De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Avond. Nu is de zon heel langzaam weggezonken; En bleekt in 't West haar gouden kleurenpracht, Een late vogel klaagt nog stil zijn klacht, Maar ras zijn ook die tonen weer verklonken. Een enk'le starre komt al stille lonken, En meldt ons weer het komen van den nacht. Straks is 't of heel de hemel sterre-lacht En lijkt de aard' van maanlicht zwijmeldronken. Zoo komt van ver de stille rust aandomen En is de dag heel zacht ter rust gegaan; Nu gaan de poorten oop' van 't rijk der droomen, Wijd overstroomd van 't zilverlicht der maan. Mocht na des levensschoonheid onze nacht eens komen Dat wij dan even zwijgend mogen rusten gaan! JOHAN VAN GALEN LAST. Vorige Volgende