1814-1914.
Geheel de wereld volgt met buitengewone belangstelling het verloop van den Europeeschen oorlog op het Westelijke oorlogsterrein en de daar plaats vindende opmarsch ‘à vol de l'aigle’ van het Duitsche leger naar Parijs.
Na de overwinningen in Noord-Frankrijk en de terugtocht van het Fransch-Engelsche leger, verplaatste het terrein van den oorlog zich naar de omstreken van Parijs, en wel tusschen de rivier de Aisne, de Marne en de Seine. Geen enkel plaatsje is in de laatste weken daar genoemd, of het was historisch reeds bekend door den vorigen inval in Frankrijk, juist honderd jaar geleden, toen nog Napoleon aanvoerder was van het dappere Fransche leger. In verband met den tegenwoordigen toestand is die inval wederom actueel geworden en waar de zeer interessante bijzonderheden daarvan hier vrijwel onbekend zijn, meen ik dat het den lezers aangenaam zal zijn daarover iets te hooren.
De Geallieerden hadden toen een buitengewoon groote numerieke meerderheid tegenover de kleine Fransche legercorpsen, en daarbij kwam, dat Frankrijk den moed geheel verloren had. Zoo schreef de Hertog van Vicence 31 Januari: ‘La soumission des habitants encourage les Alliés’, en een paar dagen later schreef hij: ‘Il n' y a plus d' énergie en France.’ Dat is nu natuurlijk niet het geval.
Toen waren de verschillende corpsen van Marmont, Victor, Macdonald en Ney samen 46000 man sterk. Daartegenover stonden de legers van Blücher en Schwarzenberg, totaal 250000 man, gevolgd door meerdere legers, die het aantal vijanden op ongeveer een millioen man bracht.
Den 26 Januari waren de beide legers van Blücher en Schwarzenberg geconcentreerd tusschen de Marne en de Seine, dus ongeveer dezelfde toestand als na het vooruitrukken der tegenwoordige Duitsche legers naar Parijs.
Napoleon, wiens taktiek altijd bestond in het verslaan van geïsoleerde deelen van het groote leger, kwam 26 Januari van Chalons, viel Blücher aan te Brienne en versloeg hem daar. Blücher was echter in staat te replieeren op het zich te Bar-sur-Aube bevindende leger van Schwarzenberg, waarop de nu vereenigde legers Napoleon bij la Rothière aanvielen. Hier strijden de Franschen één tegen drie, maar weten toch vrijwel ongedeerd te retireeren naar Troyes.
De Geallieerden waren buitengewoon blijde met die halve overwinning, terwijl nu ook het Fransche leger allen moed verloor. De Geallieerden, ja iedereen, beschouwden de oorlog als geëindigd, alleen Napoleon zag in dat die pas begonnen was. Teruggetrokken op Nogent-sur-Seine vernam hij, dat Blücher een flankmarsch op Parijs uitvoerde. In den nacht van 7 op 8 Februari volgde Napoleon de bewegingen van Blücher op de kaart.
Toen de Hertog van Bassano s'nachts binnenkwam om dépêches voor Chatillon te laten teekenen, vond hij Napoleon op den grond liggende met kaarten voor zich, waarin spelden gestoken waren ter aanduiding van de legerposities. Napoleon zeide hem toen: ‘Je suis en ce moment à battre Blücher de l'oeil.’
Den volgenden morgen gaf hij daartoe zijne orders. Victor moest te Nogent-sur-Seine blijven om de Austro-Russen de overtocht van de Seine te betwisten. Het corps van Marmont, de Garde en de cavallerie van Grouchy moesten zich op weg begeven naar Sézanne, waar Napoleon zich 10 Februari ook heen begaf. Het corps van Marmont nam toen posities in voor het défilé van Saint-Gond. Hier werd nu het Russische corps onder Olsufjew aangetast, vandaar verjaagd naar Champaubert en daar ongeveer geheel vernietigd. Meer dan twee duizend gevangenen, onder wie Olsufjow zelf, werden naar Parijs opgezonden. De geheele artillerie en alle vaandels vielen Napoleon in handen. Het bosch van Champaubert werd door de enthousiaste Fransche soldaten ‘le bois enchanté’ genoemd. Door die overwinning was het leger van Blücher in twee deelen gescheiden. Den volgenden dag werden nu de corpsen van Sacken en York bij Montmirail volkomen geslagen, waarop zij vluchtten naar Chateau-Thierry, om daar opnieuw geslagen en teruggeworpen te worden achter de Ourcq.
Blücher zelf was intusschen opgerukt tot aan Fromentières. Toen kreeg Marmont order de Pruisen aan te vallen. Hij deed dit zoodanig, dat Blücher teruggeslagen werd naar Vauchamps, om hier te stuiten op Napoleon zelf aan het hoofd van zijn Garde. Hier was het, dat een schitterende charge van Grouchy, de nederlaag van Blücher in een paniek deed eindigen.
Napoleon had het plan de overblijfselen