De Hollandsche Lelie. Jaargang 27
(1913-1914)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdLetterkundig Overzicht.
II.
| |
[pagina 363]
| |
in geslaagd zijnde de bijzonderheden van Louise Von Toscana's huwelijk met Enrico Toselli na te sporen, beschreef in zijn blad, onder welke omstandigheden hij het echtpaar had bespied aan den aanvang van hun zooeven door de wet bekrachtigd geluk. - Zij, Louise en Enrico, waren daarna overgestoken van Dover naar Calais (het huwelijk is te Londen voltrokken), en de reporter zag hen in een wachtkamer tegenover elkander zitten, beide zichtbaar-somber gestemd, moede van de reis, verlegen met hun figuur, met een uitdrukking op hun gelaat alsof het hun reeds terstond berouwde den beslissenden stap gedaan te hebben. - Nietwaar, als men zulke verhaaltjes leest, is men geneigd, wetend hoe de couranten er op los liegen, de schouders op te halen, en zich af te vragen of er ook zelfs - maar een schijn van waarheid aan ten grondslag ligt, en of deze weinig-opgewekte scène niet enkel bestond in de verbeelding van een op couranten-nieuws uitgezonden verslaggever, die, als hij niets wezenlijks weet over te seinen, maar wat er op los verzint. Echter, thans is de bekentenis van Enrico Toselli-zelf daar, om woord voor woord te bevestigen de hierboven meegedeelde beschrijving. Hij vertelt namelijk uitvoerig hoe het huwelijk als zoodanig hem, die geen woord Engelsch verstond, vóórkwam te zijn een comedie méér dan werkelijkheid, hoe het hem tegen de borst stuitte zich daarbij het voorwerp te weten van voortdurende belangstelling en nieuwsgierigheid zijdens de journalisten, en hoe dientengevolge inderdaad de stemming, waarin hij zijn huwelijksreis aanvaardde, een allesbehalve vroolijke is geweest. Dit huwelijk heeft altijd op mij den indruk gemaakt van een poppenspel, van een koordendansers-geschiedenis. Een zoete droom ging bijna onmerkbaar over tot een beangstigende nachtmerrie. - En, hoe deze verandering geschiedde, dat weet ik niet eenmaal te verklaren. - - - - Eindelijk brengt men ons voor een geestelijke. Nog steeds zie ik dezen ernstigen man voor mij, hoe hij mij een vuil exemplaar van een bijbel overreikt, dien ik aan mijn hart moet drukken. Hij sprak Engelsch, en ik verstond er geen woord van. - - - - - Den 24sten September wisten wij nog steeds niet of wij zouden kunnen trouwen of niet. - - Volgens onzen advocaat zou de 25ste de trouwdag zijn. Wij gingen dus naar het bureau. Vergeefsche moeite. Men zendt ons terug. - - Plotseling, tegen 12 uur, wordt getelephoneerd; wij moeten oogenblikkelijk komen. Dus zullen we dan toch trouwen! Maar thans is weder onze advocaat, die als getuige moet dienen, ervan door! Wij bereiken hem bij geluk nog per telephoon. En zoo ging Louise dan te voet naar het bureau. - - Ach, deze huwelijksvoltrekking in Londen geleek op een grapje anders niets! Louise sprak het eerst de formulieren ná, die de Engelsche wet verlangt. Zij sprak immers zeer goed Engelsch, en wist dus volkomen wat zij beloofde. Ik daarentegen verstond er niets van dan alleen dit, dat men mijne vrouw aansprak als ‘gravin Montignoso’. Ik sprak de zinnen na als een papagaai, en dat werkte zoo lachwekkend op de aanwezigen, dat zelfs de ambtenaar het lachen niet kon laten. - - - - - - - - - Wij verlieten Charing Cross om direct over Dover en Calais naar Parijs te gaan. Toen wij aan de Gare du Nord den trein verlieten, werden wij omringd door reporters. Wij werden door honderden kodaks gehinderd, lastig gevallen door allerlei meestal zeer naïeve vragen, en hadden dientengevolge de grootste moeite om een wagen te bereiken, die ons naar ons hotel moest brengen. - - - Bijna als vluchtelingen verlieten wij Parijs. Wij waren des ochtends aangekomen, en vertrokken des middags reeds om twee uur, over Turin en Milaan naar Modena, om het Lago Maggiore te bereiken. Tot op de loopplank van de wagon werden we door reporters vervolgd, twee hunner gingen zelfs mee tot aan Modena. Nietwaar, deze beschrijving komt wèl overeen met het door mij hierboven meegedeelde verhaal, zooals ik het mij herinner uit de toenmalige couranten. Een tot hiertoe zeer-gewoon-geleefd hebbend, zeer jonge man als deze Enrico Toselli, kan ook wel niet anders dan neergeslagen en gedrukt zijn geweest, toen hij aldus ondervond welke de gevolgen waren van zijn ondoordacht huwelijk, en hoe de journalisten, met wien hij tot hiertoe, - zooals hij-zelf meedeelt, - steeds op een zeer goeden voet had gestaan als artist, hem nu voortaan gingen beschouwen niet alleen als een voorwerp voor hun meest schaamtelooze nieuwsgierigheid en indringerigheid, maar ook als een ‘nebensache’, als ‘le mari de sa femme’, in den meest onbeduidenden zin van het woord. - Zóó is dus geweest het avontuurlijk begin van een dwaas huwelijk, dat, gegeven de persoonlijkheid der echtgenoote en haar verleden, wel niet anders kòn worden dan diepongelukkig! Men moet in de mémoires-zelf | |
[pagina 364]
| |
lezen, hoe Louise Von Toscana rusteloos zwierf van het eene hôtel naar het andere, hoe zij enkel eene heel kostbare huiselijkheid inrichtte om die weer op te breken op het meest ongeschikte moment ertoe, namelijk dan juist als haar echtgenoot zwaar ziek neerligt, hoe zij voortdurend achter den rug om van haar man konkelt met de advocaten van het Saksische hof, hun volmachten geeft, en die weer intrekt, hare ju weelen heimelijk beleent, of ze spoorloos doet verdwijnen, en, bovenal, hoe ze haar zoontje meedoogenloos maakt tot den speelbal harer invallen en grillen zonder eenig verantwoordelijkheidsbesef -, waarlijk, men moet dit alles in het boek-zelf lezen om te kunnen begrijpen welk een hel deze vier huwelijksjaren zullen zijn geweest voor den dwaas, die zóó onnoozel was van eene liaison met eene mooie prinses te willen maken tot een burgerlijke gewone echtverbintenis onder gewone-menschen-verhoudingen. Inderdaad, men zou dan ook deze geheele huwelijksgeschiedenis schouderophalend kunnen voorbijgaan als een tragischkomische gebeurtenis, en niets meer, ware niet de geboorte van dat ongelukkig wezentje, van dien ‘Bubi’, over wien zijn vader spreekt met een teederheid en een liefde, welke hij in het openlijk echtscheidingsproces wel getoond heeft metterdaad te bezitten, en waarvan wij daarom willen hopen dat zij het kind moge schadeloos stellen voor het tot hiertoe in zijn vroege jeugd doorgeledene. Ik zeide het reeds vroeger, als moeder is prinses Louise Von Toscana zonder eenigen twijfel het méést onsympathiek, zijn hare daden het minst te verdedigen, of te verontschuldigen door hare prinses-opvoeding en hare prinses-vooroordeelen. Toen zij als Kroonprinses van Saksen hare vijf jonge kinderen in den steek liet om met hun gouverneur Giron de wijde wereld in te vluchten, heeft zij zich tegenover het publiek van die hartelooze daad trachten schoon te wasschep door de bewering, dat het haar niet mogelijk was aan het Saksische Koningshof zóó teeder te verkeeren met hare kinderen, als haar liefdevol, warm hart haar dat ingaf. Volgens hare aandoenlijke verhalen aan de haar interviewende journalisten van die dagen, maakte men opzettelijk van hare kinderen onnatuurlijke poppen, die van jongsaf leerden elk aangeboren gevoel te onderdrukken door militairen dwang, en die dientengevolge in haar niet voelden hunne moeder, maar slechts zagen de ‘kroonprinses’. Sentimenteele zielen waren toen indertijd door deze aanstellerij diep geroerd, en hadden grootelijks medelijden met deze van haar heilige ‘moederrechten’ beroofde vrouw. Indien men echter thans leest in Enrico Toselli's boek, hoe Louise Von Toscana gehandeld heeft met de twee kinderen, die haar achtereenvolgens waren toebetrouwd ná hare scheiding van het hofleven, en toen zij dus vrij was hare moedergevoelens en moederopvattingen ongehinderd te volgen, dan komt men tot de bedroevende conclusie, dat het haar met dat alles al heel weinig ernst is geweest, en dat zelfs het meest elementaire vrouw-mede-gevoel voor de aandoenlijke hulpeloosheid van een kind, (laat staan als het een eigen-geboren kind geldt,) haar ten eenenmale vreemd schijnt te zijn. Daar is in de eerste plaats het veelbesprokene, thans aan het Saksische hof teruggegevene prinsesje Monica, geboren na hare vlucht uit Dresden. Hoe hartstochtelijk Louise Von Toscana aan alle toenmalige reporters placht te betuigen, dat niets, niets ter wereld haar zou kunnen scheiden van dit haar eenigovergebleven kindje, ligt nog versch in aller geheugen. Zij coquetteerde met hare moederteederheden voor haar dochtertje op de meest-reclame-achtige manier, en, telkens opnieuw, kon men in de couranten lezen, hoe zij een of andere poging, namens het Saksische hof, om het kind van haar te doen wegnemen, met groot misbaar had weerstaan. Totdat..... in eenvoudige, volstrekt niet haar aanklagende woorden deelt Enrico Toselli de enkele daadzaak mee - het dreigement dat men vanwege het Saksische hof haar apanage zou intrekken haar, zonder eenig aarzelen, deed besluiten het kind af te staan voorgoed, om het naar de volgens haar zoo weinig-sympathieke hofomgeving terug te zenden. Niettegenstaande zij zeer voldoende kon leven van haar eigen fortuin en van hetgeen haar man erbij verdiende, gaf zij er de voorkeur aan hare teergeliefde Monica terstond te verkoopes voor nog méér geld, mir nichts dir nichts, voor zoo en zooveel gulden per jaar, - te betalen nog wel door den door haar zoo verachten, en door haar vlucht nog bovendien door haar beleedigden koning van Saksen! Wat men overigens leest van het leven der kleine Monica, gedurende den tijd dat zij nog bij hare moeder was, geeft allesbehalve den indruk, dat deze zich ook maar iets om haar bekommerde. Toselli beschrijft zijn indruk bij de eerste | |
[pagina 365]
| |
ontmoeting met het arme wezentje als volgt: Een zeer schoon kind was deze kleine Monica, met hare gouden lokken, en hare groote, zeldzaam-droefgeestig-blikkende diepzwarte oogen. Hare moeder hief haar een oogenblikje omhoog, liet haar op hare knieën dansen, liefkoosde haar, en babbelde met haar - - maar werd dat alles heel spoedig moe. - - - - Voor haar zijn kinderen speelgoed, niets anders; een aardige afleiding voor enkele oogenblikken. En dan ook - - een schoone vrouw wordt immers nog schooner door een baby, dat als het ware een bevestiging is harer schoonheid. De verzorging echter komt gansch neer op de gouvernante. Nooit heeft de prinses zelve zich gewijd aan hare kinderen, wezenlijk, zij zou zelfs niet eenmaal een wandeling willen opgeven, om der wille van het wezentje dat zij toch heeft gedragen in haren moederschoot. En inderdaad, niettegenstaande Louise Von Toscana thans immers niet meer gebonden was door welke hof-verplichting ook, en dus de vrijheid bezat zich aan hare Monica naar hartelust te wijden, nergens is er nochtans van het arme kind sprake als levend nevens of met de moeder! Integendeel, deze gaat geheel en al op in hare verliefdheden op Enrico Toselli, een man meer dan tien jaren jonger dan zijzelve; zij noodigt hem uit op auto-tochtjes, zij geeft hem rendez-vous, zij leeft met hem, zij verwekt, reeds vóór haar wettig huwelijk, door hem een nieuw kind, en eindelijk, als hare echtverbintenis is gesloten, en zij hare Monica dus een thuis in den waren zin des woords zou kunnen bieden, dan... verkoopt zij het schepseltje meedoogenloos voor geld, verkoopt het aan diegenen, die, volgens hare eigene beweringen, uit hare andere kinderen maken marionetten, soldaten, gevoellooze hof-intriguanten en hoogmoedige bekrompenen! - Commentaar is hier overbodig. Blijft echter nog haar laatste, haar liefdekind, haar ‘Bubi’. Men zou zeggen dat zij voor dit uit èchte passie geboren kindje dan wel een geheel bijzondere teederheid zou moeten koesteren! Men zou zelfs willen aannemen, tot hare verontschuldiging in zake haar gedrag ten opzichte van Monica en dier broertjes en zusjes, dat zij eerst nu, nu zij eindelijk den man harer keuze vond, ontwaakt tot waarachtig moeder-instinct voor de van dezen, van haren geliefde, ontvangen liefde-vrucht. - Het tegendeel is het geval. Noch de raadgevingen eener door haar leeftijd ervarene schoonmoeder, noch de beden van den terecht verontwaardigden vader. vermogen Louise ervan af te brengen het pas-geboren kindje bloot te stellen aan allerlei, zooals elk normaal mensch begrijpen kan, voor een zoo teeren leeftijd hoogst-gevaarlijke klimaat-veranderingen. Vandaag reist zij met hem naar Montreux, morgen naar Alassio, overmorgen terug naar Florence of naar Brussel, of naar Ostende, nu weer naar Londen, dan naar Rome, enz., enz. In plaats van zelve voor hem te zorgen, laat zij hem over aan onbekwame kameniers en dito kinderjuffrouwen, die hem zóó onoordeelkundig voeden, dat zijne maaltijden gelijken op wreede straf-oefeningen, bij het gebrul waarvan 't geheele hôtel geregeld te pas komt, en, zoover drijft zij hare grenzenlooze onverschilligheid tenslotte, dat zij den vader, als de meest gewone zaak ter wereld, schriftelijk meedeelt hoe zij een paardezweep heeft aangeschaft om hun beider ‘Bubi’, - een kind van drie jaar, - ‘de grillen af te leeren’; - door welken schandelijken brief zij tegen zichzelve een zóó bezwarend getuigenis aflegde, dat hij bij het echtscheidingsproces voor een groot deel oorzaak werd der toewijzing door de rechters van het aldus mishandelde kind aan den vader Enrico Toselli, en aan diens ouders. Louise Von Toscana is nog jong genoeg om, ook na deze laatste avonturen, opnieuw van zich te zullen laten spreken, óók misschien op liefdes-gebied! Laat ons hopen dat in dit geval hare liefdes-nooden géén gevolgen meer zullen hebben in den vorm van Monica's en Bubi's! Wat zij-zelve wil maken of mismaken uit haar eigen leven is hare zaak, maar het in de wereld schoppen van een beklagenswaardige nakomelingschap, die onschuldig moet boeten voor der moeder dwaasheden en gedegenereerdheid en onverschilligheid, is, in welke vrouw ook, een even onverantwoordelijke als misdadige handeling. - ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. |
|