Kunsten en Wetenschappen.
Een tweede nut van boekerijen.
Het eerste nut, dat boekerijen opleveren, zit in het persoonlijk gebruik der boeken en geschriften, daarin opgeborgen.
Overigens lijkt een bibliotheek een dood kapitaal. Het ronddolen in de zalen, waar de kasten zijn opgesteld, kan hoogstens eenig genot geven door een mooien band, of ander bijzonder uitwendig voorkomen van het een of ander werk.
Daarom is men er in den laatsten tijd op bedacht om in de boekerijen bijzondere tentoonstellingen te organiseeren, waardoor zij een tweede nut kunnen geven.
Onder meer andere is de Hofbibliotheek te Weenen daarin reeds eenige jaren voorgegaan. De beste werken en handschriften worden seriesgewijze uit de kasten gehaald en opengelegd om door belangstellenden bekeken te worden.
Was Keizer Maximiliaan in 1575 reeds zoo zeer overtuigd van het nut, dat eene boekerij kan af werpen, dat hij kon spreken: ‘Eine auch noch so wohl versehene Bibliothek, die nicht zum Gebrauch offen steht, gleicht einer brennenden Kerze unter einem darübergestürzten Scheffel, deren Licht niemand wahrnehmen kann’, indien deze machtige Vorst thans leefde zou hij zeer zeker last hebben gegeven aan zijn boekbewaarder Hogo Blotius om de boeken en geschriften onder de oogen van het publiek te brengen, zonder dat de lectuur gewenscht werd. Zien, dat is 't tweede nut, - we herhalen het, van een bibliotheek. Door het zien komt men tot de studie.
Prijzenswaardig is het dan ook, dat onze Koninklijke boekerij in het Lange Voorhout tot lezen, tot studie gaat uitlokken door te laten zien. Nu er plaats en ruimte is gekomen zal men museumsgewijze met de boeken handelen. Het woord boeken hier in de uitgebreidste beteekenis genomen.
Als men weet, dat de Weener-bibliotheek bevat 800.000 deelen gedrukten, 27.000 deelen handschriften, authographen en incunabelen, 250.000 kopergravures, 55.000 muziekstukken en muziekwerken, 20.000 landkaarten en een papyrusverzameling, bevattende 1500 nommers, en we weten daarbij, dat de boekerijen van het Vaticaan en van het Britsch Museum nog grooter zijn, valt het gemakkelijk te begrijpen hoe gering het aantal dier cijfers is, dat onder de oogen van het