De Hollandsche Lelie. Jaargang 27
(1913-1914)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdLetterkundig Overzicht.I.
| |
[pagina 326]
| |
hoogstwaarschijnlijk weldra zou vervallen in nieuwe buitensporigheden, en pogingen tot reclame. Zoo is het ook inderdaad geschied! Dank zij hare vóórtdurende zonderlingheden is Louise Von Toscana er in geslaagd zoowat al hare vroegere bewonderaars van zich te vervreemden, en hen de oogen te openen voor het verdwaasde, ziekelijke, en onsympathieke in haar doen. Met hare ‘mémoires’ -, die over het algemeen groote teleurstelling wekten bij de nieuwtjesjagers - heeft zij tenslotte hare populariteit nog een laatsten genadeslag toegebracht. omdat daaruit maar al te zeer blijkt, hoe weinig zij geschikt was voor de haar vóórbestemde vorstentaak, en hoe de abnormaliteiten, waardoor haar geslacht zich in zoo ruime mate kenmerkt, bij haar te sterk zijn uitgesproken, dan dat zij ooit zou hebben weten te loopen in het gareel van vorstenplicht en vorstenleven. En thans komt haar ex-man, de zanger Toselli, en brengt haar een nieuwen stoot toe, door, op zijn beurt, ‘onthullingen’ te schrijven over beider huwelijksleven. Dit, dat zij een nieuwen stoot ontvangt, zal hij, die dit boek niet gelezen heeft, althans vóóronderstellen, en, aan die vooronderstelling is het dan ook te danken waarschijnlijk, dat het publiek terstond met bijzondere gretigheid aanviel op deze nieuwste ‘mémoires’ òver Louise. Wat mij echter aangaat, hoe weinig sympathiek deze vrouw mij ook is, ik ben rechtvaardig genoeg om, juist na lezing van deze bekentenissen van haren ex-man over hun gemeenschappelijk samenleven, een soort medelijden te gaan voelen met haar, die het tenslotte niet helpen kan, dat het lot haar deed geboren worden voor een kroon, terwijl het haar tegelijkertijd àlle eigenschappen onthield, nóódig om die taak te aanvaarden; en die dientengevolge, toen zij hare banden verbrak, en de wijde wereld invloog, overal zich onbruikbaar en onmogelijk en onpractisch bewees voor het door haar ter kwader ure gekozene gewone menschenleven, omdat haar verleden, haar opvoeding, haar prinses-ideeën haar vóórtdurend in den weg zaten. Immers, dit is wel de eind-indruk, dien men krijgt van Toselli's mémoires, de overtuiging dat deze twee niet voor elkander pasten, omdat de eene, al wilde zij duizendmaal zich inbeelden voortaan slechts ‘mevrouw Toselli’ te kunnen zijn, geen moment vermocht te vergeten haar prinses-eigenaardigheden, en prinses-opvattingen, en prinses-gewoonten! ‘Misschien is het haar oorspronkelijk heilige ernst geweest met haar voornemen eene alledaagsche echtgenoote en moeder te worden! De volhoudendheid waarmede zij den véél jongeren Toselli, die blijkbaar niets anders wenschte, dan te zijn en te blijven haar tijdelijke amant, overreedde tot het aangaan van een, bij hun leeftijdsverschil, reeds op zichzelf beschouwd bedenkelijk-wordend huwelijk, wijst er wèl op dat het inderdaad in hare bedoelingen heeft gelegen, - zooals zij indertijd, toen zij Toselli trouwde, ook door de pers liet verspreiden, - zichzelf een wettigen beschermer te bezorgen, om daarmee een eind te maken aan haar dubbelzinnige zwerverspositie! Volgens Toselli had zij daarbij niet alleen zijn eigen vrij-lijdelijken tegenstand te overwinnen, maar óók nog die van zijn ouders, die, achtenswaardige en gezeten inwoners van Florence, waar de oude heer Toselli leeraar is in de Fransche taal en letterkunde, zich volstrekt geen ‘eer’ voorstelden van een verbintenis van hun eenigen zoon met de avontuurlijke prinses Von Toscana, en integendeel hartelijk wenschten, tot het laatst toe, dat beiden het zouden laten blijven bij een voorbijgaanden liaison, en meer niet. Echter, Enrico Toselli was, dat erkent hijzelf, zéér verliefd, en, volgens hem, was Louise Von Toscana zoo innemend, en zoo bekoorlijk, dat men het hem niet kwalijk kan nemen, indien hij blindelings aan hare wenschen gehoorzaamde. Ziehier hoe hij, ook thans nog, nadat zijn oogen zijn opengegaan voor haar wààr karakter, haar uiterlijk beschrijft uit de dagen toen hij haar leerde kennen: ‘O, God, zij was betooverend-lieflijk! Het onuitsprekelijk zoete en reine lachje, dat om hare lippen zweefde, betooverde mij terstond. ...Hare handen, hare onvergelijkelijk fraaie handen zag ik steeds vóór mij. Die teedere, edele vormen, die fraai-gewelfde rose nagels.. In dien tijd had Louise Von Toscana nog geen enkel grijs haar;... weelderige kastanjebruine lokken omgaven haar gelaat, waarin nog geen enkel rimpeltje verried wat alzoo achter deze vrouw reeds lag. Haar blauwe schitterende oogen, die ik later zoo koud en vol haat zou zien, glansden zoo teeder, en schenen mij toe enkel zonneschijn uit te drukken. En dan hare stem! Zoo welluidend, zoo rijk aan klank, zoo buigzaam! Zoo werd dan het huwelijk gesloten¡ En, van af dat oogenblik toonde Louise Von Toscana, dat zij noch echtgenoote noch moeder wist te zijn in den gewonen huiselijken zin. Haren echtgenoot, die stond aan den aanvang | |
[pagina 327]
| |
van een even moeilijke als roemrijke carrière, en die daartoe behoefde rust en kalmte en een zorgenvrije omgeving, sleepte zij van het eene hôtel naar het andere, zonder te vragen naar financiëele kosten, noch naar zijn belangen, of naar die van hun kind; toen dit kind werd geboren omringde zij het terstond met kameniers en gouvernantes, op hofhoudingwijze, en liet zich in geen enkel opzicht leiden door de raadgevingen of wenschen harer schoonouders. De prinses, in één woord, openbaart zich voortdurend in al haar doen en laten van dien aard, de prinses, die geen begrip heeft van geld, noch van het zelve besturen eener huishouding, die integendeel gewoon is te reizen, te bevelen, alles van het practische leven over te laten aan anderen. Gelijk ik reeds zeide, men krijgt eigenlijk eenig medelijden met haar, wanneer men leest hoè zij deze vier jaren doorbracht, aan de zijde van een haar op haar wenken bedienenden, maar daardoor hare zelfverblinding nog vergrootenden burgerman. Wel te verstaan bedoel ik hier met het woord ‘burgerman’ géénszins iets minderwaardige, wil er alléén slechts door aanduiden, dat Enrico Toselli behoorde tot dat gedeelte van het menschdom, dat het gewone leven pleegt te leven, terwijl Louise, prinses Von Toscana, was geboren en grootgeworden in den meest exclusieven kring, die er bestaat, dien namelijk van vorsten en vorstinnen, en dientengevolge onvatbaar bleef om zich in hare nieuwe positie te schikken, veel minder nog zich er gelukkig in te voelen. De verwijten, die haar ex-man haar maakt, houden dan ook alle verband met deze hare half-ontoerekenbaarheid in dit speciale opzicht. Zoo b.v. was het hem, van den beginne af, een ergernis dat zij, in plaats van 6f met hem uit te gaan, òf hem althans rekenschap te geven van hare daden, zich integendeel verlustigde in allerlei avontuurlijke tochten, alleen door Florence, waarbij het haar slechts te doen was om de aandacht te trekken, en de bevolking op te zweepen tot enthousiasme voor haar. Even natuurlijk als het is, dat Enrico Toselli, als zijnde haar echtgenoot, deze soort van reclame allesbehalve aangenaam vond, evenzeer kan men het van zijne Louise, de exprinses, begrijpen dat haar, de exkroonprinses van Saksen, deze behoefte aan huldiging, en aan zich laten toejuichen, steeds opnieuw te machtig werd. Men moet geen ex-prinses trouwen als men niet in staat is de consequenties van zulk een dwaze daad ten volle te dragen. Deze nuchtere waarheid predikt het boek van Toselli van het begin tot het einde. Een heel-jonge, opgewonden, verliefde artist, is hij dom-genoeg geweest zijn toekomt op het spel te zetten voor de zoogenaamd ‘eeuwige’ liefde eener Louise, prinses Von Toscana, reeds moeder toen van niet minder dan 5 kinderen van den tegenwoordigen koning van Saksen. Voor de gevolgen dezer kolossale dwaasheid is hij zwaar genoeg gestraft, vooral in zijn gevoel van vader, wat aanbelangt zijn ‘Bubi’. De couranten hebben indertijd reeds meegedeeld hoe het echtscheidingsproces der Tosellis zich hoofdzakelijk draaide om het lot van dit ongelukkige wezentje, in wiens aderen het Toselli-bloed is dooreengemengd met dat der vorstelijke sterk-gedegenereerde Toscana's. Het is dus geen overdrij ving, wat Toselli in zijn boek schildert omtrent het door hem doorledene in zijn vadergemoed, toen het gold zijn jongen te ontrukken aan den zoowel voor diens lichaam als diens geest hoogst ongezonden invloed zijner prinses-moeder, en, zonder twijfel, is het dan ook in dit moederopzicht speciaal, dat Louise Von Toscana het zwaarst en het onvergeeflijkst heeft gezondigd. Hare prinses-opvoeding verontschuldigt véél in hare tekortkomingen, maar niet haar gebrek aan natuurlijk gevoel ten opzichte van haar kind, van wien zij aan den vader schrijft, (de brief is in het echtscheidingsproces overgelegd), dat zij hem met een paardezweep slaat. Een vrouw, die tot zulke ruwe handelingen in staat is, waar het een weerloos tweejarig kind geldt, en dat bovendien in koelen bloede, bij wijze van ‘opvoeding’, zóó'n vrouw toont dat zij een slecht en verdorven karakter heeft. En het zachtste wat men er nog van kan zeggen is dit dan ook, dat zij dit karakter hoogstwaarschijnlijk dankt aan de droevige erfelijke gedegenereerdheid, waarmee zij, evenals allen uit haar geslacht, is ter wereld gekomen. ANNA DE SAVORNIN LOHMAN. (Slot volgt). |
|