De Hollandsche Lelie. Jaargang 28
(1914-1915)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOverzicht van de Week.I. De edele en dierenlievende natie bij uitnemendheid.Hoe vaak heb ik in deze dagen - waarin het mode is pro-Engelsch te zijn, evenals het in den Transvaal-oorlog mode was anti-Engelsch zich aan te stellen - niet te hooren gekregen: ‘Maar freule Lohman, U, die zóó vóór de dieren zijt, U kunt toch niet ontkennen, dat de Engelschen méér doen aan dierenbescherming dan eenige andere natie.’ Enz. Enz. In zekeren zin hebben zij, die aldus redeneeren, volkomen gelijk. De Engelschen schaften af, sinds meer dan een halve eeuw reeds, het afschuwlijk trekhondenstelsel, dat bij ons nog bloeit tot schande van Nederland. De Engelschen hebben op het continent nimmer eenige kolonie van eenige beteekenis gevestigd op fashionable modeplaatsen, als aan de Riviera, in Zwitserland, Wiesbaden, enz., of, naast en neven hun onvermijdelijk méér sociaal dan geestelijk vereenigingspunt: The Church verrijst óók een afdeeling van Dierenbescherming. Maar, met dat al, geen mensch ter wereld is in den grond wreeder, verfijnd-wreeder, dan diezelfde Engelschman, zoodra het geldt zijn eigen plezier, zijn eigen-ik. Visschen, jagen, al wat sport is ten koste van het dier, wordt nergens zoo met voorliefde, zoo stelsel- | |
[pagina 532]
| |
matig-meedoogenloos beoefend, als in Engeland, waar al deze soort wreede sport dan ook haar bakermat heeft; de continentbewoners zijn niet meer dan navolgers. Neen, die laatste bewering is niet van mij. Ik neem, ter staving van bovenstaande woorden, het onderstaande over, uit de Revue der Sporten: Deze week een praatje over de Foxhounds! Een praatje met een plaatje uit Engeland. Dat voorstelt het ter jacht optrekken van de Berkshire meute te Streatley. Berkshire, bij verkorting ook wel Berks genoemd, is een Britsch graafschap in het Zuidelijk gedeelte van Engeland, aan de Theems gelegen. De foto is eerst kort geleden gemaakt, en bewijst, dat, alhoewel niet zoo druk als in vredestijd, toch ook thans nog aan parforce-jacht in Engeland wordt gedaan. Hoe zou 't ook feitelijk anders kunnen? Is Brittannië niet de bakermat van het jacht-vermaak?Ga naar voetnoot*) En is de beoefening ervan op het Vasteland niet slechts een surrogaat van de prestatiën der talrijke Engelsche meutes? Ja, meute, zoo noemt men de verzameling, de koppel jachthonden. Meute is een Fransch woord, dat ‘troep jachthonden’, ook wel ‘jachtstoet’ beteekent. Het stamt van het midden-Latijnsche movita, beweging, als 't ware het Latijnsche movitus voor motus, het participium voor movere: bewegen. Parforce-jacht, daarom zoo in trek, wijl zij de drieëenheid is van honden-, jacht- en rijsport, geschiedt meestentijds op vos en hert, terwijl ook wel eens op haas of ree gejaagd wordt. De wijze van jagen is verschillend. Een vos wasemt een eigenaardige geur uit, en laat zoodoende een spoor na voor de Foxhounds, speciaal geoefend om bedoeld spoor na te jagen. Dit noemt men het jagen op den scent. In ons land is een groote, uitgebreide jacht niet wel mogelijk. Men jaagt hier dus slechts gedeeltelijk op het spoor van den vos, hetgeen men jagen op de slip heet. Daartoe zoekt de Master of the hounds eenige dagen voor het sportief vermaak het te volgen parcours uit, waarbij hij vooral natuurlijke hindernissen prefereert. Een helper volgt den Master, en sleept langs den weg wat stroo uit het vossenhok, welk stroo men bij slecht weder drenkt met eenige druppels anijsolie. Bij de jacht worden de honden op de scent gebracht, en een dartele ren vangt aan. De meute verliest wel eens het spoor, en het is de taak van den Master de dieren er op terug te leiden. Is het einde van de slip bereikt, dan laat menden vos, die in een hok naar die plek is gebracht, los, en is deze 2 à 300 meter weg, zoo laat men de honden de vervolging beginnen, aan welke vervolging natuurlijk het jachtgezelschap deelneemt. Gaandeweg vermindert de voorsprong van Reintje op de luid gevende viervoeters totdat meestal een der rakkers het sluwe ding te pakken krijgt, en in zijn woesten sprong den vos den rug breekt.Ga naar voetnoot*) De andere honden zorgen ras voor de algeheele overrompeling. Wat zegt gij, lezers, van zulk een Engelsche wreedheid? Eene dierenbeschermster bij uitnemendheid, hier in den Haag, die mij ook al weer aan boord kwam met de zoogenaamde heerlijkheid der Engelsche dierenbescherming, wees ik op de afschuwelijkheid dezer ‘lange jachten’. Ik kreeg het gewone antwoord dat helaas geldt voor 1000 en éèn gevallen: ‘O, dáárvan heb ik nooit gehoord, dat weet ik niet.’ Juist, zóó gaat het. Men oordeelt er in den blinde op los, maar men heeft nooit van de tegenbewijzen iets gehoord, of willen hooren (zoo óók thans inzake de Belgische gruwelen, enz.). Wel, deze dame, en vele, vele anderen met haar, beveel ik ernstig aan te onderzoeken wat de lange jacht, de parforce-jacht, door Engeland ingesteld, inhoudt aan wreedheid. Stel U het afschuwelijke ‘vermaak’ voor, aldus ongelukkige vossen en herten op te jagen in doodsangst, om ze te laten vervolgen uren lang, verhit en uitgeput, door boosaardige, verscheurende honden. O ja, de taak van den ‘Master’ is dat dit verscheuren niet geschiedde! Maar, iedereen weet (en kan ook met eenig gezond verstand begrijpen), hoe het stééds geschiedt, hoe de arme gemartelde, opgejaagde, vervolgde dieren dikwijls uren lang gewond en aangeschoten blijven zieltogen, eer de genadestoot hen verlost. Echter, zelfs al ware alle verscheuren door de honden uitgesloten, dan nog: Is er iets diep-verachtelijkers denkbaar dan het ‘plezier’ dezer zoogenaamd beschaafde en rijke menschen in het aldus den doodsangst genieten van opzettelijk opgejaagde, door velden en bosschen en over stroomen en heuvelen voortgedreven vossen en herten, opzettelijk aangekweekt en aangeschaft tot dit bij uitstek ‘edele’ vermaak van hen den rug te breken! ‘De Engelschman uit het volk is geboren dierenbeschermer’ - zei mij iemand onlangs. Dat vind ik ook. Maar de ‘beschaafde’ Engelschman, die van diezelfde klasse van Lords en van rijkaards die thans dezen oorlog, dit uithongerings-systeem van Duitschland, op hun ruim huichelgeweten laadden, die is dierenbeul, veel, veel meer nog dan welke | |
[pagina 533]
| |
andere natie ook ter wereld. De Revue der Sporten vindt het, blijkens dit artikel, en den inhoud ervan, een soort deftigheid die Engeland toekomt, ‘de bakermat’ te zijn van zulk een gruwel; ik voor mij vind het een schande, want ik vind niets zoo schandelijk en zoo min en zoo laf, dan misbruik maken van onze menschenovermacht op weerlooze dieren. Rijke, voorname menschen, - en dat zijn zij die de lange jachten organiseeren stééds, want het is een zeer kostbare sport, - zij moesten zich dubbel schamen, dat zij van al de vele voorrechten, door hun geboorte en hun rang en hun geld hun geboden, zulk een diep-verachtelijk misbruik maken, inplaats van te trachten den nood en het leed, ook den dierennood, te lenigen. Het leven heeft voor hen zooveel voorrechten, die anderen missen moeten, dat het van hen dubbel min is zulk een bevoorrecht leven aldus te verspillen, tot schade en ellende van beklagenswaardige weerlooze dieren. - Van tijd tot tijd gebeurt er op zulk een parforce-jacht een ernstig ongeluk met zulk een edelen meneer of edele vrouwe; o.a. is een paar jaar geleden de jonggehuwde, levenslustige, zeer-gevierde dochter van de hertogin van Westminster zoo ongelukkig gevallen van haar paard (bij zulk een lange jacht), dat zij, na jarenlang liggen, voor altijd een invalide is en blijft; een andermaal bleef een Lord Zoo en Zoo, wiens naam ik mij op dit oogenblik niet herinner, op een lange-jacht-partij dood, door een dergelijk ongeluk. Wel, telkens als ik zoo iets lees, dan wrijf ik mij in de handen van plezier. Hoe meer dezen van zulke minne wezens aldus aan eigen lichaam ondervinden wat zij de arme dieren wreeds aandoen, hoe beter. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
II. De hand van God.In het Fransche Blad Excelsior lees ik, van 27 Febr. gedateerd, het volgende: In Milaan heeft een zeer indrukwekkende betooging plaats gehad. De socialistische afgevaardigde van Rome, M. Bissolati, verdedigde de plicht van Italië om aan den oorlog deel te nemen.... .... M. Mosti, afgevaardigde van Ferrara, nam hierop het woord in naam van de groep der radicalen in de Kamer. Hij verzekerde dat zoowel de Kamerleden als de burgers met ongeduld het oogenblik van ingrijpen der Regeering afwachten, ten einde Italië's vrijheid, zoo nauw aan die van België? en van Frankrijk verwant, te verdedigen. - Opzettelijk neem ik de juiste woorden uit het Fransche Blad over. Het schrijft dan verder: Reeds gedurende deze rede werd de stem van M. Mosti zwakker, en, op het oogenblik-zelf waarop luide toejuichingen losbarstten, zonk hij ineen, door een beroerte getroffen. Naar zijn hôtel overgebracht stierf hij in den nacht, om één uur.Ga naar voetnoot*) Lezers, begrijpt ge nu waarom ik meer dan eenmaal schreef in den laatsten tijd, dat de oorlog mij gelooviger maakt? O ja, ik weet het, velen onder U begrijpen mij zeer goed. Maar, er zijn er ook, ‘die zich niet kunnen voorstellen hoe een God van liefde zulke gruwelen, aan mensch en dier beide, wil toelaten’, en dengenen antwoord ik: Maar ziet gij dan niet, zegt een voorval als het bovenstaande U niet, dat God waarschuwt, dat Hij de menschen loslaten moet en aan hun eigen verderf moet overlaten tenslotte, als ze niet willen luisteren? Eerst, op het moment zelf waarop de deelname aan den oorlog zijdens Italië elk oogenblik stond te verwachten, kwam plotseling een vreeselijke aardbeving der Regeering en den Koning als het ware toeroepen: Ge hebt waarlijk genoeg met U-zelven en Uw eigen rampen te stellen, waarom onnoodig, uit aardsche knoeierij, ellende scheppen, terwijl er reeds zooveel niet te keeren nood en leed heerscht, door onbekende bovenaardsche krachten geschapen! - En thans, in hetzelfde uur waarin een lichtvaardige mond openlijk durft ophitsen tot den grootsten en onrechtvaardigsten en onverdedigbaarsten gruwel die er bestaat, den oorlog, thans wordt die mond, die zooeven nog bralde, en speelde met phrasen waar het gold de vreeselijkste en ernstigste belangen, voorgoed gesloten, plotseling, ineens, als door God-zelf, die den aanwezigen toeroept: Tot hiertoe en niet verder. Zal Italië luisteren? Zullen wij, en alle Staten, luisteren naar zulke duidelijke waarschuwingen om ons te houden buiten den oorlog? Zoo niet, zeg dan niet naderhand dat God Uw oorlog wil, dat God hem toelaat, dat God hem dus eigenlijk op Zijn geweten heeft. Neen! duizendmaal neen! God heeft U gewaarschuwd, God heeft U toegeroepen: Laat aft Maar, gij zijt geen automaten, geen machines. Er is een vrije wil tot goed en kwaad. Wil Italië nogtans luisteren naar de thans verklonken stem van den dooden Mosti en diens gezwets, | |
[pagina 534]
| |
in plaats van naar die van den levenden God, welnu, dan is de schuld van den oorlogsgruwel niet aan Hem, maar aan Italië. Die waarschuwing echter, zij geldt niet alleen voor Italië, zij geldt voor elken thans nog van den oorlogsgruwel bevrijden Staat, ook voor ons. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
III. Een dienaar van Hem die gezegd heeft: Hebt elkander lief. Zoo wie U op de eene wang slaat, dien wendt ook de andere toe. Enz., enz. of Een door Engeland betaalden huichelaar?Volgens een Reuter-(Engelsch)-telegram in het Vaderland, heeft de Amerikaansche geestelijke, ds. Thomas Mc. Leod, tot een vertegenwoordiger van de New-York Herald (een groote Amerikaansche courant) zich aldus uitgelaten: Neutraal te blijven ten opzichte der groote grondbeginselen bij dit conflict betrokken, staat gelijk met het miskennen dezer (de puriteinsche!) beginselen, en een volk, hetwelk in zulk een tijd er slechts aan denkt de eigen ziel te redden, zal deze juist verliezen. Waarlijk, ziehier een dienaar Gods, een man des vredes, een prediker van het evangelie der liefde, bij uitnemendheid!!! Intusschen, ik zou wel eens in 's mans brandkast willen zien hoeveel Engelsche of Fransche of Russische waarde-papieren hij daarin bewaart, die stijgen of dalen naar gelang van de oorlogskans; of ook willen vernemen hoeveel hij in stilte van Engeland betaald krijgt voor zijn edele propaganda tegen het evangelie van dien Christus, dien hij heet te verkondigen. - - - Bah! Bah! ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|