De Hollandsche Lelie. Jaargang 26(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Weet je het nog? Zeg, weet je het nog? 't was zoo ijzig koud, Het vroor bijna, dat het kraakte: Wij wandelden samen, zoo heel bedaard, Of koude‿en wind ons niet raakte. Wij liepen maar voort, was de weg ook kaal, Waar zouden we‿anders blijven! Toch was ik zoo koud en zoo in-verkleumd, En voelde mijn lippen verstijven. Dan stonden wij even, wij beiden, stil; Je kuste m'n mond zoo zachtjes..... Toen werd ik zoo warm en zoo wonderwel, En zag naar je op, en lachte. Toen lachte jij ook en je lachte zoo fijn! Wat kon ons de koude hind'ren! We kusten elkaar en we werden zoo warm, Twee zorg'looze, blijde kind'ren. P. Vorige Volgende