hun eigen veld-flesch mee te nemen, alsof ze op militaire expeditie zijn een verovering te maken. Vandaar die plotselinge vraag naar veld-flesschen. Wat mal, - dat je dan zoo oogenschijnlijk uit die vraag naar veld-flesschen gaat afleiden, dat er oorlog op til is, terwijl er inderdaad vrede en gezelligheid wordt gezocht.
‘Kuiper is een groot man’! Niet alleen groot van persoon, - maar ook zwaar op de hand van uitspraak! Iemand in ‘De Telegraaf’ heeft mij eens geantwoord (op de vraag ‘Waarom’ iets goed zou zijn): ‘Omdat Kuyper het zegt.’ ‘Aan hem alléén de eer en aanbidding.’ - Weldus is Kuyper een Macht; - wat hij zegt dat zij dit moeten aannemen; maar daarom is hij volstrekt niet een autoriteit!
Dat denken professors ook, dat ze alles weten - en onderwijl verdroogt hun andere hersengedeelte en laten zij bij elke gelegenheid hun paraplu staan.
Elke daad, welke een mensch doet, is als een plant die groeit, - ten goede of ten kwade; dus zal ook Kuyper later oogsten hetgeen hij zaait als grootheid! Een ‘grootheid’ in vergelijk van de rest die na-aapt, bedoel ik. Ziet nu eens om U heen in de pers, de mode om na te apen, te beweren dat onzen tijd in een ‘teeken’ staat. Nu begint dit gezegde óók al ingang te vinden bij vergaderingsprekers. Ze zeggen nu weder: onze tijd staat ‘in het verkiezingsteeken.’
Bij zóóveel laag-bij-de-grondsche leiders kunnen we heusch geen welvaart in de maatschappij verwachten. Er zijn enkele uitzonderingen, maar de rest der regeerders konden grooter genieën zijn. Zijn dat de 350.000 kiezers die van de 850.000 in Juni a.s. zullen thuisblijven?
Ik blijf bij mijne vroeger uitgesproken meening, dat welvaart van ons land bovenop ligt, maar de regeerders geen intelligentie bezitten het noodzakelijke te doorzien.
Er openbaart zich het intellectueele verval, de terugslag tot de aap, - het ‘apenteeken’ waarin tegenwoordig onze tijd staat!
Zouden we heusch aan scheppings-flagen moeten gelooven van oer tot aap, van aap tot mensch, van mensch totengel? Geloove wie het wil!
Ik houd mij aan de Schrift, dat toen de goede God de heele huishouding in orde had, Hij een afzonderlijk wonder verrichtte - en de mensch schiep. Van zéér groot belang acht ik voor de vrouwenbeweging de vraag: of heusch eerst werd geschapen de man en toen de vrouw, òfwel: beiden tegelijk, - onderscheiden in soort.
Werden beiden tegelijk geschapen, dan werd ook tegelijk geschapen het onderscheid: de man die regeert, de leeuw die brult, de haan die kraait - en daarnaast de kip die de eieren legt, de leeuwin die zich onderwerpt, de vrouw die luistert en ontvangt.
Alzoo beoogt dan de natuur ontwikkeling van differentie.
Volgens deze beschouwing wil de natuur in alle scheppingen differentie.
Den christen, den jood, den heiden wil de Schepper niet onderling meer of minder elkaar beheerschen, maar slechts different - elkaar aanvullend - apprecieerende. Maar, werd - zooals men dat vindt in de Schrift - eerst geboren de man en daarna de vrouw, dan kan de Schepper gehandeld hebben als de kunstschilder: begaf zich - met z'n materiaal - naar een groot bosch en maakte een motief, hetwelk hij later volmaakter uitwerkte. Hij zag fouten bij den man - en schiep toen een verbeterde editie, ‘de Vrouw!’
En als dan, de ‘Christelijke’ regeering die Schrift vertrapt, de vrouw, welke kiesrecht vraagt, met een kluitje in 't riet stuurt, doet zij al heel on-christelijk,’ dan geeft ze zich bloot dat ze zich inderdaad minder gevoelt dan de vrouw, de vrouw vreest: ‘je krijg dat kiesrecht niet, anders gooi jelui ons d'r uit.’
Indien we dan verder het regeeringsgordijn wat hooger optrekken ‘het mal-àpropos van die veld-flesschen nagaan, dat ‘de vergunning’ de vrouw werd geweigerd, vervasteren wij onze meening, dat de regeering de vrouwtjes wil gaan korthouden uit vrees.
‘Want ze wil gaan bijten.
‘Belet dat nu maar gauw -
‘Dan zal het wel gaan slijten!
Wil ‘De Vrouw’ een borrel drinken, zegt de Regeering, dan is dat op ‘Meerhuizen’ niet noodig, dan maak je ze te zelfstandig. Laat ze dan maar bij hunne Heeren en Meesters komen op ‘Jan-kom-kietel-me’, aan de overzijde van het Y aan het tolhuis. Zedelijkheid bovenal.
De Regeering heeft de macht!
Maar dàn ‘gelijke monniken, gelijke kappen.’ Niet zichzelf en de mannen bevoorrechten, daar aan E.N.T.O.S. te verleenen wat zij ‘De Vrouw’ weigert. De regeering voedt hiermede de Vrouwenbeweging. De vrouwen worden achtergesteld. Gemis aan regeerkunst.
Bekrompenheid, uit Engeland overgewaaid, na-aperij - staan in het apenteeken.
CATO VAN UILENBURG.