De Hollandsche Lelie. Jaargang 28
(1914-1915)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOverzicht van de Week.I. Bijschrift bij de kaarten.De bovenstaande afdrukken - waarvan ik de veel grootere photo's, die veel duidelijker zijn, in mijn bezit heb - zijn mij uit Duitschland toegezonden als bewijs hoe reeds in 1909 en 1912 in het Engelsche ministerie werd vastgesteld de overeenkomst met België. Ik vertaal letterlijk den Duitschen tekst bij deze kaarten: Onlangs heeft de krijgskunst ons in staat gesteld een bewijs-stuk te leveren van de voorafbestaande deelname van Frankrijk en Engeland aan dit voor het Belgische Koninkrijk zoo noodlottig geworden krijgsplan: Bij de gevechten rondom Mons op den 24en Aug. 1914 werden in den ransel van een zwaar verwonden Engelschen officier verscheidene Generaalstaf-kaarten gevonden van België, waarvan het merk bewijst, dat zij in 1909 en 1912 reeds waren vervaardigd in het Engelsche departement van oorlog. De kaarten zijn uit militair oogpunt zeer nauwkeurig bewerkt, en voorzien met zeer vele belangrijke aan- en opmerkingen aangaande de wijze van den oorlog te voeren, in de Engelsche taal gesteld. Zij bewijzen dus dat Engeland sinds jaren reeds zich voorzag met een materiaal van Belgische kaarten op krijgskundig gebied, en bovendien het grondgebied van zijn beschermeling, het zoogenaamd neutrale België, uit militair oogpunt zeer grondig en systematisch heeft bestudeerd. Op de kaarten staat gedrukt: Slechts voor den dienst bestemd, hetgeen bewijst het geheime karakter ervan. - | |
[pagina 562]
| |
De persoon, die mij deze kaarten verschafte, heeft eerst aan den generalen staf in Duitschland toestemming aangevraagd tot den afdruk ervan in de Holl. Lelie. En die toestemming verkregen. Op de vierkantjes in
het midden zijn op mijn groote kaarten zeer duidelijk zichtbaar de op deze afdrukken veel minder leesbare Fransche en Engelsche aanwijzingen. - Op de Fransche kaart staat: 1909: Cartes de Mobilisation. Il est formellement interdit d'ouvrir ce paquet.. Il ne sera ouvert qu'en cas de mobilisation. Op de twee vierkantjes van de andere kaart staat: Belgium Tournai-sheet 5. Belgium Brussels-sheet 6. Terwijl bovenaan rechts staat: For official use only. Voor zoover ik weet zijn deze kaarten in Holland nog niet bekend geworden. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
II. Aan Cyriel Buysse.
| |
[pagina 563]
| |
citeeren, en in Uw ‘brief’ enkel mijn eersten zin over te nemen: dat de Belgen als bedelaars tot ons kwamen, door ons gevoed en gekleed werden, en tot dank slechts aansloegen een brutalen toon. Terwijl gij opzettelijk weglaat uit dit uw citaat den daaraan volgenden zìn van mij, dat ik deze goede menschelijke behandeling onzerzijds onze menschelijke plicht acht. Die laatste toevoeging namelijk ontzenuwt Uw geheele betoog als zoude ik géén medelijden hebben met de beroofde en verjaagde Belgische bevolking, brutaal of niet brutaal. En juist daarom, omdat gij niet eerlijk wilt zijn in Uw aanval, daarom liet gij dien slotzin boosaardig uit. Dat valt mij van Uw fatsoen tegen. Ik heb steeds, en telkens als ik in de Lelie schreef vóór Duitschland, en over de zoogenaamde Belgische gruwelen, herhaald tot in het oneindige toe hoe ik innig en oprecht medelijden gevoel met de Belgische bevolking, met de slachtoffers van den Belgischen koning en zijn regeering. Gij weet dit even goed als ik. Maar ik heb dit ook bovendien gezegd in hetzelfde stuk waaruit gij slechts gedeeltelijk citeert. En dat láátste medelijdende gezegde laat gij opzettelijk uit. - - Daarom... liegt gij. Misschien vindt gij het heel ‘ongracielijk’, en heel weinig ‘zacht’ van mij U aldus openlijk de waarheid, de harde waarheid, - (die noch zacht is gemeenlijk, noch gracielijk) - te durven zeggen in het woord: liegen. Laat mij U dan antwoorden, dat ik het beroep van eene werkelijk éérlijk de waarheid zeggende journaliste alles behalve ‘gracielijk’ vind voor eene vrouw, die, volgens U, vertegenwoordigt het symbool van gratie, en zachtheid, en naastenliefde, en dat het daarom dubbel te betreuren is, indien dat beroep haar, die het koos omdat ze moest, nog verzwaard wordt door de opzettelijke leugens harer collega's. Dan toch blijft haar niet anders over dan die collega's te geeselen zóó als ze 't verdienen, namelijk door hen de harde waarheid te zeggen, dat ze liegen. - Overigens, - en ziedaar de reden waarom ik U antwoord, waar ik het vuil waarmede sommige anderen mij in deze zelfde quaestie werpen beschouw als iets dat alleen henzelf verontreinigt en niet mij, en dus links laat liggen, - ik geloof dat de opwinding en de hartstochtelijkheid dezer dagen U heeft gevoerd op een dwaalweg van onridderlijkheid, dien gij anders niet pleegt te bewandelen, en waarvan ik hoop en geloof dat gij zult terugkeeren ook ten mijnen opzichte als de vrede is weergekeerd, ook voor Uw vaderland België. - ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
III. Dierenbescherming.... enz.
| |
[pagina 564]
| |
Breda de laatste algemeene vergadering bijwoondeGa naar voetnoot*), heeft hij deze zaak aldaar besproken, en gevraagd hem binnen eene maand te doen weten, hoe ver dan zal zijn gevorderd. Spreker wees er op, dat, indien de onderhavige reorganisatie niet wordt doorgevoerd, er eene nieuwe vereeniging zou geboren worden, waarna het tegenwoordige hoofdbestuur alleen met de afdeeling 's Gravenhage zou overblijven. Het bestuur der afd. Breda wilde dus thans toestemming vragen om nog eenigen tijd toe te zien, hoe de kwestie zal verloopen. Mocht evenwel blijken, dat de zaak weer wordt uitgesteld, dan zal met de andere afdeelingen worden getracht een einde aan dezen toestand te maken. Ik heb in dit verslag een paar zinnen gespatieerd, omdat zij de kern der zaak raken. Indien na zeven jaren de tot onderzoek benoemde commisie alweder niets tot stand heeft gebracht, gelijk inderdaad uit alles bleek op de algemeene jaarvergadering, dan inderdaad wordt het plicht een nieuwe vereeniging in het leven te roepen, eene nieuwe vereeniging; - en die van Den Haag alleen te laten staan met haren penningmeester van het Toevluchtsoord (?) voor noodlijdende dieren Den Haag, welke penningmeester toevallig óók is penningmeester van de tegenwoordige algemeene Dierenbescherming, en toevallig wist door te zetten, dat zijn toevallig betrekkingloozen schoonzoon kreeg aan voormeld toevluchtsoord (?) een toevallig nieuw-ingestelde betrekking van directeur op salaris van f 1000. - plus vrije woning. Artikel 13 der Statuten van de Algemeene Dierenbescherming zegt: Het hoofdbestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een onder-voorzitter, een penningmeester, en een secretaris. Wanneer ìk U nu meedeel, dat dit Hoofdbestuur voor een groot deel bestaat uit dezelfde Hagenaars, die tevens zijn Bestuursleden van het Haagsche Toevluchtsoord (?) voor noodlijdende Dieren, dan zal het U niet verbazen, dat dit Hoofdbestuur den Haagschen Toevluchtsoord (?)- penningmeester, schoonvader van den met duizend gulden bedeelden directeur Driessen, tevens maakte penningmeester van de Algemeene Dierenbescherming! Een ‘onder-onsje’ schreef ik verleden week. - Niet zonder ernstige reden schreef ik dat. Een ‘onder-onsje’ - waarin de heeren Fabius en Prins op de meest lofwaardige wijze durfden te roeren, met het gevolg dat een der heeren hoofdbestuurs-leden, tevens bestuurslid van het Haagsche toevluchtsoord (?), zich verwijderde, omdat hij ‘het geklets niet meer kon aanhooren’ (Aldus had hij de lompheid te zeggen.) Wij - die meer weten - denken er het onze bij); met het gevolg ook, dat er van de zijde der bestuurstafel aan het adres der beide sprekers heftige woorden vielen. Maar deze lieten zich niet uit het veld slaan... Opdat een ieder duidelijk begrijpe wáárom het hier gaat, zij hier afgedrukt de aanhef eener circulaire, door den Voorzitter der afdeeling Breda, gep. kap. ter zee Fabius, rondgezonden, gedateerd van Juni 1914. Het Bestuur van de afdeeling Breda heeft de eer het navolgende onder Uw welwillende aandacht te brengen. De groote fout van onze Vereeniging is o.i. dat het Hoofdbestuur tegelijkertijd Bestuur is van de Haagsche leden, en dat er dus geen afzonderlijke afdeeling 's-Gravenhage bestaat. Daardoor heeft 's-Gravenhage en zulks nog meer indien de Algemeene Vergaderingen 's avonds gehouden worden, waardoor dan bijna geen afgevaardigden aanwezig zijn, te veel macht, en hebben de Afdeelingen weinig of niets te zeggen. Het is dringend noodig dat zulks verandert, en het Hoofdbestuur geheel los wordt van de leden te 's Gravenhage, die een eigen Bestuur moeten krijgen. Verder behoeft er dan niet heel veel in de statuten gewijzigd te worden. Juist! Op deze fout kan niet genoeg gewezen worden, en, indien het Hoofdbestuur zich blijft stellen op het nu sinds zeven jaren ingenomen standpunt van zijn reorganisatie tegen te werken, stelselmatig, zoowel openlijk als achter de schermen, dan is het radicale middel van kap. Fabius dat waarop ook ik, namens zeer vele dierenbescherming-leden, met kracht aanstuur: Oprichten eener nieuwe vereeniging, en de Haagsche links laten liggen. Reeds is mij, na de door mij indertijd vermelde toevluchtsoord (?) geschiedenis omtrent het Haagsche asyl, en omtrent de handelingen van de hh. Wolterbeek en Driessen, bekrachtigd door de zoogenaamde verdediging van hen door den heer Jhr. Quarles van Ufford, Voorzitter van bovengenoemd toevluchtsoord (?) en lid van het Hoofdbestuur der algemeene Dierenbescherming, reeds is mij naar aan- | |
[pagina 565]
| |
leiding dezer in de Lelie van 1 April '14 en 27 Jan. '15 uitvoerig besproken feiten meegedeeld door een Hoofdbestuurs-lid-zelf van het Hoofdbestuur der algemeene Dierenbescherming hoe dit Bestuur zoovele bedankjes had gekregen tengevolge van mijn optreden, omdat ‘men’ de twee Besturen dooreenwart. Natuurlijk. Waar die twee besturen een zelfden penningmeester, en vele Haagsche leden gemeen hebben. Daarom reorganisatie. Tot elken prijs spoedige reorganisatie. Of... een nieuwe vereeniging. Hulde, onbepaalde hulde aan het initiatief van den heer kap. ter zee Fabius, Voorzitter der afd. Breda. - Zulke mannen zijn niet eigen-ik-bewonderaars, maar... dierenbeschermers! Daarom gaat het hier. Niet om een baantje of een lintje,... En óók niet om betrekkingen te scheppen voor betrekkinglooze schoonzoons. Maar enkel en alleen om de dieren. Daarom, leden van de Algem. Dierenbescherming, komt zoo trouw en zoo voltallig op als maar mogelijk is, en laat U door niets leiden dan door de billijke eisch: reorganisatie.
In aansluiting aan het bovenstaande wijs ik ook nog op hetgeen een evenals ik, te 's Gravenhage woonachtig dierenvriend èn dierenbescherming-lid schreef aan den heer P.M. Schelling over deze zelfde zaak (ik heb den afzonderlijken herdruk vóór mij liggen, doch weet niet waarin een en ander het eerst voorkwam.) - Jhr: de Kock schrijft: Mijn antwoord aan den Heer Schelling kan kort zijn. Sinds tal van jaren wordt er geweldig geklaagd over de huidige inrichting van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren. Waarin het vicieuse van die inrichting ligt, heb ik breedvoerig en duidelijk aangetoond in mijn door den geachten inzender bedoeld artikel. Overeenkomstig den tijdgeest toch, willen de verschillende afdeelingen medezeggingschap hebben, medezeggingschap in de algemeene belangen hunner Vereeniging. Daarop hebben zij recht. Al 7 jaren lang dringen zij daarop aan, want zij wenschen niet langer als quantité négligeable te worden behandeld. Tevergeefs! Hare wenschen worden al maar door op de lange baan geschoven. Men eischt verandering of anders dreigt men met afvalligheid. De Turken staan dus voor de deur! Aan dat in het oneindige vergaderen behoort eindelijk eens een einde te komen. Er is oorlogsnoodzaak! Dus, er behoort eenvoudig dwars door het als beletsel in den weg liggende, neutraal verklaarde gebied van artikel 23 der Statuten te worden heengetrokken, naar het Parijs van het medezeggingschap! Trouwens, wie kan den leden van het ressort den Haag beletten, een eigen afdeeling met een eigen bestuur te vormen? Veroorlooft artikel 23 hare eventueele erkenning door het Hoofdbestuur niet, welnu! dan behoort dit Hoofdbestuur artikel 23 in overeenstemming te brengen met den intusschen geworden, noodigen toestand. Artikelen van een reglement moeten zich richten naar de wenschen der leden; de wenschen der leden niet onderdrukt worden door een artikel! Wil het Hoofdbestuur tot die overeenstemming niet medewerken, dan sluite de intusschen geworden afdeeling den Haag zich aan bij de bestaande overige afdeelingen, die medezeggingschap eischen. Plaatst het Hoofdbestuur zich dus, zooals met de kathedraal van Reims gebeurde, in de vuurlinie, dan moet het zich niet beklagen als het gebombardeerd wordt. Buiten de vuurlinie zal het als Brussel geëerbiedigd worden!... DE KOCK. Met de geestige pen, waarover Jhr. de Kock beschikt, is dit even raak en juist als met betrekking tot den tegenwoordigen oorlog actueel gezegd. Zoo is het. Nu om deze dan om gene reden wordt sinds zeven, zegge zeven jaren, eene billijke reorganisatie op de lange baan geschoven uit.... onwil der Haagsche hoofdbestuursleden, die hun onder-onsje prefereeren, - den goeden onder hen niet te na gesproken. Daaraan kome een einde in het belang van de dieren. Het geldt hier dierenbescherming, niet die van menschen die per-se willen blijven zitten op hun bestuursstoel, en er zich krampachtig aan vastklemmen. Om welke reden? Ziedaar een zéér vele gedachten opwekkende vraag voor de ingewijden! ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|