Tooneeloverzicht door Stella Mare.
‘Jezuïeten.’
Tooneelspel in 3 bedrijven door Jos M. van Mens. Uit het Duitsch vertaald door Joh. Schmidt.
Wee hem, die eenmaal opgenomen zijnde in de orde der Jezuïeten, het waagt uit deze orde te treden en in het openbaar durft te verkondigen door lezing of geschrift de grieven, die hij tegen deze orde heeft.
Wee hem!
Al strijdt hij met alle krachtsinspanning om zich weer eene goede - of desnoods zeer bescheiden plaats in de maatschappij te verwerven, het zal hem nooit of te nimmer gelukken. De wraak der Jezuïeten blijft hem tot het einde toe achtervolgen, want..... ‘qui mange du pape en meurt!’
Dit is het devies der Jezuïeten, en dat zij zich eraan houden bewijst wel de schrijver van bovengenoemd tooneelspel, die in ‘Jezuïeten’ zijne eigen lijdensgeschiedenis neerlegt, of beter nog heeft neergelegd, want de schrijver, Jos. van Mens, heeft door zelfmoord een einde aan zijn leven gemaakt.
Het is eigenaardig, dat een dergelijk tooneelspel, door een Nederlandschen ex-pater-Jezuïet geschreven, uit het Duitsch vertaald moest worden om hier te lande te worden opgevoerd.
Ik bewonder den durf van den heer Herman Heijermans om dit, voor sommige Katholieken zèer aanstoot gevend stuk, ten tooneele te voeren.
In Pater Dr. Willem Silvius gaf de schrijver zichzelf.
Silvius is pater der Jezuïeten.
Door zijne groote kennis en zijn bizonderen studielust, neemt hij eene voorname plaats in het Jezuïeten-klooster in, daar hij tevens geheim-secretaris van de orde is.
Hij mag vrij in- en uitgaan.
Zoo leert hij eene jonge weduwe kennen, Annie Osten genaamd.
Hij krijgt haar lief.
Herhaaldelijk had Dr. Pater Silvius reeds in tijdschriften leerstellingen verkondigd, die den Jezuïeten aanstoot konden geven en dit ook deden.
Zijn bewering, dat Katholieke kunst geen reden van bestaan heeft, en verder dat de heilige Franciscus meer als dichter dan als heilige te waardeeren is, heeft den Pater Prefekt zéer geergerd.
Door broeder Furst, die trouw afluistert en spionneert waar hij maar kan - dit op bevel van den prefekt - is de prefekt te weten gekomen dat Silvius zijn papagaai met ‘collega’ aanspreekt. Beiden spreken zij immers na, wat hun wordt voorgezegd.
Ten slotte vertelt Furst nog den prefekt, hoe hij hoorde, dat Silvius zijn goeden ouden vriend, broeder Wieland, toevertrouwde, dat hij eene vrouw liefheeft en dus uit de orde wil treden.
In eene vergadering wordt Silvius ter verantwoording geroepen.
Hij vertelt daar van de groote vereering, die hij ééns voor de Jezuïeten had, hoe hij ééns geloofde, dat deze geheel in Jezus' geest handelen, en hoe hij nù uit ondervinding en door geheime geschriften weet, dat het tegenovergestelde waar is.
Daarom is hij vast besloten uit de orde te treden.
De verontwaardiging van rektor, prefekt en provisor is groot, temeer daar Silvius weigert de belofte af te leggen, dat hij na zijn uittreden uit de Jezuïeten-orde zal zwijgen over hetgeen hij daar hoorde, ondervond en te weten kwam.
Natuurlijk zijn zij zeèr bevreesd voor de groote schade, die Silvius de orde zal berokkenen als hij de geheime-voorschriften bekend gaat maken.
Er moèt dus tot elken prijs iets verzonnen worden om Silvius onschadelijk te maken.
De Pater Prefekt weet raad.
Men zal Silvius nog voor hij vrijwillig uit de orde is getreden ontslaan. - -
Maar hoe? - Voor welk misdrijf? - -
De Pater Prefekt weet raad.
Is hij niet door broeder Furst te weten gekomen dat Silvius eene vrouw liefheeft! -
Welnu. - - Men zal hem ontslaan wegens - - - onzedelijke levenswijze!
Als ‘de vergadering’ Dr. Silvius dit besluit mededeelt, is deze diep getroffen.
Intusschen - de prefekt is zéér voldaan.
In het tweede bedrijf zien wij Dr. Silvius in eene allerliefste woning ergens buiten met Annie Osten en haar kind terug.
Hij is gelukkig, héél gelukkig.
De vrouw die hij aanbidt, die hem liefheeft, is nu voor altijd bij hem.
Zij heeft uit liefde voor hem met haar kind het huis van haar vader verlaten, waar zij na den dood van haar man, een tehuis