De Hollandsche Lelie. Jaargang 28
(1914-1915)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdOverzicht van de Week.I. Neutraliteit.Meermalen reeds wees ik op het groote gevaar, waarin Nederland wordt gebracht telkens door de partijdigheid van zeker deel der Ned. pers. Thans is het reeds zoover gekomen dat onze gezant te Parijs openlijk moet waarschuwen tegen de berichten van een Blad ten onzent, waarvan iedereen weet de ‘onpartijdigheid’ (?) en waarom:
De Echo de Paris vertelde onlangs op grond van een Telegraaf-artikel aan zijn lezers, dat de vluchtelingen in ons land onvoldoende verzorgd zouden worden. Op last onzer Regeering is onze gezant daartegen opgekomen, door het volgende stuk in de N.-Y. Herald:
Nederlandsche Legatie, Parijs, Maandag. Aan den hoofdredacteur van de ‘N.-Y. Herald’, Mijnheer! Een Parijsch blad haalde dezer dagen een artikel in het Nederlandsche blad ‘De Telegraaf’ (Amsterdam) aan, volgens hetwelk de kampen, door de Nederlandsche regeering ter opneming van Belgische vluchtelingen ingericht, onvoldoende zouden zijn, uit een oogpunt van inrichting, voeding, en geneeskundige verpleging. H.M.'s regeering heeft mij opgedragen, de krachtigste ontkenning tegenover deze kwaadwillige critiek te plaatsen. Ik acht mij gelukkig, te kunnen bevestigen, dat de gezondheidstoestand der Belgische uitgewekenen zeer bevredigend is. De verblijven zijn behoorlijk ingericht en verwarmd; slechts twee kampen, dicht bij de grens, zijn nog niet definitief gereed gemaakt wegens het voortdurende doortrekken van nieuwe aankomelingen. De voeding is overal voldoende. Wat dit betreft, hebben de Belgische minister, M. Van Helleputte, en baron Fallon, vertegenwoordiger van koning Albert, na een bezoek aan de kampen, de regeling geprezen, en de uitgewekenen zelven geven onophoudelijk hun dankbaarheid te kennen. Voor de regeering en het volk van Nederland steekt er des te meer verdienste in deze hulp aan de beklagenswaardige Belgen, wier aantal ongeveer 1.200.000 bedraagt, wijl het land zeer zwaar onder den oorlog lijdt, en een leger van 350.000 man reeds gedurende vijf maanden over het geheele Koninkrijk verdeeld is ter verdediging van zijn grondgebied.
Hoogachtend A. DE STUERS. Gezant van H.M. de Koningin van Nederland. (Overgenomen uit het Vaderland). Hierbij zij opgemerkt, dat de Telegraaf is de lijfscourant van de Bondgenooten-Bladen, waaruit deze alle hare onpartijdige (?) nieuwtjes over Holland halen. Hoe betrouwbaar dit Hollandsch Blad is blijkt thans afdoend uit het getuigenis-zelve van niemand anders dan van onzen gezant te Parijs, op last der regeering. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
II. Vrede op aarde!I.Indien het niet zoo vreeselijk-ernstig, zoo boven alle beschrijving vreeselijk-treurig ware, men zou moeten glimlachen om een Reuter-telegram als het onderstaande: | |
Uitgesteld.BOULOGNE, 28 December. - Reuter's bij- | |
[pagina 410]
| |
zondere correspondent bericht, dat de viering van het Kerstfeest aan het front uitgesteld moest worden. Er was een overvloed van lekkernijen, maar de troepen hadden het te druk met het vechten tegen de Duitschers. Het aantal en de toestand der gekwetsten, die in de hospitalen worden binnengebracht, toonen aan hoe hevig de strijd is. (Vaderland).
Zoo staat het er, droog en naïef. Men stelt het ‘Vrede op aarde’-feest maar wat uit omdat.... men het te druk heeft met elkaar op de gruwelijkste, wreedste, laaghartigste wijze uit te moorden! - -. | |
II.Intusschen kunnen deze ongelukkige vechtende en stervende Engelsche soldaten er zich mee troosten, dat hun Koning en diens familie Xmas vierden op de meest aangename wijze, zij het dan ook op wat minder luidruchtige manier dan andere jaren. De prins van Wales zou - volgens de Engelsche Bladen - zelfs een vierdaagsch verlof krijgen om vooral niet te ontbreken bij den Kerstboom. Of zulks geschied is, weet ik niet. Maar de Koningin-Moeder Alexandra (volgens de Duitschers, met hare zuster de Keizerin-Weduwe van Rusland, de ziel steeds van de oorlogspartij, toen haar brave man Edward nog leefde, die óók anti-Duitsch was) had een groote familiepartij om zich heen verzameld, terwijl de Koning en de Koningin zelven, na een ‘busy week’, een beetje zijn gaan uitrusten op York-Cottage, ten einde daar alles in orde te brengen voor hun Kerstmis-viering in tegenwoordigheid van al hun kinderen (Ladies Pictorial). - Intusschen moeten de ongelukkige soldaten datzelfde Kerstfeest maar wat ‘uitstellen’, wegens de ‘drukte van het vechten.’ En dan schimpt men nog op den Duitschen Keizer, die niet genoeg in het gevecht komt, volgens sommigen. Ik weet dit niet te beoordeelen. Maar, in elk geval is hij ten minste nog aan het front, en vierde hij Kerstmis zonder zijn familie, en temidden zijner officieren en soldaten, in een kamp. De Engelsche Bladen beweren zelfs dat een bom van hunne zijde de feestvreugde verstoorde, en dat de Keizer toen uit angst er een eind aan maakte. Waar of niet, het Engelsche bericht bewijst in elk geval dat de Keizer méér meeleeft met zijn troepen dan Koning George. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
III. Vorst en Volk.Dat overigens een vorst nimmer de ellenden en de gevaren doorlijdt die zijn volk treffen, ook al gaat het hem bij toeval, zooals in het geval van Koning Albert, buitengewoon slecht, heb ik, naar aanleiding van het Belgische Vorstenpaar, herhaaldelijk betoogd wanneer sentimenteele menschen steeds weer opnieuw alles verkiezen te gelooven wat men ons wil wijsmaken van den eenvoud hunner levenswijze, enz. Dat die levenswijze naar verhouding van vroeger inderdaad zeer eenvoudig is, geef ik gaarne toe, maar zij behouden - in tegenstelling van hunne tot den bedelstaf gebrachte onderdanen - het noodige, en meer dan dat. Hoor maar uit den eigen mond van den correspondent der Westminster-Gazette, (Engelsch dus): Den volgenden morgen zat ik in de vroolijke voorkamer van hetzelfde huis. Deze was eenvoudig en comfortabel ingericht. Aan de muren hingen een paar mooie moderne schilderstukken. Zachte tapijten op den parketvloer, een keurig theeservies op een tafeltje, gaven haar een huiselijk aanzien. Heb ik nu geen gelijk, lezers, indien ik beweer, dat elk volk zichzelf offert voor elk vorst, en voor hèm de kastanjes uit het vuur haalt! Immers, het is een feit dat de Belgische Koning en zijn regeering den oorlog verklaarden aan Duitschland, zonder dat de plattelandsbevolking, die is uitgemoord en neergesabeld, en wier welvaart is verwoest, zelfs ook maar wist van oorlog, noch waarom, noch met wien. De Duitschers stonden vóór hen eer ze begrepen. Toen boetten zij alles in, waren opeens bedelaars en dakloozen. Terwijl de Belgische regeering naar Hâvre ging bijtijds, en er thans dineert met de voorname Franschen, en terwijl de Belgische Koningin hàre kinderen in veiligheid bracht bijtijds in een paleis in Engeland, en terwijl zij en haar man thans zitten in een ‘vroolijke voorkamer’, ‘confortable’, versierd met ‘mooie moderne schilderijen’ en ‘zachte tapijten’, onder het genot van ‘keurig’ opgediende spijzen en dranken. Heusch, al is dit alles zeer eenvoudig voor een koning en koningin, zóó ‘eenvoudig’ is het met dat al toch nog wel uit te houden totdat straks weer betere dagen zullen aanbreken, en zij, Koning en Koningin, hunne kinderen, paleizen en land terugkrijgen, of, in het ergste geval, voor het verlies van het laatste een groote schade- | |
[pagina 411]
| |
loosstelling ontvangen. - - Maar... wie stelt het Belgische volk schadeloos? Wie geeft het terug vermoorde mannen en vrouwen en kinderen, en wie herstelt de honderdduizenden uitgebrande en verwoeste haardsteden? ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. | |
IV. Het opengaan der oogen.Onlangs heb ik in de Lelie aangetoond, door een brief voorkomend in de Morning-Post - dat artikel van mijn hand werd uit de Holl. Lelie geciteerd in de Frankfürter Zeitung - dat Engeland en Frankrijk in den grond niet samenpassen, reden waarom den Franschen reeds de oogen beginnen open te gaan voor de dubbelzinnige rol die Engeland speelt in de Bondgenooten-rei, die van ophitsen achter de schermen, maar zelf op den achtergrond blijvend en de kastanjes uit het vuur latende halen door België, Frankrijk, en Rusland. Thans schijnt het ook in Rusland in dat opzicht daglicht te worden voor de oogen der tot hiertoe verblinden. Ziehier een citaat uit het Vaderland, dat dit bewijst: | |
De stemming in rusland.De Russkoje Slowo, een Moscoviaansch blad, dat geacht wordt het officieus orgaan van den minister van buitenlandsche zaken te zijn, bevat een merkwaardige beschouwing. Hel artikel zet uiteen, dat Rusland weinig belang heeft bij een aanvalsoorlog tegen Duitschland en Oostenrijk-Hongarije, in ieder geval niet genoeg, om zoo'n oorlog tot het einde voort te zetten. Rusland moet, zooals ook Frankrijk en Servië, op het gunstige oogenblik een eervollen, afzonderlijken vrede sluiten. Het doorzetten van den oorlog tot het eind is alleen een levensquaestie voor Engeland. De spatieering is van mijn hand; volgens het Vaderland is dit Russisch Blad het orgaan van niemand minder dan den Russischen minister van buitenlandsche zaken. Indien dat feit inderdaad zoo is, dan bestaat de mogelijkheid op een scheuring in het Bondgenootschap, die den vrede zou bespoedigen, althans gedeeltelijk mogelijk maken. Zoo zij het!
Ook Clemenceau, de groote Clemenceau, ‘de’ ex-minister bij uitnemendheid van Frankrijk, geeft te kennen dat Engeland méér kan doen dan het doet. Hij-ook schijnt eindelijk te ontdekken wie hier raddraaier is, en wie de dupes zullen zijn. Hij schrijft namelijk: Toen lord Kitchener, de sindsdien telkens herhaalde verzekering uitsprak, dat de oorlog in zes maanden uit kon zijn, maar ook 3 jaar zou kunnen duren, toen heeft hij zeker daarbij niet gedacht, dat hij op die manier juist op onze schouders (die van Frankrijk) den zwaarsten last aan verliezen en ontberingen legde. Een zeer aanzienlijk deel van ons gebied is door den vijand bezet, en het is duidelijk, dat op ons deze vreeselijke dingen het allerzwaarst drukken. Engeland bevindt zich tot zijn geluk in een heel anderen toestand. Zijn gebied is nog ongedeerd. De uit den oorlog voortgekomen economische toestand heeft zich geheel tot ons nadeel ontwikkeld, terwijl hij aan Engeland, tegenover de ongehoorde uitgaven, voor welke het intusschen niet terugdeinsde, ook zeer aanzienlijke voordeelen gebracht heeft. De spatieering is van mijn hand, want juist die woorden zeggen boekdeelen. Voor Engeland tot hiertoe het voordeel.... voor de andere landen den oorlogsgruwel in het eigen land; voor Engeland een gehuurd leger en in hoofdzaak een van gekleurde, tot den oorlog gedwongen troepen, voor de andere landen de geheele naties, de bloei, de kern, de gezondste jonge mannen - - Als straks het vaste-land elkaar gansch heeft uitgemoord met bijstand van de halfwilde Engelsche hulptroepen uit hunne koloniën, gedrild daartoe door ‘the most-christian-gentleman’Ga naar voetnoot*) lord Roberts, den vernietiger van de Transvaal, wie gaat dan strijken met de buit....? Wie....? Engeland! ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |