de ‘Tooneelschool’. Dat zeg ik U ná. Volkomen terecht wees mej. Bakker op het tijd- en oogenverslindende handwerkjes-gepruts.
Een kleedje onder een lamp, onder een schel, onder een aschbakje!
Ik zoude U willen toeroepen: Spaar Uw oogen en doet iets nuttigers in den trant zooals mej. Bakker schreef.
Twee jaren geleden was ik met mijn vader in Engeland en wij bezochten o.a. Manchester. Op de hoeken van pleinen en straten werden bij groote biljeten 500 ‘hemdennaaisters’ gevraagd aan een opgegeven adres.
Onder voorwenden voor anderen werk te zoeken togen mijn vader en ik er op uit en wij informeerden aan het reusachtige magazijn en we waren zoo gelukkig ook een paar werksters van dat magazijn te kunnen ondervragen.
En het resultaat!
Werken van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, met kleine pauze voor eten, kon een geoefende werkster 100 hemden naaien in 6 dagen en kreeg daarvoor 4 cent per stuk, alzoo f 4.-!!! Was er een hemd bij dat niet netjes genoeg was genaaid dan werd voor elk 4 cents afgetrokken en kon men rekenen op ongeveer f 3.80 's weeks!
Dat vele meisjes de prostitutie verkiezen boven zulk een bestaan is alleszins verklaarbaar en te vergeven.
De wetenschap dat zij op 40-jarigen leeftijd vermoedelijk blind zullen zijn door de sterke inspanning der oogen, gepaard aan geheel onvoldoende voeding, woning, kleeding en reiniging, drijft hen een andere richting uit.
En zoude mevr. S. Hoogendijk-Hesse hier nog durven gewagen van de ‘Rein-Leven’-beweging? Ja, als men alles in het leven heeft wat men verlangen kan, dàn kan men zoo gemakkelijk vanuit zijn stoel oreeren over ‘Rein-Leven’!
Bij het ondervragen dier werksters in Manchester was mijn vader zoo bewogen, dat hij bij het zien en hooren dier naamlooze ellende zijn beurs nam en elk hunner een gift deed en H.J. Schimmel zoude, als hij nog leefde, van mijn vader getuigen evenals hij deed van A.C. Wertheim:
‘Uw hart was vrouwelijk-teer,
Als gij schaamrood bekende:
Mijn gift was ijdel en misplaatst mijn medelij;
Maar 't kleed was o! zoo dun!
In d'oogen kréét d'ellende,
‘Toen ben ik weer zwak geweest’ -
‘Dan waart ge 't gróótst voor mij
En thans mevr. Hoogendijk - Hesse aan U ook nog een enkel woord.
Toen ik Uwe stukken las dacht ik aan de Genestet
‘Ga naar 't strand der zee
Bij 't barmen op de kust.
‘Of breng wanneer ge kunt
De storm, de golf tot rust,
En mevrouw, U wilde ieder die aan Vrije liefde doet in de gevangenis!
Hoeveel gevangenissen zouden dan niet gebouwd moeten worden! Eén te Arnhem zoude véél te weinig zijn, en hoevele tientallen in den Haag! En op elk flink dorp één!
En zoude u daardoor hen verbeteren? Néén verbitteren zou u hen! Ik zou aan elke vrouw die getrouwd was willen toeroepen:
‘N'oublie pas que tu est la femme d'un homme et non d'un Dieu. Tu ne 't étonneras donc pas de ses faiblesses.’
De mensch is zoo geheel verschillend.
Alfred de Musset was een groot vrouwenkenner.
Toen de nog jeugdigde dichter met de veel oudere, zwartoogige George Sand naar Venetië ging en zij hem ontrouw werd, keerde de zoo droef gestemde zanger naar Parijs terug en schreef dat éénig schoone gedicht:
‘La nuit de Mai.’
en later dat kernachtige versje, het resultaat van zijn leven:
‘Il faut, dans ce bas monde,
Pour savoir, après tout, ce qu 'on aime le mieux:
Les bonbons, l'ocèan, le jeu, l'azur des cieux,
Les femmes, les chevanx, les lauriers et les roses.’
En thans een slotwoord aan U, mijnheer August de Jong.
Op mijn vele reizen is mijn blik verruimd, ik denk anders over vele zaken dan andere jonge meisjes van mijn leeftijd.
Ik zag Budapest en Weenen met al het mondaine leven dat in die beide wereldsteden overvloedig tiert
Ik zag zeldzaam schoone vrouwen in de hôtels, theaters en stoombooten en begrijp levendig dat een man daar niet ongevoelig voor kan blijven:
Men zag daar elke vreemde heer spoedig met eene ‘chacune’; ik begrijp het volkomen en veroordeel het niet!
‘De geest is wel gewillig doch het vleesch helaas is zwak.’
En weet ge wat de fout is van zoovele Holl. vrouwen?
In de Bijbel staat: ‘de vrouw moet den man bekoren.’
Dat beteekent de vrouw moet er altijd netjes, frisch, keurig gesoigneerd uitzien!
Dat is geen geldkwestie! Handige jonge meisjes maken wat aardig hoedjes op! maken werk van hun haar, hun nagels, hun teint! Als men hen midden in den nacht verraste zouden velen hun nachtjaponnetje hebben getooid met strikjes rood of blauw! Een tafel keurig dekken, leuke herkenningsteekens in servetten (schildwachthuisjes, korenaar, enz.), aardige zijden lampenkappen, mooie bloote armen, dat alles oefent bekoring uit en de man blijft tehuis. Doch vóór alles, de man moet minstens 10 jaar ouder zijn dan de vrouw. Wij vrouwen zijn véél eerder oud! en mijn vader heb ik moeten beloven een man te trouwen ouder dan ik.
En nu, mijnheer de Jong, Uw levensopvatting! Ik kan ze begrijpen en billijken en ik veroordeel ze niet, want de vrouwen zijn zelf de schuld als de liefde verdwijnt en een andere vrouw hun levensweg kruist.
En nu, geachte Redactrice, een woord aan U.