Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.
Vogelbescherming.
In de laatste jaren is men meer en meer tot de overtuiging gekomen, dat het vooral door bescherming der insecten-etende vogels mogelijk is, de algemeen zoo talrijk voorkomende schadelijke insecten, van allerlei aard, te bestrijden. ‘Vogelbescherming’ is daardoor het wachtwoord geworden, dat ons door mannen van ervaring bij herhaling wordt toegeroepen, maar nog steeds wordt te weinig waarde aan deze waarschuwing gehecht.
Dagelijks tenminste kunnen wij ons ergeren aan de wreede wijze, waarop door lieden van het vogelvangersgilde in de natuur wordt huisgehouden, en of daarin de op 1 Januari a.s. in werking tredende nieuwe vogelwet verbetering zal brengen, wie zal het zeggen? Laten wij 't beste daarvan hopen.
Maar 't is een verblijdend teeken des tijds, dat onder de groot-grondbezitters, eigenaren van landgoederen, buitens, stads- en buitentuinen, hoe langer hoe meer stemmen opgaan, om maatregelen tot behoud en bescherming der vogelwereld te nemen, en 't is te verwachten, dat het spreekwoord: ‘goed voorgaan doet goed volgen’ ook in deze zal worden bewaarheid.
Wanneer allen, die daarvoor in de gelegenheid zijn, willen medewerken - en heusch, de gevraagde moeite en geldelijke offers kunnen voor de meesten geen bezwaar opleveren - dan zullen de vogels de hun bewezen weldaden ruimschoots vergelden, en zullen de goede resultaten door het afnemen of verdwijnen der insectenplaag (nonvlinder enz., enz.) spoedig zijn waar te nemen.
Niet alleen door het plaatsen van nestkasten en blokken en door 's winters, wanneer de vogels gebrek lijden, te zorgen voor voedsel en water, maar ook door 't aanplanten van de daarvoor aangewezen boomen, heesters en struiken, kan men een breede schaar van nuttige vogels blijvend aan zijne omgeving binden.
De Afdeeling ‘Nijmegen en Omstreken’ der Nederl. Ver. tot Bescherming van Dieren is in deze voorgegaan en heeft op initiatief van oudergeteekende aan de hand van een plan, ontworpen door den grooten man op dit gebied, Freiherr von Berlepsch, te Seebach, een zoogenaamd vogelbosch aangelegd. Bij deze aanplanting is uitsluitend rekening gehouden met die gewassen, die voor de vogels bijzonder aantrekkelijk zijn, en waar dit vogelbosch is aangelegd op een rondom door bosch, hakhout en bouwland omgeven groot terrein, waar echter water ontbrak, is voor dit laatste in de eerste plaats gezorgd.
Daar waar men vogels aan de omgeving binden wil, is het voorhanden zijn van water een eerste vereischte.
Bij het beplanten van tuinen vergete men vooral niet de klimrozen, die door hun doornen aan katten en andere roofdieren beletten om bij de nesten te komen, en waaraan na het uitbloeien de rozenbottels zitten, die zoo graag door de vogels gegeten worden: in den zomer heeft men door deze aanplanting een prachtige