Gedachtenwisseling.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Strijen, 8 Mei 1913.
Geachte Redactrice.
Waar U uitvoerig besproken hebt het vonnis en de terechtstelling der auto-bandieten, zult U mij wel willen vergunnen enkele gedachten in 't midden te brengen, die op de oorzaken wijzen van deze zeer treurige geschiedenis.
Wellicht hebben meer lezers en lezeressen tijdens de terechtzittingen in de bladen gezien hoe een der advocaten wees op de groote tegenstelling, dat voor Proudhon, den verbreider van de idee: eigendom is diefstal, la propriété c'est le vol, een standbeeld is opgericht, aangezien de man voor een soort genie werd aangezien in het in zooveel opzichten zoo wufte Frankrijk. En daartegenover de guillotine voor hen, die zijne leer daadwerkelijk toepasten.
Is dit dan voorwaar niet zeer tragisch?
Waarom toch de waan-ideeën van al die schrijvers verheerlijkt, terwijl men de toepassing wel streng straffen moet, omdat ze eenvoudig niet te verwezenlijken zijn en de grondslagen aantasten van iedere samenleving, van iedere maatschappij! Ik weet op 't oogenblik niet wie, of het Dieudonné was of een ander, die zijn boekenverzameling vermaakte aan verschillende personen en instellingen. Wie het was doet er minder toe, maar de boeken spreken voor zichzelf. Rousseau, Bakounine, Proudhon, en andere waren de aangebeden afgoden. Geen wonder als onrijpe hersenen dergelijken kost te verteren krijgen, dat het misloopt.
In dit Blad is uitvoerig van gedachten gewisseld over de m.i. heillooze theorieën van 't anarchisme.
Laten degenen, die dergelijke meeningen verbreiden, weten, dat ze feitelijk mede verantwoordelijk zijn voor misdaden zooals die in Frankrijk plaats grepen en die natuurlijk moesten worden gestraft.
Ik meende, geachte Redactrice, goed te doen door ook deze zijde van de droevige historie eenigszins scherp te belichten.
Met hoogachting heb ik de eer van UEd. te zijn de
dw. dr.
J.B. NAAKTGEBOREN.