De Hollandsche Lelie. Jaargang 27
(1913-1914)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
De Rol van het Spiritisme in de godsdienstige evolutie der menschheidGa naar voetnoot1) door Albin Valabrèque.Het Spiritisme heeft een overwegende rol gespeeld in de geschiedenis der godsdiensten, zonder die rol zouden de godsdiensten niet bestaan hebben. De stichter van elken godsdienst is een medium, d.w.z. hij ontvangt zijne inspiraties uit hoogere sfeer en bevestigt die. De Heilige Schriften, of men het wil erkennen of niet, zijn spiritische geschriften. Men bewijst het Spiritisme groote eer, men maakt het grooter door te zeggen: in het verleden zijt gij de godsdienst geweest, heeft men U genoemd profetisme, openbaring, wonderen, genezingen, enz. Aan het Spiritisme is het menschdom zijn geestelijke ontwikkeling verschuldigd. Ja, indien de godsdiensten bestaan hebben, hebben zij dit bestaan aan het Spiritisme te danken. Het Spiritisme bestaat niet alleen in het aanroepen der geesten, maar de geesten roepen op hunne beurt ons op. Socrates roept zijn daemon (geest) niet aan. De geest spreekt tot Socrates. Mahomed roept den engel Gabriël niet aan, de geest neemt den naam van engel Gabriël aan, om zich met gezag aan Mahomed te openbaren. Jeanne d'Arc roept de heiligen niet aan. Het zijn de Heiligen, die Jeanne d'Arc oproepen en die een ongeletterd meisje herscheppen in een heldin, een heldin, ongeëvenaard in de geschiedenis. Kan het Spiritisme de algemeene wetenschappelijke godsdienst zijn? De algemeene godsdienst zal het Christendom zijn en dit Christendom zal spiritistisch wezen. Het Christendom zal aan het Spiritisme de liefde schenken. Het Spiritisme zal aan het Christendom de wetenschap brengen. De spiritisten zijn over het algemeen Christenen. De werken van Allan Kardec en die van zijn roemvollen opvolger Léon Denis, zijn geheel in evangelischen geest geschreven. De tegenwoordigheid van Ds. Benezech, die met zooveel moed en talent zijn spiritistische overtuiging heeft uitgesproken, machtigt mij te zeggen, dat deze waardige predikant hier het verbindingsteeken vormt van het Christendom van heden met het komende Christendom. Niemand twijfelt eraan, dat wij staan aan den vooravond van een groote maatschappelijke hervorming. Wij hebben behoefte aan nieuwe getuigenissen op godsdienstig, op politiek, op geestelijk gebied, op wetenschappelijk gebied, alsmede op het gebied der wetgeving, van de opvoeding der jeugd, op kunst- en ook op literair gebied. De menschheid lijdt en het is haar lijden dat de noodzakelijkheid van een nieuwe wereld insluit. Om een maatschappij te doen voortleven, moet het grootste gedeelte van hare leden gelukkig of tenminste tevreden zijn. Waar is heden het geluk? Het is noch bij de hoogere noch bij de lagere standen te vinden. Alleen het wetenschappelijk Christendom met het Spiritisme en de psychische wetenschappen broederlijk vereenigd, zooals Christus het wilde, zal aan de wereld een nieuw leven schenken. Deze drie-eenheid zal den dooden Lazarus opwekken. Zij zal in de maatschappij de blinden en dooven genezen. Uit haar spruit de liefde voort die zal zegevieren over allen, die niet willen begrijpen, noch hooren, noch zien. Talloos velen zullen zeggen: Hoe kunt gij ons de broederschap aankondigen, terwijl gij rondom u de zelfzucht, de haat, de misdaad, de zelfmoord, de drankzucht, enz. alom ziet heerschen, die den mensch meer kwaad doen dan de tien Egyptische plagen? Aan hen is mijn antwoord: Hoe grooter de kwaal, hoe gewenschter de genezing. Beschouw de wereld ten tijde, dat de eerste christenen den nieuwen godsdienst beleden. Zie de Romeinsche drinkgelagen, de uitspattingen, de weelde temidden van den achteruitgang van het heidendom, de bloedige gevechten der gladiatoren of zwaardvechters, de arena's gevuld met martelaren overgeleverd aan de wilde dieren door nog wildere dieren, die genoten van dit schouwspel. De waanzin van Nero scheen een geheel volk te hebben aangestoken. In tegenstelling met dit waanzinnige volk - een kruis, en een klein aantal verachte christenen.... maar duizendmaal machtiger dan hunne beulen, want zij bezaten de hoogste macht. De macht die den dood trotseert. Op de puinhoopen van het heidensche Rome verrijst het andere Rome, waarvan ik hier slechts de weldaden der beschaving wil zien, over welks dwalingen ik nu den sluier der barmhartigheid wil werpen en voor heden alleen de aandacht wil vestigen op de wonderen, die de liefde verrichtte door het onvergelijkelijk leven der heiligen. | |
[pagina 36]
| |
Voor de kathedraal zie ik St. Vincentius de Paulo en ik buig mij; ik zie den heiligen Franciscus van Assisi en ik bewonder; en ik zeg dat het uur gekomen is, waarop wij niet meer moeten doodslaan, maar waarop wij ons moeten verzoenen. Het uur, waarop elke partij, waarop elke godsdienst zijn roem ten offer moet brengen aan het gemeenschappelijk geheel. Het uur, waarop wij het kwade vergeten en alleen het goede ons herinneren. Hebben wij onze vijanden lief, en indien zij ons niet liefhebben, laten wij hen dan nog meer liefhebben, en als zij ons dan nog niet liefhebben, zoo zullen hunne kinderen de onzen liefhebben, want het uur is gekomen, waarop de liefde sterker is dan de haat. Aan het socialisme dat predikt: Gelijkheid, alles omlaag, antwoorden wij: Broederschap, alles omhoog! Dat hij die boven is, de anderen tot zich trekken. ‘Het nieuwe Christendom zegt slechts dit woord: liefde. Dit ééne woord is de geheele godsdienst. Liefde, zij is de geheele maatschappij. Zij is de geheele ziel. Opdat de vooruitgang vervuld worde, heeft deze de menschelijke toestemming niet noodig. Zoo er zijn die met hun tijd niet willen medegaan, moeten zij erin berusten dat de tijd vooruit gaat zonder hen. Toen de hervorming plaats greep, was zij reeds lang voorbereid. God doet niets onvoorbereid. Alle sekten, die in meening verschillen, zooals de gnostieken en allerlei ketters, waarvan de kerkgeschiedenis sedert de stichting van het Christendom vol is, die allen zijn daar om te getuigen, dat het protestantisme niet spontaan is opgetreden, maar dat het reeds lang zijn herauten had, die zijne komst aankondigden. Men kan de sekten-aanhangers vernietigen, de ketters martelen en verbranden, hun bloed is dat der orthodoxe martelaren waardig. Indien het bloed der Katholieken het Katholicisme heeft doen herleven, veredelen en verheerlijken, zoo heeft ook het bloed der ketters de vrijheid van het geweten doen herleven, veredelen en verheerlijken. De hervorming heeft het Katholicisme in tweeën gedeeld. De zending der twintigste eeuw is, de menschen boven het Katholicisme, boven het Protestantisme nader tot elkander te brengen, hen te vereenigen in die reine regionen, waarin de liefde alleen christen zal zijn, waarin Kaïn niet meer ijverzuchtig zal zijn op Abel, omdat Kaïn weten zal, dat ook hij geroepen is om een Abel te worden. Is er in het verledene scheiding geweest tusschen de godsdiensten en het eigenlijke Spiritisme, heeft men wonderen genoemd wat wij communicaties heeten, in de toekomst zal er overeenstemming zijn, algeheele éénstemmigheid, ja een machtige samenwerking tusschen godsdienst en Spiritisme. Wie kan dan verhinderen, dat wij elkander ontmoeten en omarmen in een godsdienst, die alleen liefde zijn zal en in een Spiritisme dat slechts wetenschap zal wezen? Dank zij het Spiritisme zijn het niet meer het geloof en de hoop, die ons de poorten des hemels ontsluiten, het zijn wetenschap en zekerheid. Dank zij het Spiritisme, is de tegenstand van hen die het bovennatuurlijke ontkennen vernietigd. Het bovennatuurlijke onderwerpt zich aan de menschelijke onderzoekingen. Gij hebt mij ontkend. Hier ben ik, opent uwe laboratoria, neemt uwe instrumenten, vindt nieuwe uit. Ziehier de voortzetting van het leven, ziehier de onsterfelijkheid, ziehier het fluïde. Gij hebt de wonderen van Christus ontkend. Gij gaat ze door uw onderzoekingen bevestigen. Het zijn de eenvoudigste mannen en vrouwen, die gekozen zullen worden als mediums, opdat het verschil tusschen hunne persoonlijkheid en de natuur der verschijnselen meer opvallend zijn zal. Hebben wij niet reeds honderde communicaties ontvangen, die ons de nieuwe tijden aankondigen, de hervorming der maatschappij, de broederschap, die over winnen zal? Van alle steenen, die men ons heeft toegeworpen, zullen wij de komende Kerk bouwen; de Kerk waarin men zijn vijanden zal ontwapenen door de liefde. Neen, de ware spiritisten zullen geen kwaad met kwaad vergelden, want dat zou hen tot het verledene terugvoeren. De spiritisten zullen begrijpen dat de goddelijke bergrede van Christus niet gericht was tot hen, die nog in den vleeze leefden, waarvan het einde nabij is, maar tot die geestelijke menschheid, die naar Gods beeld geschapen is, waarvan onze kinderen het begin moeten vormen. Doet God moeite om lief te hebben? Is daarin verdienste? Offert Hij zich op, om Zijn Geest uit te storten daar, waar Hij kan binnendringen? - God geeft Zijn liefde, zooals de zon hare stralen verspreidt, en opdat de mensch naar Gods beeld geschapen zij, moet hij zonder moeite weten lief te hebben in al den glans van zijn geestelijk wezen. | |
[pagina 37]
| |
Opoffering en ontbering zijn de sporten van den ladder langs welken wij opklimmen, maar als wij de bovenste sport bereiken, hebben wij geen treden meer noodig, dan hebben wij vleugelen. Het noodzakelijke, onmisbare werk voor het heil der maatschappij zal christelijk, spiritistisch en universeel zijn. Het Spiritisme is wetenschappelijk, maar ook godsdienstig. Het is godsdienstig door zichzelf. Dit is een onbetwistbare waarheid. Hoe zou de mensch niet doordrongen worden van de verhevenste gevoelens, als hij in de onvergetelijke ure overtuigd wordt dat de geliefde dooden, die hij voor altoos verloren waande, leven en hem liefhebben, daar zij tot hem spreken, hem van hunne identiteit op zoo verschillende wijzen overtuigen, hem woorden toefluisteren die niet kunnen bedriegen, hem onwederlegbaar bewijzen geven, die van het voortbestaan van den geest getuigen. Luister naarde stem van het Spiritisme, die morgen de wereld zal vervullen. Tot den arbeider, die gebogen gaat onder zijn werk, zegt het: gij werkt niet alleen voor uw loon van heden, maar tevens voor het eeuwig loon. Tot den begeerigen werkgever zegt het: zie naar den weg die voor u ligt, als gij vroeger gelukkig wilt zijn, wordt dan vroeger beter. Indien gij egoïst en slecht zijt, behoort gij tot hen die naar den nacht uitzien, indien gij goed en broederlijk zijt, behoort gij tot hen die het licht begroeten. Tot den wanhopende, wien het materialisme den giftbeker heeft toegereikt, zegt het: het materialisme was geen wetenschap, het was een dwaling. Het leven eindigt niet. Het ware leven begint eerst daar, waar het materialisme het wil doen eindigen. Tot allen, die geliefde wezens beweenen en die hun hoofd verbrijzelen tegen het marmer der graven; tot de moeder, tot de wanhopende vrouw, die haar kind of echtgenoot beweent, brengt het Spiritisme vertroosting in de zekerheid van een wederzien. Het toont aan ons allen als einddoel het gezegend oord, waar de rhythme Gods niet breekt tegen den weerstand der materie! De moderne geest heeft tot den knielenden mensch gezegd: ‘Sta op, er is geen God!’ En de mensch is opgestaan, vergetende dat de God, die niet bestaat, de God is naar ons beeld geschapen, maar dat achter dat beeld van God, de God is die bestaat. Hij die zoo groot is in het heelal en zoo klein is in onze ziel. God roept ons niet meer toe uit den hemel, maar uit de zielen van onze broederen, en hoe meer een ziel lijdt, hoe meer God ons daarin roept. Hij roept ons door anderen, maar ook door ons zelven. Ja, uit het diepst onzer zielen roept Hij: ‘Ik wil.’ En de mensch riep van eeuw tot eeuw: ‘Ik wil niet!’ Het is twintig eeuwen geleden, toen er een buitengewoon, éénig goddelijken man verscheen, en deze had geantwoord tot God, die in hem riep: ‘Ik wil’: Ik wil ook! Wat hij wilde was het maximum van smart, het maximum van schande, het maximum van laster, het maximum van verraad, het maximum van verloochening, het maximum van lijden. Deze man is verschenen, heeft gesproken en geleden om de broederschap op de wereld te doen zegevieren. Het geheele verledene zou slechts bedrog, bijgeloof en krankzinnigheid zijn geweest, indien Christus Zijn werk onvoltooid had gelaten, indien de menschheid voort moest gaan met zich in het materialisme te verwarren en te verstrikken. De volkeren zijn gewrapend tot de tanden. De leidende partijen zijn doof, en zij, die geleid worden, zijn blind. Het socialisme mort, en de anarchie is vertoornd. En dat is het werk van een maatschappij, die niet begrepen heeft, dat de menschelijke ziel evenmin de hoop kon missen, als het lichaam buiten brood kon bestaan. Wij lezen in den Koran (hoofdstuk XVIII: 61) ‘Jezus zal het zekere teeken zijn van het oordeel. Wacht U aan Zijn komst te twijfelen.’ Het is waarlijk aangrijpend te constateeren, dat de profeet der Muzelmannen, het groote medium Mahomed geschreven heeft: ‘Wacht U aan Zijn komst te twijfelen!’ Welk een groote hulde van de halve maan aan het Kruis! Het is ontwijfelbaar, dat als Christus de nieuwe waarheden in al haar glans zal doen schitteren in de wereld, door haar Christenen te toonen, die alle menschen liefhebben, die de eendracht en de goede verstandhouding tusschen alle volkeren willen bevorderen, de vrede onder het schild van recht willen plaatsen, en de liefde onder het schild van God willen brengen, het is ontwijfelbaar dat dan de Turken en Arabieren, allen die leven naar de wet van den Koran, naar de woorden van Mahomed zullen luisteren en de weldaden zullen zien die van Christus zullen komen, dat deze dan zullen uitroepen: ‘Wachten wij ons aan Zijn komst te twijfelen. Daar is zij, want in plaats van ons met | |
[pagina 38]
| |
kanonskogels te bevechten, openen de Christenen voor ons hunne armen en hun hart!’ En de Koran zal zich voor het Evangelie buigen, evenals in het hiernamaals Mahomed en alle Godsgezanten zich zullen buigen voor de macht, de heerschappij en de onvergelijkbare majesteit van Jezus. Wacht U aan Zijn Komst te twijfelen, want de menschheid lijdt, sterft, en weent zonder hope, zonder ideaal! Wacht U aan Zijn Komst te twijfelen, socialisten die het recht verwacht van het oproer! Het is de liefde die het zal teweeg brengen. Wacht U aan Zijn Komst te twijfelen, gij die het Kruis uit de scholen heeft verbannen, maar het niet kunt verbannen uit ons hart. Wacht U aan Zijn Komst te twijfelen, want de Kerk is dood, en wij hebben een levende Kerk noodig, waarin de broederschap, die thans onbeweeglijk onder het kil gesteente ligt begraven, morgen zal te voorschijn treden, machtig handelend, aller harten in gloed zettend! J.S. GÖBEL. |
|