Landsverdediging en Aanbesteding. Alweer Spionnitis?
In de N.R. Ct. van 13 Febr. jl. Avondblad C en ook in andere bladen komt een bericht voor onder het opschrift ‘Landsverdediging en Aanbesteding’, dat weer onrust en verdenking moet wekken en dat zooals het daar staat aan eene nadere beschouwing mag worden onderworpen. Het bericht komt blijkbaar niet van eene der partijen, die van de zaak op de hoogte zijn, dus noch van de H.S.M. die de bruggen aanbesteedde, noch van de firma Aug. Klönne te Dortmund, die het werk uitvoerde.
Het bericht komt van de bekende ‘betrouwbare zijde.’
Dat nu juist die firma de bruggen op de spoorlijn Gorinchem-Geldermalsen, dwars loopende door de inundatielijn Arkel-Leerdam, maakte, is op zichzelf niets bijzonders. Vanaf den bouw onzer groote spoorwegbruggen heeft die firma hier te lande een zeer goeden naam en voerde zij een groot aantal van deze en dergelijke werken uit. Dat is ieder technicus bekend; nog slechts kort geleden bijv. werkte zij aan de versterking der spoorbruggen over onze groote rivieren. De opzet om te spionneeren wil men nu in het bewuste artikel waarschijnlijk maken met de mededeeling ‘dat door de firma Klönne tegen een zoo lagen prijs werd ingeschreven, dat naar ieders overtuiging daarop een groot bedrag verloren moest worden. Ofschoon dus voor de hand lag, dat bijzondere omstandigheden haar zoo begeerig moesten doen zijn het werk te krijgen, werd het haar, als verreweg de laagste inschrijfster, toegewezen.’
We hebben hier nu maar weer op gezag van die ‘betrouwbare zijde’ aan te nemen, dat op het werk verloren moest worden. Zelfs wanneer wij dit doen, dan dient men toch in 't oog te houden, dat tal van andere redenen dan spionnage zoo'n aannemer kunnen bewegen om zeer goedkoop te werken. Ik noem slechts als voorbeeld de regelmatige voortzetting van zijn bedrijf of zijne verplichting tegenover zijn leverancier van ijzer om eene bepaalde minimum-hoeveelheid te betrekken. Dit zijn o.a. redenen, die iederen technicus bekend zijn. Daarom is het bericht, zooals het daar ligt, niet anders dan de schandelijke verdachtmaking van eene firma, aan wie ons land veel te danken heeft.
Het werpt een blaam op het Ministerie van Oorlog; alsof er geene genieofficieren en opzichters van fortificatiën waren om spionnage tegen te gaan.
Het is even belachelijk als dat over het wegnemen van Duitsche reclameborden-wegwijzers op de Veluwe; alsof iedere mogendheid niet in het bezit kan zijn en ook is van onze topografische en waterstaatskaarten, die eenen vijand nauwkeurig den weg wijzen.
Na de belachelijke en droevige geschiedenissen van de betonvloeren van den watertoren op Zuid-Beveland en op de gasfabriek te Oude-Tonge mocht het nu eens uit zijn met zulke ongeteekende verhalen.
Wie, als ondergeteekende, in dienst is of is geweest bij lichamen, die groote werken uitvoerden, weet, dat het geen kunst is om op dergelijke wijze geheel onverdiend den naam of de nagedachtenis ook van goed vaderlanders door het slijk te sleuren. Dankend voor de plaatsing.
Breda.
W. VAN VEEN.
Civiel-ingenieur Oud ingenieur S.S.