Nagedachtenis.
Ach hoe weinig vermoedde ik, toen ik het bovenstaande mij door eene Hollandsche aangeboden gedicht gáárne aannam, dat het zoo héél toepasselijk zou zijn weldra op een mijzelf zoo goed-bekenden Duitschen gesneuvelde - wiens doodstijding ik helaas vóór eenige weken vernam. - ‘Op het veld van eer gesneuveld’ - aldus stond van hem in de Duitsche courant, die mij werd toegezonden. En, zoo ooit, dan is dat woord hier ten volle van toepassing. Want, dr. Theo Groedel uit Bad-Nauheim stierf niet als menschendooder, maar als menschenredder, stierf bij de uitoefening van het schoonste en zelfopofferendste beroep dat de afschuwelijke en vreeselijke en onverdedigbare krijgs-gruwel meebrengt: dat van arts.
Stabsarzt: dr. Theo Groedel † Aan ieder die ooit in Bad-Nauheim was zoo welbekend als de oudste zoon van den beroemden Geheimrat dr. Professor Groedel aldaar, maakte deze arts den veldtocht mede vanaf het begin, was als arts in België en Frankrijk stééds aan het front, werd nog onlangs, wegens zijn zelfopoffering en moed, met het ijzeren kruis beloond, en is thans bij Sedan gesneuveld op een autotocht, terwijl hij in gezelschap van een paar officieren een dienstreis deed, en een granaatkogel de auto trof, hem doodde, en de andere inzittenden zwaar verwondde. Zeer gefortuneerd, en in den vollen bloei zijner jaren, echtgenoot en vader, bezitter van een prachtpraktijk, en tevens van een magnifique sanatorium, waarin o.a. voor 2 jaar de Duitsche Keizerin genezing zocht en vond bij hem en zijn vader en broeder, ging dr. Theo Groedel offerwillig en als iets dat vanzelf sprak onmiddellijk, toen de oorlog uitbrak, dáár waar zijn plicht hem riep, plicht van Duitscher en geneesheer, - aan het front. Hoe innig wenschten wij, die zijn vader professor Groedel zoo zéér vereeren, reeds om dienswille de behouden terugkomst van zijn zoon en trouwen medehelper; hoe gunden wij het echter ook van harte dezen-zelven. Het heeft niet mogen zijn. Hij sneuvelde, en, ik herhaal, in waarheid kan men van hem, als zijnde geneesheer, zeggen: hij viel op het veld van eer. Moge die gedachte de troost zijn van zijn familiebetrekkingen.
O Mannen, Vaders, Broeders,
Aan huis en volk zoo nut!
Gij, keur en kern van 't heden,
En hoop der toekomst, spreekt:
Wie zal Uw plaats bekleeden?
Wie komt, waar gij ontbreekt?
Gij kunt geen antwoord geven.
Stil zwijgt gij in Uw bloed;
Vol levenskracht en moed.
Gedachten, wenschen, beden,
Scherts, ernst, en luim, en lust
(Aldus zong onze Nicolaas Beets in den oorlog van 70, toen hij óók dichtte ‘De Britsche luipaard scheeloog vrij, zijn hulp is overbodig.’ En elders: Aan Keizer Wilhelm van Duitschland: ‘Vervolg Uw weg voorspoedig Held.’
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.