De Hollandsche Lelie. Jaargang 29
(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe oorzaken van den oorlog.Geachte Jonkvrouw! Ik heb Uw antwoord op mijn brieven zeer wel gelezen en begrepen, en dank U daarvoorGa naar voetnoot*). Ik heb U toen, meen ik, geschreven dat ik U mijn gedachten over den tegenwoordigen oorlog nog wel eens zou kenbaar maken. Als ik U niet te veel van Uw tijd beroof wil ik dat heden eens doen. Ik wil U dan eerstens zeggen dat het door U geschrevene daarover mij in hoofdzaak uit het hart was gegrepen. Door mijn reizen in Duitschland en door de Duitsche literatuur is Duitschland mij lief geworden zonder evenwel blind te zijn voor ‘Fehler’ welke land en volk aankleven. Maar het volmaakte is nergens te vinden, ook niet in een volk. Veel is er geschreven en gesproken over het doel en de oorzaak van dezen oorlog en ieder weet aan wien de schuld ligt, en Duitschland komt er bijna nooit zonder kleerscheuren af. ‘Duitschland is begonnen,’ ‘Duitschland was toch maar het eerst klaar’. Nu durf ik in de eerste plaats wel beweren dat de oorzaken welke tot deze treurige catastrophe hebben geleid niet zoo aan de oppervlakte liggen, niet zoo met het bloote ongeoefende oog zijn te zien, zoo, dat ieder lezer van een Dag- of Weekblaadje kan vertellen hoe, waarom en door wien deze oorlog ontketend is. Indien dat zoo was had geen enkele regeering den oorlog aangedurfd. De werkelijke motieven zullen nog vele jaren aan het oog der massa worden onttrokken. Maar de denkende menschen - hun aantal is helaas klein - die de wereldgebeurtenissen der laatste 25 jaren gadesloegen, die op alles hebben gelet en met ernst hebben gelezen, hebben kunnen zien, ook al behoorden zij niet tot het Sanhedrin, dat langzaam maar zeker de bouwstoffen voor dezen wereldbrand, in alle groote Rijken, werden verzameld en opgehoopt. Ook dat er ten slotte slechts een weinig olie noodig was en een brandende lucifer om den brand te doen ontsteken. Welnu, dat laatste is geschied te Serajewo. Daarom ook is het zoo onzinnig te zeggen: ‘Duitschland of Engeland had de oorlog nog kunnen voorkomen’. Zeker, dat had gekund; maar tot hoelang? Was de krijg niet in Augustus 1914 begonnen, welnu dan misschien in April 1915. Dat Duitschland nu het eerst klaar was willen we een oogenblik aannemen, hoewel ook dat zelfs nog betwistbaar is. Maar als Duitschland het eerst klaar was, waaruit kan en mag men dan afleiden - onbevooroordeeld - dat Duitschland klaar was om een ander aan te vallen?Ga naar voetnoot*) Een groot Rijk dat sterk vooruit gaat en jaloersche buren heeft dient ook klaar te zijn om zich te verdedigen. Was Engeland klaar voor een oorlog? Het antwoord van de massa is ‘Neen’! Engeland is nu feitelijk nog niet klaar. Maar ik zeg: ‘Engeland was klaar.’ Engeland was niet klaar met een landleger, daar het nooit een eigenlijk landleger heeft, wat, zijn ligging in aanmerking genomen, niet noodig is. Het lag bovendien ook niet in de bedoeling van Engeland om troepen in het veld te brengen. Maar de vloot, het wapen van Engeland, was klaar. Ik las onlangs in een boekje, - ik zal den schrijver niet noemen, daar het boekje niet in den handel is, en slechts in bezit van enkele personen, die in den zomer van 1914 gestrand waren in Zwitserland, en de reisverhalen en wederwaardigheden dier gezelschappen bevat, - daar dan las ik in: ‘Toch zijn we wel gewaarschuwd. Wij hebben gezien dat Engeland, toen in de diplomatieke wereld de spanning al veel voelbaarder moet zijn geweest dan het publiek kon vermoeden (Juni 1914) eensklaps zijn geweldige vloot samenbracht, zoo volledig uitgerust tot den strijd, als ze nog nooit was vertoond, en, onder den schijn van een vreedzame vlootrevue, aan vriend en tegenstander even liet zien wat het was en wat het kon. Engeland was dus wel degelijk klaar en voorbereid. Of Rusland klaar was? Als men let op en verschillende datums waarop vijandelijkheden | |
[pagina 53]
| |
plaats hadden op het Oostelijk en Westelijk Oorlogstooneel, dan was ook Rusland klaar, voor zoover men van ‘Rusland klaar zijn’ spreken kan. Op 1 Augustus 1914 deden de Russen een aanval op het station Miloslaw en trokken in den nacht van 1 op 2 Augustus sterke Russische colonnes met geschut bij Bialla over de Duitsche grenzen in de richting Johannesburg, dat op 2 Augustus werd aangevallen. Op 2 Augustus trokken bij Eijdtkuhnen Russische patrouilles over de grenzen; 5 Augustus deed de Russische cavalerie een aanval op Soldau. Tusschen 1 en 6 Augustus 1914 was de Duitsche grens van Thorn tot Eijdtkuhnen ± 400 K.M. door de Russische troepen geschonden, terwijl het bevel tot algeheele mobilisatie in Rusland den 31 Juli werd gegeven. Sedert Maart 1914 werd feitelijk in Rusland gemobiliseerd, natuurlijk slechts voor oefeningen, doch het was toch voordeelig dat men ze zoo toevallig onder de wapenen had! Als men dat weet, en nu leest dat de Duitsche troepen in den nacht van 4 op 5 Augustus de Belgische grenzen overtrokken, en den 5den Augustus Luik aanvielen, over een klein front, dan mag men veilig zeggen dat Rusland eerder klaar was dan Duitschland, of zich althans eerder ten strijde gereed maakte dan Duitschland, en dien strijd dus eerder voorzag of daarop aanstuurde.Ga naar voetnoot*) Wat nu het Anti-Duitsch zijn in Holland betreft, ik geloof dat daar veel angst bijkomt dat Duitschland ook Holland zal annexeeren, welke angst naar mijn meening totaal ongegrond is. Wanneer dat toch in de bedoeling van Duitschland had gelegen, dan zou direct in Augustus de slag gevallen zijn. Een veldtochtplan wordt in geen paar dagen in elkaar gezet doch in jaren, zoodat het veldtochtplan voor Duitschland erop was gebaseerd: ‘Holland onschendbaar’. In het begin van Augustus werd door een Duitscher in een Hotel in Zwitserland gezegd: ‘Holland en Zwitserland hebben zooveel voor hun vrijheid geofferd geen verstandig mensch denkt er aan om ze die vrijheid te ontnemen.’ En nu kan men wel zeggen: ‘wat beteekent de stem van zoo'n enkel persoon?’ Ja! maar wat is een courant? Geeft die soms altijd de meening weer van een regeering of zelfs de publieke opinie? Voor mij is een courant weinig meer dan de stem van een paar personen, die hun meening weergeven. De pers verbeeldt zich wel de uiting van het volk te zijn, doch m.i. wordt meer het volk geleid (bewerkt) in de richting waarheen de pers goedvindt dag aan dag te sturen, zoodat het volk dus de courant napraat, omdat zoo weinig menschen zelf denken, veel meer dan dat de pers de publieke opinie weergeeft. De massa is helaas! zoo gemakkelijk te leiden, ook ten kwade.Ga naar voetnoot*) Dat Engeland niet ter wille van België aan den oorlog deelneemt wordt door vele Engelschen en ook door enkele Engelsche bladen meer en meer erkend. Ik wil volstrekt niet beweren dat lage motieven Engeland tot deelneming aan den oorlog hebben geleid. Al gaan mijn sympathieën naar Duitschland, gevolg van tal van omstandigheden, ik haat noch Engeland noch Frankrijk, maar kan niet dulden dat alles wat Duitschland doet infaam wordt geheeten, en alles wat de Entente Mogendheden doen mooi en braaf is in de oogen der Neutralen. Dat is niet Neutraal. In Augustus 1914 kwamen een Engelschman en zijn vrouw als nieuwe gasten in een Hotel in Zwitserland. Ofschoon hij reeds 10 maanden in Stuttgart had gewoond, werd hij voor een spion aangezien en moest hals over kop vertrekken. Hij riep schande over de schending der Belgische Neutraliteit. Toen werd hem door een Hollandsche dame gevraagd: ‘En als Frankrijk eens die neutraliteit had geschonden, zou Engeland dan ook aan Frankrijk den oorlog hebben verklaard?’ Daarop liet hij zich ontvallen: ‘Neen! dat niet’. Welnu, dat is ook mijn vaste overtuiging. Wat België aangaat heb ik groot medelijden met de Belgen, doch op dezelfde wijze als ook de barmhartige Samaritaan met den Leviet: menschelijk medelijden. Sympathiek kan geen zgn. geschiedenis kennend Hollander België als natie ooit vinden.Ga naar voetnoot**) In dezen ben ik het geheel eens met het betoog van den Heer G.W. van Zadelhoff in de Lelie van 21 April 1915. Ik zou alleen den Heer Zadelhoff nog willen wijzen op de woorden van den Duitschen schrijver Hegel, die zegt: ‘de geschiedenis leert alleen dat zij de menschen nooit iets leerde’. O! Die woorden zijn zoo treurig, maar juist. Ziehier mijn oordeel in hoofdzaak over den oorlog. Met de meeste hoogachting DIRK BROENS. |
|