Gedachtenwisselingen.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
I.
Vlissingen, 28 Mei 1913.
Aan Jonkvr. Anna de Savornin Lohman, Redactrice der Hollandsche Lelie.
Geachte Redactrice,
In het nummer van 7 Mei j.l. eindigt uw ‘Overzicht van de Week’ met een kort gedeelte, getiteld ‘Afschuw en Plicht’, hetwelk mij zeer trof en mij aanleiding geeft U te verzoeken dit schrijven in uw Tijdschrift op te nemen; althans zoo 't U daartoe geschikt voorkomt.
Waarlijk, er zijn zaken en voorvallen, die men gaarne ontvlucht, omdat het aanschouwen ervan zoo pijnlijk aandoet! Ook mij is dit vaak overkomen, en overkomt me nòg; maar wien overkomt dit niet?
Nu, ja, die menschen, welke niets anders zijn dan tweehandige zoogdieren, blijven er misschien van bevrijd; doch zij zijn er niet te beter om. Maar ieder, die een gemoedsleven heeft, staat er aan bloot. Het is de strijd van het proza met de poëzie, van het booze met het goede, van de duisternis met het licht.
O, als uit het gepijnigde gemoed de zucht oprijst: ‘Ach, laat dezen drinkbeker aan mij voorbijgaan’! - dan behoort er meer dan gewone zielskracht toe om dien bitteren beker tòch aan te nemen en hem te drinken.
Wie dat vermag, staat op een standpunt, hetwelk maar weinigen bereiken.
Of zou het niet van hoogheid getuigen en van zielegrootheid, als het gemak, de rust, de zoetelijke stemming, de kalmte des gemoeds worden opgeofferd, en in plaats daarvan inspanning, vermoeienis, walging en ergernis worden aanvaard; en dit alles enkel, omdat het plichtsgevoel gebiedt het lage, het minne, het walgelijke, het ergerlijke te bestrijden?
Gij, die u tot dezen strijd hebt aangegord, houdt dien strijd vol, zoo het u mogelijk is; want gij doet een goed werk.
Wel is aan velen de wil gegeven om het goede te doen, maar niet de kracht. En hoe zal zonder kracht de overwinning behaald worden?
Moogt gij blijven strijden voor het goede! Gij zijt als de zaaier, die uitging om te zaaien. Menige zaadkorrel gaat verloren, maar er valt toch ook een deel in de goede aarde en geeft rijke vrucht.
Moge deze gedachte u sterken en steunen in