstekende (?) asyl-beheering te zijn gehuldigd op de gebruikelijke wijze. Door de heeren medeleden-bestuurders, en den directeur hierboven bedoeld, namelijk, want.... de in het honden-asyl vermoorde en afgemaakte dieren, voor wien het werd opgericht, zij kunnen niet spreken, noch huldigen, zij zwijgen, en de noodkreten die zij slaakten toen zij in de machine verdwenen, èn verdwijnen, wie hoort ze!? Ziehier dan het aanvullende bericht, naar aanleiding van dat eerste, dat de huldiging des heeren Quarles vermeldde: Aan Jhr. L.J. Quarles van Ufford werd ter gelegenheid van zijn dezer dagen gevierd jubileum als voorzitter van de Ver. Nederlandsch Toevluchtsoord voor Noodlijdende Dieren, ook nog door den chefoppasser B. Groen onder hartelijke woorden een schitterend bloemstuk aangeboden, waarvoor jhr. Quarles hem in welgemeende woorden dank bracht. Voor levensverzekeringen, bloemstukken-huldigingen, en directeur-schoonzoon-betrekkingen, voor dat alles is wèl geld voorhanden in dit ‘asyl voor noodlijdende dieren,’ niet echter voor een behoorlijken veearts, noch voor een afzondering-gelegenheid voor zieke, besmettelijke dieren. Enz. enz. | |
[pagina 233]
| |
Lees s.v.p. mijne vroegere artikelen hieromtrent, verkrijgbaar bij den uitgever van dit Blad, en bij anderen, belangstellenden, dierenvrienden, enz. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
II.
| |
III.
| |
[pagina 234]
| |
buurtbewoners er omheen, en zagen met stomme meewarigheid en oprecht meegevoel naar de snikkende moeder en verwanten. Maar ondertusschen vindt iedereen het heel natuurlijk als zulk een zelfde kind dat met de uiterste moeite en de zorgvuldigste zorgen is behouden, wordt opgeëischt over eenige jaren voor de dienstplicht, voor het ‘vaderland’, wordt genoodzaakt dan tot een zelfs in vredestijd ongezond leven van gedwongen mobilisatie, en wordt neergemaaid in den oorlog straks op de wreedste wijze. - - Alles voor ‘het vaderland’? - Neen, voor een phrase! Voor een leugen! De wereld is zóó dom, zóó grenzenloos dom, dat in den grond zij, die gewillig zich aldus laten slachten, eigenlijk niet beter verdienen dan het jammerlijk lot dat hen allerwege in Europa treft. - ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|