is van oppervlakkigen aard, en niet blijvend zal wezen. Gelijk hij immers ook een der socialistische vrienden van ‘Nol’, het jongetje in quaestie, tot hem laat zeggen: ‘N' Zieleavontuurtje, waarbij in 't eind alles nog best zal terecht komen’.
Dit is dus tendenz-lectuur van A-Z. De auteur is blijkbaar een overtuigde vrij-socialist, iemand die groote bewondering voelt voor Domela Nieuwenhuis, en die de R.K. Kerk en hare macht over het volk dóór en dóór kent. Dientengevolge zijn zijne personen meer uitingen vóór zijn ideeën, dan uit het leven gegrepen typen. Nol komt, als hij rood moet worden, bij allerlei onnatuurlijk-brave en ontwikkelde en onzelfzuchtige bazen en leermeesters terecht, en, als hij weer zwart zal worden gemaakt in de bedoelingen des auteurs, dan treffen hem zóòvele slagen en rampspoeden dat hij geen anderen uitweg ziet dan zich maar weer door een goedigen, het oprecht-meenenden pastoor laten inpalmen. Met dergelijke wijzen van overtuigen-willen in roman-vorm, overtuig je m.i. niemand die onpartijdig staat tegenover de zaak. Waarvan ik echter wèl ben overtuigd door de lezing van Van Zwart tot Rood en van Van Rood tot Zwart, dat is van het onmiskenbare talent waarover de auteur beschikt om volks-tooneelen, volkstoestanden, volksgesprekken af te beelden. Hij doet dat op eene wijze die je in de ziel grijpt, juist omdat hij in al die bladzijden, die ik bedoel, zijn tendenzen op zijde zette, en enkel schildert de werkelijkheid. - Een gezin als dat waaruit Nol voortkomt is afgezien van het droeve dagelijksche leven, en heel die achterbuurt bij het Haagsche Spui lééft, zie je vòór je, in al hare afzichtelijke ruwheid en verliederlijking. Ik ben overtuigd dat Multavidi iemand is, die, zonder een zoo dik er opgelegden tendenz, zijn doel veel beter zou weten te bereiken, omdat hij beschikt over een vluggen, vaardigen verhaaltrant en over een groote kennis van het volksleven.
Amor Amantibus, (Indische roman) door J.S.E. (uitgegeven bij G.J. Slothouwer Amersfoort), is een luchtig los in elkaar gezet verhaaltje van het lief en leed eeniger Indische jongelui. Van literaire beteekenis is het boek absoluut niet, maar het laat zich prettig lezen, en het geeft een levendig kijkje op het ‘uitgaan’ van gegoede Indische families. Ook toont de auteur in de geschiedenis van het over den inlander uitgesproken doodvonnis, dat het hem niet ontbreekt aan gevoel en aan menschlijk mededoogen.
Een Verloren Leven, door Mevrouw M.C.E. Ovink-Soer (Amersfoort - Valkhoff en Co.) en De Canneheuveltjes, een verhaal uit het Indisch Kinderleven, (bij Dickhoff's uitgeversmaatschappij, den Haag.) Mevrouw Ovink-Soer is den Holl. Lelie-lezers geen onbekende; ik behoef hun dus niet te vertellen dat haar verhaaltrant steeds los is en gemakkelijk, en dat van hare denkbeelden eene opvoedende kracht uitgaat. Met Indië bekend door een langdurig verblijf daar, kiest zij meestal het land der tropen als plaats harer handeling.
Goede oude bekenden zijn de kalenders van la Rivière en Voorhoeve, Zwolle. Een geïllustreerde Kinderkalender doet aantrekkelijk aan door het plaatje van een aardig klein ding met een hondje onder den arm, en de vroolijke oogen gevestigd op een paar andere honden naar wien zij lachend opkijkt. Dat plaatje belooft hoe de inhoud den kinderen stellig goedheid en mededoogen zal leeren jegens de van hen afhankelijke huisdieren. Ook het schild predikt deze idee, door een groepje kinderen, waarvan de oudste een lammetje laat zien aan hare speelmakkertjes. Zoo'n wezenlijk-opvoedkundige kinderkalender is in elke kinderkamer op zijn plaats.
De elf provinciën, waarvan elke week een andere afbeelding geeft uit ons vaderland, behoeft nauwelijks meer eene aanbeveling, zóó heeft deze uitgave reeds hare plaats weten te handhaven. Als altijd vertoont het schild de wapens der elf provinciën, terwijl men vanbinnen een memorandum vindt voor elke week ten behoeve van verjaardagen en aanteekeningen. (La Rivière en Voorhoeve, Zwolle).
Tenslotte zij nog de aandacht gevestigd op de uitgave Neerlandia 1914, (La Rivière en Voorhoeve te Zwolle); het schild is ditmaal echt-hollandsch, in blauw, en voorstellend een vrouwtje aan het spinnenwiel in een Hollandsch interieur. De kalender-zelf bevat als altijd op elk blad een kiekje van Nederland, van zijn kasteelen, enz., met en zonder bijgaande beschrijvingen. Ook uit Ned.-Indië vindt men vele afbeeldingen.
Paul's Ontwaken, door Frederik van Eeden, (W. Versluys, Amsterdam, uitgever.) - Dit boek is m.i. een juweeltje, geheel en al onverschillig of men het met de strekking eens is of niet. Ik kom er nader op terug, wil echter althans voorloopig dit ervan zeggen, dat m.i. alle ouders goed zouden doen hunne volwassen zonen en dochteren zulk een boekje als dit te schenken in de komende feestdagen. Immers, hoeveel leert het van een ideale verhouding tusschen vader en zoon, hoeveel ook van mooi-sterven, en welk een roerendgevoelige bladzijde is die van Paul's afscheid aan zijn moeder, wanneer hij haar herinnert aan het kindje uit de sprookjes van Grimm, dat niet kon rusten in zijn grafje, omdat zijn doodshemdje te nat werd door de onophoudelijke tranen zijner moeder. Dit alles is geen fantasie, het is droeve wáárheid, want Paul is de vroeggestorven zoon van Frederik van Eeden, wiens vier en twintig