De Hollandsche Lelie. Jaargang 27(1913-1914)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Aan... Och, hadt gij, vrouw, Uw roeping wèl verstaan: Gij waart een licht, een engel op het pad Van wie behoefte aan Uwe liefde had; Méér dan zijn lichaam, trok zijn ziel U aan. En niet alleen door hartstochtsdrang geleid, Zoudt gij hem vurig kussen op den mond, Maar 't arme hart zijn vreugd, zijn vrede vond, Van droeve heimwee-smart door U bevrijd. Gij waart zijn ster, die straalde in donk'ren nacht, Gij strooidet geur'ge bloemen langs zijn baan, O, hadt gij, vrouw, Uw roeping wél verstaan, Gij hieldt hem rein door Uwer schoonheid macht! C.M.V. Vorige Volgende