vredesonderhandelingen, waarvan men van te voren zeggen kon, dat ze een Bestand, een Wapenstilstand en geen vrede betroffen. Beide tegenstanders toch even machtig als te voren gaven hunne plannen niet op.
Pitt zag dit volkomen juist in toen hij in het Parlement de vraag stelde of men werkelijk het recht had de vijandelijke marine weder op krachten te laten komen, voedsel en ammunitie te doen aanvoeren in de geblokkeerde havens. De vijandelijke marine kreeg nu tijd om zich te herstellen, en vroeg Pitt: waar is de veiligheid van ons land tegenover de machtigste militaire mogendheid van Europa, zoodra wij niet meer volkomen meester ter zee zijn?
Die waarschuwingen hadden toen geen resultaat tegenover het koopliedenverlangen der Engelschen naar een voordeelige vrede, zoodat Pitt aftrad en vervangen werd door Addington en Hawkesburry. De vredespreliminairen, waarbij Engeland Ceylon en de Kaap behield, werden 1 October te Londen geteekend.
Ondanks het feit, dat Engeland bij die vredespreliminairen erkende, dat al zijn bondgenooten geslagen waren en die dus nu vrijwel in den steek gelaten werden, was het enthousiasme te Londen op het bericht van die teekening zeer groot. Ieder was overtuigd, dat nu de Engelsche handel een ongekende vlucht zou nemen. De Kolonel Lauriston, aide de camp van Napoleon, werd met buitengewone eerbewijzen ontvangen.
Het volk spande de paarden van zijn rijtuig, om dit zelf te trekken, al roepende ‘leve Bonaparte’. Dat deed hetzelfde volk, dat slechts eenige maanden later blijde en trotsch was op het verbreken van den vrede van Amiens. Wel een bewijs dus van de onwaarheid van het spreekwoord: ‘Vox populi, vox Dei’.
De tevredenheid over den vrede duurde zelfs niet eens lang. De verschillende bladen bespraken al spoedig dat ieder tevreden was met den vrede, doch dat niemand er trotsch op kon zijn. Frankrijk toch behield al zijn veroveringen, waaronder België met Antwerpen, terwijl ook Holland een Fransche vazalstaat geworden was. Dezelfde toestand dus, waarvoor men nu vreest, voor het geval Duitschland werkelijk overwinnen mocht. Maar dat was niet het ergste, maar de materieele voordeelen bleven uit. Over een handelsverdrag was zelfs niet één woord gesproken. Dat maakte in de eerste plaats de zakenmenschen ontevreden. In allerlei bladen werd geschimpt op de aanstaande vrede, waarmede men eerst zoo blijde was, en het volk, gehoorzame automaat als altijd, volgde de pers en werd ook ontevreden en geloofde zich verraden.
Maar niet alleen het domme volk, ook mannen als Nelson, Windham en Cook verhieven hunne stemmen tegen een vrede, waarmede geen geld te verdienen was.
Fox erkende ruiterlijk, dat het doel van den oorlog niet bereikt was, maar dat Frankrijk op schitterende wijze een Europeesche coalitie uit elkaar geslagen had, maar juist daarom kon Engeland niets meer bereiken en was Fox toch met den vrede ingenomen.
Windham noemde in het Lager-Huis dit vredestractaat zelfs het doodvonnis van Engeland. Spencer noemde het een gevaarlijke en wankele vrede. Grenville vertelde dat Engeland een vesting was, waarvan nu de buitenwerken genomen waren. De Bisschop van Rochester verklaarde, dat de macht van Frankrijk even groot was als die van het oude Rome en dat Engeland in werkelijk levensgevaar verkeeren zou, zoodra Frankrijk over een vloot te beschikken had.
Eerst na de verklaring van Addington, dat op het oogenblik een nieuwe coalitie onmogelijk was, nam het Lagerhuis de voorloopige Conventie aan met 114 tegen 10 stemmen.
Toch voorspelde Grenville, dat binnen één jaar de oorlog opnieuw zou zijn uitgebroken, terwijl Windham zelf verklaarde, dat Engeland nu evenzeer onderworpen was aan Frankrijk als Spanje en Pruisen.
In Frankrijk was men niet enthousiast over den vrede met Engeland, die Lord Fitz-William genoemd had een ‘trêve précaire et trompeuse’, maar evenmin verontwaardigd of oorlogzuchtig.
Napoleon kondigde den vrede aan in een van zijn krachtige proclamaties: ‘Français! vous l'avez enfin toute entière, cette paix que vous avez méritée par de si généreux efforts! Industrie, marine, colonies, ce sont les articles fundamentaux de ce grand acte de la paix’. Doch dit waren veel meer dan de gebiedsuitbreiding van Frankrijk, de oorzaken waarom Engeland ontevreden was en reeds voor het sluiten van den definitieven vrede opnieuw naar oorlog verlangde.
Vijf maanden duurde het eer het definitieve vredesverdrag van Amiens geteekend werd. Sorel zeide van den vrede van Amiens ‘une paix semée sur de tels labours ne pouvait produire qu'une récolte de nouvelles guerres.’