De Hollandsche Lelie. Jaargang 28
(1914-1915)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNog iets over de Rein-Leven-Beweging.
| |
[pagina 580]
| |
er dan over gaat schrijven en niet andersom. 2o. Gooit deze Rein-leven-mensch zijn eigen ruiten in. Wie al lust mocht gevoelen zich bij zijn beweging aan te sluiten, zal allicht denken: ‘Jongens, nu moet ik eerst ook nog vegetariër worden, ik ben nu al geheel-onthouder, wat ook verplichtend is, en nu dit weer, dat wordt me te bar.’ We kunnen iemand, die zoo spreekt, geen ongelijk geven. Volgens mij is deze onzin aldus te verklaren: De schrijver, L.v. Mierop, is feitelijk een mislukte dominee. Nu hebben mislukte, zoowel als geslaagde dominee's, behoefte aan gehoor. En wanneer zij niets verstandigs meer te vertellen hebben, dan beginnen zij maar onzin uit te kramen, dat het domme publiek, mits wat handig voorgezet, nog wel slikt. Zoo herinner ik mij een anderen predikant, ditmaal een geslaagden, n.l. J. Tazelaar uit Weesp bij Amsterdam. Bij de Rembrandt-viering, waarvoor Nederland indertijd nog al enthousiast was, wilde dit heer ook een woordje meespreken, alias meeschrijven. Hij kraamde zulke nonsens uit, o.a. dat Rembrandt doleerende was geweest, (de doleantie ontstond n.l. eenige eeuwen later) dat zijn brievenbus te klein bleek voor al de protesten daartegen. Laten wij, auteurs, het publiek wakker schudden, opdat het niet langer zulke nonsens slikt. |
|