pogingen om haar te hervormen in een Instel ling voor Verbetering in plaats van voor Straf Zijn uitspraken bewijzen dat hij in zijn hart een gevoelige plek heeft zoowel voor het lijden der dieren als voor dat der menschen.
Reeds dikwijls heeft hij verklaard, dat de drie woorden: Rechtvaardigheid, Menschlievendheid en Barmhartigheid gegraveerd moesten worden boven de portalen van elke medische Inrichting.
Vivisectie verafschuwt hij.
Nog niet heel lang geleden werd een medisch student voor hem gebracht, beschuldigd een verminkten hond, stervende in een steegje achtergelaten te hebben. Den beklaagde eene geldboete van honderd vijf en twintig gulden opleggende, sprak de rechter tot hem:
‘Wanneer vivisectie noodig is, dan moet ze niet verricht worden met zulk een hartelooze, noodelooze wreedheid. Deze arme, ongelukkige hond werd door U beetgepakt met het doel om operaties op hem te verrichten. Wij weten niet of verdoovende middelen gebruikt werden, maar wel, dat dit stomme, lijdende dier, met zijn lichaam nog open gescheurd, in een steegje is geworpen, waar hij drie uur lag, duldelooze pijnen lijdende, voordat de dood tenslotte een einde aan zijn vreeselijken doodstrijd maakte. Geen poging is gedaan om den hond uit zijn lijden te verlossen, nadat hij zoo wreed verminkt was.
Een stom dier heeft net zoo goed gevoel als gij en ik; zijn zenuwstelsel is even sensitief als het onze en daarom hebben de arme dieren recht op onze barmhartigheid en moeten zij beschermd worden.’
Een ander voorbeeld:
‘Drie beroemde doctoren vermaakten zich met de vernuftige uitvinding: munten, knikkers en knoopen in de blaas van honden te stoppen met het ‘verheven en heilige’ doel om uit te vinden hoeveel pijn de arme dieren zouden lijden onder zulke omstandigheden.
Zij zeggen koelbloedig en harteloos:
‘Nog veel meer onderzoekingen zijn noodig om te bepalen, of deze reflex nierziekte ook voorkomt bij den mensch, maar er is geen reden te veronderstellen, dat deze verschijnselen zich alleen tot den hond bepalen.’
Op dezelfde wijze kunnen arme, zieke, kostelooze patiënten, die naar die doctoren gaan om genezing bij hen te zoeken, verwachten, dat zij ook centen, knoopen en zelfs knikkers in hun blaas zullen krijgen.
Bij nauwkeurige lezing van het artikel blijkt, dat een groot aantal honden bij die proefnemingen gebruikt worden, en gewoonlijk vrouwelijke fox-terriers.
In verband hiermede merken diezelfde doctoren op:
‘Het is nogal gemakkelijk dit probleem bij den mensch te onderzoeken en vooral bij de vrouw.’
Dit is van speciaal belang voor onze vrouwelijke lezers.
Zij zeggen verder:
‘De voorwerpen, die in de blaas gestopt werden, waren van verschillenden aard, de gewone muntstukjes, knikkers, die in bijtend vocht werden gedompeld om ze van hun glad omhulsel te ontdoen en gevijld om ze ruw te maken, knoopen, de gewone koperen knoop en die welke uit twee gedeelten bestaat en dichtklapt.’
De honden leden verschrikkelijk. Hond B No. 24, waarop proeven werden genomen op 13 Januari, was gedwongen een langzamen dood te sterven tot 14 Februari, toen er weer operaties op hem verricht werden en hij stierf.
Bij andere openbaarden zich verschillende vormen van ziekte, of zij verloren aan gewicht en bleven ziek totdat de dood een einde aan hun ellende maakte.
Het voornaamste doel van hun proefneming was, om de uitwerking van uiterste pijn te ontdekken op het protoplasma van de zenuwcentra in de hersenen, en volgens hun verklaring, vonden zij het protoplasma in zulke centra uitgeput.
Dokter C. heeft een artikel geschreven over verdoovende middelen in 't algemeen, waarin hij beweert, dat alle verdoovende middelen slechts een vernis zijn en niet in slaap brengen de diepere weefsels van de hersenen.
Hij beweert, dat zelfs bij de meest verdoovende middelen, de hersenen, bij pijn, een zeker proces ondergaan, dat met zich brengt sterke bewegingen bij verdoofde patiënten, die, wanneer ze niet vastgebonden op de operatietafel zijn, soms opstaan, en weg loopen, terwijl men bezig is op hen te snijden.
Wij kunnen veilig aannemen, dat de honden verschrikkelijk leden onder de operaties, die op hen verricht werden,
Met de tegenwoordige manie voor proefnemende chirurgie en de toenemende macht van de medische faculteit, schijnt er weinig kans te bestaan voor den bloei van de antivivisectie. Die eenige kans ligt in de meer menschelijke opvoeding der jongeren en in het bijbrengen van een hooger begrip van