III.
Amsterdam, 21 Dec. 1913.
Aan Jonkvrouw Anna de Savornin Lohman.
‘Redactrice van ‘De Hollandsche Lelie.’
Geachte Redactrice.
Beleefd verzoek ik U opname van onderstaand in uw tijdschrift.
Met zeer veel belangstelling las ik Uw artikelen over drankmisbruik in het nummer van 17 December. Het zij mij echter vergund naar aanleiding van een Uwer uitspraken een enkele opmerking te maken. Waar U met waardeering schrijft over het door onze vereeniging, de Nederlandsche Onderwijzers Propaganda-Club voor drankbestrijding, uitgegeven blaadje, daar zegt U: ‘maar ik dacht óók, met ergernis hoevelen dergenen, die lid zijn van deze propagandaclub voor drankbestrijding en die de uitgave van bovenbedoeld blaadje financieel steunen zullen nochtans straks hun goedkeuring hechten aan het onwaar leuterverslag, (van het feest(?) te Scheveningen) dat de likcouranten er van geven.’
Zonder nu al onze meer dan duizend leden persoonlijk te kennen, durf ik U daarop wel te antwoorden: Niet één.
De leden onzer onderwijzers-propaganda-club huldigen allen, in woord en daad, het niet-drinken, niet schenken, en schromen ook niet om waar zij misstanden ontdekken, speciaal wat betreft het drankgebruik door kinderen, deze openbaar te maken en ze zoo krachtig mogelijk te bestrijden. En waar het betreft ons devies ‘geen alcohol aan kinderen,’ daar zal niemand onzer leden den moed zijner overtuiging missen. En juist door misstanden te openbaren, en aan te dringen op verbetering heeft onze club in de twintig jaren van haar bestaan reeds heel wat bereikt. Ouderbladen als door U ontvangen zijn reeds bij honderdduizenden verspreid, vergaderingen met ouders worden gehouden, waar door een arts en een onderwijzer er de ouders op gewezen wordt, hoe verkeerd het uit geneeskundig en opvoedkundig oogpunt is om kinderen alcoholische dranken te geven, voorts verspreiden wij artsenrapporten, dat zijn brochures, waarin opgenomen de meening van verschillende doktoren over alcoholgebruik aan kinderen. Dit alles om de ouders te overtuigen van het verkeerde van alcoholgebruik door kinderen.
Doch ook tot de kinderen zelve richten we ons. We geven een kinderblaadje ‘Jong Leven’ uit (oplaag 6000 ex.), waarin zoo nu en dan eens op het verkeerde van alcoholgebruik wordt gewezen, een blad voor jongelieden ‘Abstinentia’, waarin gepoogd wordt jongens en meisjes van 16-20 jaar kennis van het alcoholvraagstuk aan te brengen, voorts houden we tooverlantaarnavonden met kinderen, richten vereenigingen van jongelieden op, onder leiding van ouderen, terwijl we bovendien voor de kinderen van 12 tot 16 jaar cursussen in het alcoholvraagstuk geven. In dit jaar bedroeg dit aantal cursussen 103 met 2372 leerlingen, die eens per week of eenmaal in de veertien dagen gratis onderwijs ontvangen over den alcohol en zijne werking, waarbij natuurlijk de aantrekkelijkheden als voorlezen, zingen, gymnastiek, sloyd niet vergeten worden.
Maar boven alles stellen wij het voorbeeld, van de ouders, van den onderwijzer, van de familie, de kennissen, kortom van de omgeving van het kind.
Want wil ons volk van de volksziekte Alcoholisme genezen worden, dan zal daarvoor noodig zijn een alcoholvrije opvoeding der jeugd. En daarom roepen wij allen op, die met ons het drankmisbruik afkeuren, om ons te steunen door de jeugd een voorbeeld ten goede te zijn. ‘Leeringen wekken, voorbeelden trekken’ ook hier. En als onderwijzers durven wij het te doen met vrijmoedigheid en aandrang, omdat wij ze maar al te zeer kennen, die beklagenswaardige stumpers die lijden door der vaderen schuld. De zonden der vaderen worden bezocht tot in het derde en vierde geslacht. Dit droeve Bijbelwoord is maar al te waar, wat het alcoholgebruik betreft. ‘Om onzer kinderen wil’ heet ons ouderblad, om onzer kinderen wil vragen wij aller steun door het voorbeeld der onthouding.
Mag ik tot slot nog iets opmerken over onze Nederlandsche Onderwijzers Propaganda-Club. In het bovenstaande noemde ik slechts een deel van onzen arbeid op, het zou te veel van de plaatsruimte gevraagd zijn om hier ons geheele werkplan te ontvouwen. Slechts dit. Hoewel al onze leden met liefde hun contributie offeren, hoewel wij verschillende donateurs hebben, hoewel wij steun ontvangen van land- en stadsregeering, hoewel al onze cursusleiders (119) geheel gratis en belangloos hun tijd en arbeidskracht geven, toch sloot ons laatste boekjaar met een tekort van f 963.-. Instrumenten, boeken, platen, modellen, kosten geld, veel geld. Het lidmaatschap onzer vereeniging, (alleen zij die de bevoegdheid hebben tot het geven van onderwijs kunnen lid worden) kost f 1.- donateurs betalen eveneens als minimum f 1.-. Zijn er onder de lezers der Hollandsche Lelie......
Misschien wilt U, geachte redactrice, dit mijn onuitgesproken verzoek, wel steunen. Tot het geven van meerdere inlichtingen blijf ik natuurlijk steeds bereid.