De Hollandsche Lelie. Jaargang 28

Moeders Sprookje.

Mijn kindje, wat zit je te staren zoo stil!
Zeg, denk je aan droevige dingen?
Kom, leg maar je hoofdje in Moedertjes schoot,
Dan zal ik een liedje jou zingen.

Een vroolijk, blij liedje, of een liedje van leed?
Of dat, wat je‿op school hebt gezongen?
Nee? wil je geen liedje? Dan weet ik wat moois:
'k Vertel je een sprookje, mijn jongen!

Een sprookje van liefde, die nimmer verging....
Zul je‿heel goed naar Moedertje hooren?
- - - - - - - - - - - - - -
Nu, slaap je?! en hebt er geen woordje gehoord?
Ging Moeders mooi sprookje verloren?

Maar kijk! o, wat lachen je lipjes zoo blij!
Wat zie je dan wel in je droomen?
Is Moedertjes sprookje van liefde dan toch
In droomen zoet tot je gekomen?

R.C.K.