Overzicht van de Week.
I. De Haagsche tram-staking en de ‘eerbiedig’-geworden Voorzitter van den Raad van Beheer der Haagsche Tramweg-Maatschappij, Mr. D. van Houten.
Neen, ik zal er mij niet mee bemoeien, of er een oordeel over vellen. Met eene eenstemmigheid, die men zelden ontmoet waar het een zaak der bourgeoisie tegenover de arbeiders geldt, heeft èn het publiek, èn de pers vrij-wel eendrachtiglijk partij gekozen tegen de tramdirectie, en vóór de stakers. Op welke gronden kan ik niet voldoende nagaan, om zelf een vonnis te vellen. Wel breng ik bij deze gelegenheid gaarne hulde aan de bijzondere beleefdheid en netheid waardoor het personeel van de Haagsche trammen zich steeds onderscheidt, en geef ik ook aan den anderen kant Mr. van Houten toe zijn beweren, dat de Haagsche trammen, wat inrichting, personeel, enz., aangaat, staan op een hooger peil dan dat van andere steden, ook in het buitenland.
Maar, waarover ik 't hebben wil even - omdat ik er om moest lachen - dat is over het ingezonden stuk in het Vaderland van bovenbedoelden Mr. van Houten, geschreven in zijn qualiteit van ‘Voorzitter van den Raad van Beheer der Haagsche Tramweg-Maatschappij.’ In dat stuk, waarin met, - intusschen reeds weer tegengesproken - cijfers wordt beweerd dat de Haagsche Tramweg-maatschappij niet zoo rijk is als men denkt, enz., enz., komt namelijk de volgende schoone zinsnede voor:
Zoolang die bedreigingen voortduren, zal het niet mogelijk zijn de staking tot een spoedig einde te brengen.
Doch zoolang behoort ook uw sympathie in de eerste plaats bij die mannen, die, door plichtsgevoel gedreven, hun dienst verrichten; die als zoovele ‘eenlingen’ de massa moeten trotseeren. Daartoe behoort een moed, waarvoor ik eerbiedig het hoofd ontbloot.
Is het niet roerend die ‘eerbied’ welke Mr. D. van Houten, een der rijkste ingezetenen van den Haag, plotseling gevoelt voor die ‘eenlingen’, die zoo goed zijn voor hem, en zijn een ruimen winst-afwerpende tramweg-maatschappij te blijven werken coûte que coûte. Och waarlijk niet, zoo als hij het voorstelt, uit zucht om moedig ‘de massa te trotseeren’,