En ik vraag U, lezer, lezeres, heb ik geen gelijk indien ik 't zeggen durf, wat een ander niet durft zeggen, namelijk dat zulk een schandelijke permissie gelijk staat met het aankweeken van de meest uitgesproken ontucht!
Immers, hoevele beklagenswaardige, door drank verhitte, daardoor van hun rede beroofde jonge meisjes uit de volksklasse laten zich niet in juist zulke uitspatting-nachten verleiden, verdierlijkt en ontzenuwd, tot eene handeling waarvan het gevolg is, na negen maanden, het zoogenaamde ‘kind der schande.’
Ja, ‘kind der schande,’ maar niet der schande van de moeder, maar van den Staat, de Regeering, de ‘Weldenkenden’!
- Hoevele jongelieden, nauwelijks de kinderschoenen ontwassen, met den besten wil ter wereld nog niet in staat te trouwen finantieel, begaan in zulke verliederlijkingnachten niet een zinnelooze begeerte-handeling, veroorzaakt door jenever-overprikkeling, handeling, welke zij misschien later berouwen, maar niet meer kunnen goedmaken zelfs, omdat hun de middelen tot onderhoud van een gezin ten eenenmale ontbreken!
En, weet niet iedereen, vertellen het niet alle zedelijkheid- en reinheid- en godsdienstleeraren ons, hoe het de alcohol is, de groote zinnen-prikkelaar, de den geest benevelenden opwinder, welke van huis uit bezadigde menschen plotseling ontketent tot wellustelingen, tot zonder eenig zelfbedwang zich aan een plotselinge hartstocht onbedwongen overgevende genietelingen, wien het bij hun onberedeneerde zinnenbevrediging niet te doen is om eerlijke liefde, maar die integendeel, eenmaal nuchter geworden, ontstellen van de gevolgen hunner daad, van de door hun gewekte kiem, die kiem kunstmatig trachten te dooden dikwijls, of, als het arme wezentje geboren wordt, het met onverschilligheid behandelen, ja haten soms, wijl het een ‘doodeter’ méér is....
Richt verbeterhuizen op voor verwaarloosde kinderen en vroegtijdige verdorvenen, sticht aanstellerig-lievig-vrome toevluchtsoorden voor gevallen meisjes en ongehuwde moeders, verkoop Emma-bloempjes om de tuberculose tegen te gaan in de volksklasse, ga Zondags met een uitgestreken gezicht naar welke kerk ook, Roomsch-Katholiek, of Gereformeerd, of Ned: Hervormd. of wat het ook zij, gij allen beschaafden, regeeringspersonen, die U tegelijkertijd schuldig maakt aan het aankweeken van onzedelijkheid door het openzetten der nachtkroegen op openbare feestdagen, gij zijt de ware schuldigen, de ware zondaars, niet die gevallen meisjes, die ontaarde moeders zijn het, die straks misschien zelfmoord plegen, of hun ‘kind der schande’ trachten weg te maken, (iets wat schijnheilig ‘strafbaar’ is, o brave rechters). Niet de verwaarloosde kinderen, de nakomelingschap der dronkaards, de daardoor van der geboorte af zedelijk minderwaardigen zijn het, die zijn te veroordeelen. En niet de tuberculose-sterfte en de zuigeling-sterfte roept om Uw schijnheilige belangstelling, maar wèl de wortel van het kwaad, de jeneverzonde, de nachtpermissie aan de kroegen bovenal!
Nietwaar, als de Prins of de Koningin verjaart, of er is een andere nationale feestdag, dan weten de ‘beschaafden’ zich wel op hun eigen manier te vermaken. Zijn zij regeeringspersonen dan valt er voor hen een ridderorde af, of een diner bij de Koningin, of iets van dien aard; hebben ze geen dergelijke betrekking, wat nood, dan vereenigen ze zich maar tot een of ander ‘comité’ ter eere van dit of van dat, en dan worden ze als zoodanig toch óók bewierookt, bij de Koningin ontvangen, enz. En bovendien, zij hebben in hunne eigene huizen, achter de schermen, hunne eigene gezellige feesten, en hun champagne en hun bourgogne, en hunne fijne sigaren.
Maar het volk!
Het volk moet toch ook witt hebben, - nietwaar!
- Welnu, verdom en verliederlijk het dan maar met jenever. Dan is het tevreden. Dan brult het idioot langs de straten, en noemt dat ‘zich amuseeren’; en geeft zijn laatsten cent uit voor een borrel; en het mes snijdt van twee kanten óók nog, want de rijke Schiedammers verdienen daaraan véél, aan zulke jenever-nachten, en de alcohol-inkomsten, die groote hoofd-factor in onze ‘welvaart’, stijgen des te meer.
Het daarna! Wat komt dat er op aan voor onze brave, hoogst-fatsoenlijke, hoogst-zedelijke regeering! Après nous le déluge! Tout comme chez Louis NV! We weten het wel dat juist zulke ontucht-nachten van het minste allooi, nachten waarin de allerlaagste instincten van de allerlaagste volksklasse hoogtij vieren, dat zij het zijn waarin straks tallooze diep-beklagenswaardige toekomstslachtoffertjes, worden gemaakt, onbewust, in drankverhitting en zinneloosheid, toekomstslachtoffertjes, waarvoor de ouders geen brood hebben, waarvoor de ongehuwde moeder zich schaamt, wier lichaampjes zijn voorbestemd