De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Bladerval. In enk'le luide najaarsnacht Is heel der boomen bonte pracht Op 't veld van eer gevallen. Ze hadden lang gesmeekt, gebeden, Ze hadden lang zich moe gestreden, Maar ach ze vielen allen. Ze hadden bang geangst, gebeefd, Ze hadden lange nog weerstreefd, Maar, wijl de wind wou mallen, Zoo rukte hij van twijg en tak, Die pronkten met het bonte pak, De blonde honderdtallen. Nu liggen ze ter aard gesmakt Te wachten tot de wind hen pakt, Om ze met luid geschater Te voeren op in wijden kring En dan in wilde wenteling Te jagen hen in 't water. JOHAN VAN GALEN LAST. Vorige Volgende